Whatsapp Facebook LinkedIn RSS feed

Leon Swinkels (Normec Robalab): 'Wat je niet ziet, kan je veld slopen'

ARTIKEL
MARKT & ACTUEEL
Facebook Linkedin Whatsapp
Karlijn Raats, maandag 24 november 2025
181 sec


Microscopisch kleine aaltjes zijn een onderschat probleem op sportvelden; een simpel bodemonderzoek voorkomt ellende

Intensief gebruikte sportvelden staan voortdurend onder druk. De kwaliteit van de grasmat moet hoog blijven, het herstelvermogen snel zijn en de uitstraling representatief. Toch kampen sommige sportveldbeheerders met onverklaarbare gele plekken, verminderde grasgroei of slechte wortelontwikkeling zonder dat er een duidelijke oorzaak zichtbaar is. 'Dan zit het probleem waarschijnlijk dieper dan je denkt,' zegt Leon Swinkels, onderzoeksdeskundige nematologie bij Normec Robalab. 'Aan of in de graswortels.'

De kop van een <i>Pratylenchhus neglectus</i>
De kop van een Pratylenchhus neglectus

Veel sportveldbeheerders denken bij groeiproblemen aan voedingstekorten of waterhuishouding. 'Maar wat als je bodem perfect is bemest, de structuur goed is en je toch plekken hebt die achterblijven?' vraagt Swinkels hardop. 'Dan is het hoog tijd om naar aaltjes te kijken.' Het is een hardnekkig misverstand dat aaltjesschade alleen in de land- en tuinbouw voorkomt. 'Op sportvelden veroorzaken schadelijke aaltjes, zoals het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) forse schade aan de fijne wortels van het gras. En juist die wortels zijn cruciaal voor opname van water en nutriënten, maar ook voor de stevigheid van het gras.'

Zwakke wortels, zwak veld

Op sportvelden is stevige beworteling essentieel. 'Met name in het weekend krijgt een sportveld het zwaar te verduren. Als de wortels dan onvoldoende ontwikkeld zijn, is het gras niet alleen minder stevig, maar herstelt het ook trager,' legt Swinkels uit. 'Bij golfgreens gaat het om strak en egaal, maar bij sportvelden draait alles om stevigheid, herstel en bespeelbaarheid. Aaltjes ondermijnen dat. Aaltjes beschadigen vooral de haar- en zijwortels van het gras, waardoor het plantje verzwakt. In droge zomers of na intensief gebruik vallen dan opeens gele plekken op.'
Bovendien werkt de schade door op andere niveaus: het gras wordt gevoeliger voor ziektes en plagen en de herstelkosten lopen ongemerkt op. Swinkels pleit daarom voor meer bewustwording over aaltjes onder sportveldbeheerders. 'Er is nog weinig vraag naar aaltjesonderzoek. Te vaak grijpt men naar extra kalk of stikstof als het gras niet groeit. Maar dat is symptoombestrijding, want als aaltjes de wortels aantasten, helpt dat niet en blijft het gras achter in groei.'


Helicotylenchus

Het aaltjesonderzoek

Om aaltjesschade goed in beeld te krijgen, is gespecialiseerd bodemonderzoek nodig. Normec Robalab is RVA-gecertificeerd specialist in bodemonderzoek om aaltjes goed in beeld te krijgen. 'Wij combineren een microscopische analyse van aaltjes die vrij in de grond leven met een incubatiemethode van veertien dagen of langer, waardoor ook lage of "verborgen" besmettingen van aaltjes die in wortelresten of organisch materiaal zitten, aan het licht komen,' vertelt Swinkels. 'Bij sportvelden worden de monsters door de sportveldbeheerders genomen op 0 tot 30 centimeter diepte, dus precies waar de wortels zich bevinden. Je wilt geen aaltjes over het hoofd zien.'
Het voordeel van deze werkwijze is dat niet alleen het aantal aaltjes wordt vastgesteld, maar ook welke soorten aanwezig zijn. En dat maakt uit: sommige soorten richten nauwelijks schade aan, terwijl andere (zoals het wortellesieaaltje) in lage aantallen al voor flinke problemen kunnen zorgen.


