| |||||||||||
In de tweede editie van onze rubriek De Stelling komt de volgende bewering aan bod: 'Omdat kunstgrasvezels een belangrijke bron vormen voor de plasticsoep in water, moet de sector vrezen voor een nieuw hoofdpijndossier.' De stelling is gebaseerd op recent Spaans onderzoek. Er is weinig bekend over de verspreiding van kunstgrasvezels in het natuurlijke milieu. In een Spaans onderzoek werd specifiek gezocht naar de aanwezigheid van kunstgrasvezels in rivier- en oceaanwater, als belangrijke kanalen en eindbestemming van plasticafval dat wordt meegevoerd door water. Tot wel 20.000 vezels per dag stroomden er door de rivier, en er werden tot 213.200 vezels per vierkante kilometer aangetroffen op het zeeoppervlak van kustgebieden.
'Nu is de SBR-rubberdiscussie natuurlijk een geheel andere. Daarbij ging het onder meer om 'sentimentsissues' en andere bestuurlijk-politieke discussies, die de uitfasering van SBR bespoedigd hebben. SBR is trouwens sporttechnisch nog steeds een prima bruikbaar product. Maar goed, de ongebreidelde vervuiling van de directe sportomgeving was natuurlijk niet goed en er was niet over nagedacht door de beheerders. Die vinger wees ook naar mij, trouwens ... Nu even over kunstgrasvezels, niet over andere polymere stoffen die in kunst(gras)oppervlakken zitten. Anders kunnen we tartan, tennis, padel en paardenbakken ook wel toevoegen aan het discussielijstje. Het verlies van kunstgrasvezels (niet alleen microplastics) uit kunstgrasvelden is nog grotendeels onbekend terrein. Wel is er onderzoek naar gedaan, onder meer door SportsLab, ESTC en een gedegen Spaans onderzoek in een aquatisch milieu, van 2013-2022. De kunstgrasindustrie is wel een makkelijke prooi, natuurlijk. De vervuiling door microplastics in allerlei toepassingen, van schoonheidsproducten tot tandpasta, zal moeilijker aan te pakken zijn. Het verlies van vezels en delen van kunstgras naar het milieu is zeker niet alleen te wijten aan normale of intensieve gebruiksslijtage. De onderhoudsmethodiek en de leeftijd van het veld spelen ook mee als het gaat om de hoeveelheid vezelverlies in de normale afschrijvingstermijn. Exponentieel Ik denk dat het vezelverlies bij kunstgrasvelden ouder dan zeven jaar exponentieel zal toenemen. Oorzaken hiervoor zijn onder andere het gebruik, te veel borstelen, te lage infillhoogte, uv-invloeden, deformatie van de vezelstructuur en het spontaan loslaten van vezels uit de backing. In 2021 was er in een onderzocht veld van 15 jaar oud nog maar gemiddeld 51,4 mm over van de 60 mm poolhoogte. De vezelafbraak tussen 2019 en 2021 was 4 mm. Bij een poolinzetgewicht van 1600 gram zou dit 616 kg zijn, 205 kg per jaar. Omdat er in de beginjaren minder vezelslijtage plaatsvindt, zal de totale vezelafbraak significant minder zijn. In dit geval was de poolhoogte in 2023 meer dan 8,5 mm gemiddeld minder. Voor de totale levensduur zou dat betekenen dat de mat 1,75 ton vezelmateriaal (van de 12,3 ton) kwijtraakt. De vezelopperhuidslijtage is hierin niet meegenomen. Ik schat dat het vezelverlies dan nog wel 10-15 procent meer kan zijn.'
'De sector (c.q. de BSNC) neemt zijn verantwoordelijkheid in dit vraagstuk, en is al druk doende om te werken aan en te zoeken naar mogelijke oplossingen om de milieubelasting terug te dringen. De sector sluit dus niet de ogen voor dit dossier, maar vindt niet dat er sprake is van een hoofdpijndossier. Rondom de ongewenste effecten van polymere infills ('kunststof- en rubberkorrels') heeft de sector bewezen proactief en innovatief mee te denken en te werken aan het maximaal voorkomen van milieubelasting. Naast adequate maatregelen (zie de BSNC Handreiking Zorgplicht milieu voor kunstgrasvelden) wordt nu ook gewerkt aan alternatieven, zoals nonfill- en minerale infillsystemen, want over acht jaar zijn polymere infillmaterialen verboden. Ook kijkt de sector naar de effecten van het slijten van kunststofvezels. Een kunststofvezel slijt, net als andere producten, en laat minuscule restdeeltjes achter. De sector is druk bezig om te onderzoeken wat de mate van slijtage is en wat het effect op slijtage is van het type, de vorm en de hardheid van de vezel. Ook wordt er veel tijd en geld geïnvesteerd in alternatieven voor kunststofvezels, zoals biobased materialen, om duurzame kunstgrassportvelden te kunnen maken. Beschuldigende vinger Anderzijds is de vraag gerechtvaardigd in welke mate specifiek sportveldvezels bijdragen aan de plasticsoep in het water, zeker in relatie tot andere bronnen van slijtage en afval. Denk aan petflessen, plasticzakjes en ander plastic verpakkingsmateriaal, maar ook aan slijtage van kleding, schoenen, autobanden enzovoort. Niet onvermeld mag blijven dat sporten en bewegen een grote bijdrage leveren aan een gezonde leefstijl en het welzijn van mensen. Helaas zijn er niet altijd mogelijkheden of ruimte om dit op grassportvelden te beoefenen. We hebben op dit moment kunstgrasvelden nodig als sterke en zwaarder te belasten sportvloeren. Laten we daarom waken voor paniekvoetbal en niet te snel met de beschuldigende vinger wijzen. De sector zet maximaal in op een balans tussen kunstgras voor sporten en bewegen enerzijds en duurzaamheid en beperking van de milieubelasting anderzijds.'
'Een recent onderzoek van de Universiteit van Barcelona heeft aangetoond hoe belangrijk het is dat kunstgras wordt onderhouden en vervangen in overeenstemming met de richtlijnen. Onze sector wil zich wil hierop richten door de normen en het bewustzijn te verbeteren. We beseffen dat we microplasticvervuiling zo veel mogelijk moeten voorkomen, maar we moeten ook pragmatisch zijn. Net als bij veel andere door de mens gemaakte producten, van kleding tot autobanden, kan er na verloop van tijd degradatie optreden door gebruik van het product. De impact hiervan kan echter aanzienlijk worden verkleind door het door de fabrikant aanbevolen onderhoudsregime te volgen en het oppervlak af te voeren in overeenstemming met de Kaderrichtlijn Afval wanneer het niet langer geschikt is voor het beoogde doel. Periode van transitie Net als een aantal andere sectoren bevindt de kunstgrasindustrie zich in een periode van transitie naar duurzamere producten en praktijken. Sinds de eerste velden werden aangelegd, zijn er aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd in de kwaliteit van de vezels die worden gebruikt voor de productie van kunstgras. Dit heeft nu al een enorm positieve impact op de duurzaamheid van moderne velden. Door managers van kunstgrasfaciliteiten aan te moedigen om een zorgvuldige aanpak te volgen bij het onderhoud en de verwijdering, kunnen we ervoor zorgen dat deze producten blijvend een positieve impact hebben op de volksgezondheid, én op de toegang tot sport en spel, waarvoor ze uiteindelijk zijn ontworpen.'
Tip de redactie |
|