'Je ziet ze niet met het blote oog, maar het effect is desastreus'

Volledig bodembeeld

Volgens hem zouden sportveldbeheerders bij opvallende schadebeelden standaard ook aaltjesonderzoek moeten laten doen. Net zoals bemestingsonderzoeken al redelijk standaard zijn in de sportveldenbranche. Volgens Swinkels is de context rond een onderzoeksrapport belangrijk. 'Enkel een kaal aaltjesrapport over aaltjes zegt niet zoveel. Een combinatie met een bemestingsonderzoek geeft een optimaal inzicht in de situatie. Idealiter combineren wij aaltjesonderzoek met informatie over de perceelgeschiedenis, vochttoestand en organische stof. Zo krijg je een volledig beeld van de bodemgezondheid en kun je gericht sturen. De meeste sportvelden hebben aaltjes in de bodem; dat is normaal. Het gaat erom welke soorten, in welke aantallen en hoe je daar slim mee omgaat. Dan bedoel ik: of je er alles aan doet om de bodem zo gezond mogelijk te maken.'


Pratylenchus penetrans

Beter voorkomen dan genezen

Bij aanleg of renovatie van sportvelden komt nog te vaak voor dat beheerders met te weinig bodeminformatie aan de slag gaan. 'Als je op een zwaar besmet perceel een veld aanlegt, heb je vanaf het begin een achterstand,' stelt Swinkels. 'Soms is het beter om een paar jaar te wachten, de bodem te verbeteren en daarna pas in te zaaien. Dan heb je decennialang plezier van een gezond veld. Want een extra complicatie: aaltjesschade maakt het gras gevoeliger voor andere ziekten, zoals rooddraad of schimmelpluis. Gras dat onder stress staat door wortelschade is gewoon vatbaarder. Dat zie je terug in verhoogd ziektebeeld of slechter herstel na bespeling. Door aaltjes mee te nemen in je bodemonderzoek voorafgaand aan aanleg of renovatie, voorkom je verrassingen én onnodige kosten op de lange termijn. De investering in een aaltjesonderzoek, vaak niet meer dan enkele honderden euro's, weegt niet op tegen jarenlange schade of voortdurende herstelmaatregelen.'


Grasplanten weerbaar maken

Aaltjes volledig voorkomen kun je niet. En als er een, grote, hoeveelheid schadelijke aaltjes wordt ontdekt in een sportveld, is er ook geen quick fix om ervan af te komen. In de akkerbouw wordt vaak een bouwplan toegepast met wisselteelt om de bodem te reinigen van schadelijke aaltjes. Daarbij worden groenbemesters ingezet, zoals afrikaantjes tegen wortellesieaaltjes of bladrammenas tegen bepaalde cystenaaltjes. Maar zo'n aanpak is op sportveldcomplexen niet haalbaar.
Wel kan er op sportvelden worden gewerkt met granulaten of biologische preparaten die het bodemleven versterken en aaltjesdruk helpen verlagen. 'Je kunt een grasmat ook weerbaarder maken met de combinatie van juiste bemesting, goede drainage, optimale zuurgraad en aandacht voor het bodemleven. Hierbij geldt uiteraard dat organische mest of compost meer organische stof in de bodem brengt en het bodemleven stimuleert. Kunstmest werkt snel, maar is vluchtiger. Een duurzame grasmat vraagt om een goede balans.'


Leon Swinkels
Normec Robalab
LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel
bestel tijdschrift
tip de redactie

Dit is een premium artikel

Artikelen op de NWST sites zijn gratis en zullen altijd gratis blijven. Voor de meest recente artikelen heb je een account nodig om verder te lezen.

Klik  hier  om te registeren of in te loggen.


Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
Webshop
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Webshop
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER