Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Pesticidenvrij beheer in de praktijk

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ernst Bos, woensdag 19 mei 2021
379 sec


Sinds de eerste aankondiging, in september 2013, heeft de sector zich kunnen voorbereiden op pesticidenvrij beheer van sportgrasvelden. De Green Deal Sportvelden gaf een impuls aan het verbeteren van mechanische onkruidbestrijding. Biologische plaagbestrijding is inmiddels de norm. De vervolgstap is de implementatie van integrated pest management (IPM). Maar zijn we inmiddels klaar voor een algeheel verbod in 2023? Hoewel hun aanpak verschilt, stemmen de ervaringen van enkele doorgewinterde sportveldbeheerders hoopvol.

Ernst Bos
Ernst Bos

Joop Schinkel, de Buch, Castricum
'We onderhouden de velden behoorlijk intensief met ons eigen machinepark. Alle velden zijn voorzien van automatische pop-upsproeiers. Verspreid over het groeiseizoen wiedeggen we elk veld wel een keer of zes en bij het groot onderhoud verticuteren we ook nog eens intensief. Verder vertidrainen we minimaal tweejaarlijks en zaaien we ook elk jaar twee keer door. De trainingsvelden en het renovatieveld gaan er in april uit. Na het groot onderhoud hebben we soms last van hanenpoten op een paar velden. Die wieden we handmatig. Als proef hebben we één veld in 2020 het hele seizoen gemaaid met een robotmaaier. Dit jaar hebben we er zes bijgekocht. Door de hogere maaifrequentie verwachten we een dichtere grasmat, waarin onkruiden minder kans krijgen.
Op enkele trainingsvelden en een gerenoveerd veld hebben we stevige problemen met weegbree, varkensgras en kleine varkenskers. In sommige delen bezetten deze soorten wel 30 procent van de oppervlakte. We willen het eigenlijk niet, maar hier vonden we spuiten toch onvermijdelijk. Het zaad lijkt vooral afkomstig uit aangekochte grond. Daarom gebruiken voor het dressen zoveel mogelijk complex-eigen grond. Voor de velden met een hoge onkruiddruk overwegen we om gestoomde dressgrond te gebruiken. Dit is vrij van onkruiden, ziekten en plagen. Kleinere (speel)schade kun je hier zonder problemen mee herstellen. Voor grotere oppervlaktes zou je een bodemverbeteraar als Vivimus kunnen toevoegen, om het gebrek aan bodemleven in gestoomde grond te compenseren.'


Gerard Verweijen, Ataro, Zevenaar
'In Zevenaar maaien we bijna alle velden met robotmaaiers op 25 tot 27mm. Als het erg heet en droog is, maaien we iets hoger. In de praktijk worden alle velden bijna dagelijks gemaaid. Door de zeer fijne grassnippers gaat de omzetting heel vlot en is er vrijwel geen viltvorming. Omdat de voedingstoffen weer snel beschikbaar komen, strooien we per veld nog maar 50 à 70 kg stikstof per jaar.
Het intensieve maairegime zorgt voor een zeer dichte grasmat, waarin onkruiden weinig kans krijgen. De meeste soorten kunnen er niet tegen om zo vaak afgemaaid te worden; de rest krijgt te weinig licht om te groeien. In kaal gespeelde plekken komt nog weleens een paardenbloem of een grote weegbree op, maar deze verdwijnen grotendeels vanzelf weer. Het maaien met robotmaaiers maakt ook de wortels sterker. Dat is erg belangrijk bij hitte en droogte, omdat we in Zevenaar geen automatische beregening hebben. Alle velden worden nog met haspels beregend.
Om wat ruimte in de grasmat te houden, wiedeggen we de velden wel zes à zeven keer per jaar. Bovendien verticuteren we ze nog een keer stevig bij het groot onderhoud. Het groot onderhoud is overigens altijd maatwerk. We doen alleen de delen die nodig zijn, dus niet per definitie het hele veld. Vanaf april worden de traingingen verplaatst naar de wedstrijdvelden, zodat we al heel vroeg in het seizoen kunnen beginnen met het groot onderhoud van de trainingsvelden. Die worden intensief gewiedegd, geverticuteerd, ingezaaid, bemest en geschudfreesd, voordat de robotmaaiers er weer op komen. Omdat de velden in Zevenaar op kleigrond liggen, is jaarlijks bezanden noodzakelijk om vervetting tegen te gaan. Daarbovenop brengen we elke vijf jaar extra zand in de toplaag door ijscovertidrainen.'


Coen Janssen, gemeente Maastricht
'Maastricht heeft het onderhoud van de 30 natuurgrasvelden grotendeels uitbesteed aan een aannemer. De gemeente heeft zelf maar een beperkt machinepark. Er wordt gewerkt met een meerjarenonderhoudsplan, maar er is voldoende ruimte voor maatwerk. Zelf zitten we erbovenop en de aannemer handelt snel als het nodig is. We monitoren de velden regelmatig en steken daarbij ook de schop in de grond om te kijken hoe het gaat met de beworteling en de toplaag.
In vergelijking met eerder besteden we veel meer aandacht aan het beluchten. Vanwege het hoge leemgehalte in onze velden beluchten we vaker met de vertidrain en de schudfrees en snijden we de grasmat met de Topair. Ook verticuteren we gemiddeld twee keer per jaar en wiedeggen we de velden drie à vier keer per jaar, of vaker als het nodig is. Op alle velden is automatische beregening aanwezig, maar die wordt niet vaker gebruikt dan strikt noodzakelijk. Dat bepalen we zelf, ook al vinden de clubs vaak dat we erg lang wachten.
Wat het groot onderhoud betreft, bepalen we voor elk veld samen met de aannemer wat er moet gebeuren. Als een geplande renovatie nog niet urgent is, passen we het plan aan. De fieldtopmaker gebruiken we selectief. In 2020 hebben we twee velden met veel weegbree en hanenpoot gescalpeerd en daarna opnieuw ingezaaid. Dat heeft goed gewerkt. Al met al liggen de velden er een stuk beter bij dan in het verleden.
In 2019 hebben we voor het laatst tegen onkruiden gespoten. Met het huidige onderhoud leveren onkruiden weinig problemen op. Afgelopen jaar hebben we op een veld een proef gedaan met een robotonkruidwieder, maar dat is een te dure oplossing als het onkruid zich vrijwel beperkt tot de uitloopstrook. We proberen de grasmat goed gesloten te houden en zaaien daarom alle velden al vroeg in het jaar door. Het groot onderhoud van de trainingsvelden begint bij ons al medio april.
Ook de maaihoogte van 35 mm helpt om onkruid te weren, evenals de bepaling in het bestek dat het gras niet langer mag worden dan 55 à 60 mm. Een enkele keer komt de aannemer wel drie of zelfs vier keer per week maaien. Op het moment zijn we aan het overschakelen van minerale naar meer organische meststoffen. Dat doen we geleidelijk, maar het helpt om de groeipieken verder af te vlakken.'


Johan Jutten, gemeente Meppel
'In Meppel hebben we in 2016/2017 voor het laatst tegen onkruiden gespoten. In die periode zijn we op alle velden overgeschakeld van minerale naar 100 procent organische meststoffen. De omschakeling zorgde voor stress bij het gras en daardoor voor meer onkruidgroei. Hoewel de meststoffen vrij prijzig zijn en we in het begin extra moesten strooien, hebben we wel doorgezet. De bodem is nu op orde en de onkruidgroei op de wedstrijdvelden is nu zeer beperkt. Daar zijn we erg tevreden over. Op basis van grondonderzoek maken we samen met de leverancier per veld een bemestingsplan met drie giften per jaar. We strooien zoveel mogelijk vlak voor een weersomslag, zodat de meststoffen direct actief worden.
Bij gebruik van organische meststoffen is een gezond, stabiel bodemleven essentieel. Dit vraagt voldoende lucht en minimaal 3,5 procent organische stof. Voor onze sportvelden is dit de streefwaarde, maar sommige velden hebben iets meer organische stof nodig. De luchttoevoer voor graswortels en bodemleven bereiken we het liefst met een goede bodemstructuur; we beluchten alleen als het nodig is. Dat bepalen we per veld met de penetrometer. Zolang de indringingsweerstand tot 15 cm niet hoger wordt dan ca. 20 bar, is beluchten niet nodig. Dieper in de bodem mogen de waarden wel iets oplopen.
Op de trainingsvelden groeien op de minder bespeelde plekken wat meer onkruiden. Bij enkele trainingsvelden hebben we ballenvangers aan de lange zijde geplaatst, zodat de velden overdwars ook gebruikt kunnen worden. Het bestrijden van onkruiden doen we handmatige met Fiskars-onkruidtrekkers. Hiermee kun je ook penwortels vrijwel volledig uit de grond trekken zonder bukken en met weinig schade aan de grasmat. Door regelmatig speelschade en schade door mollen te herstellen, proberen we de vestiging van onkruiden te voorkomen.
Afgelopen augustus en september hadden we aanzienlijke schade door engerlingen van de sallandkever. De schade was vrij groot omdat de engerlingen vooral aan de wortels dicht onder het oppervlak vraten. Vanwege de droogte in de zomer hebben we de velden regelmatig beregend. Ik denk dat dieper in de toplaag de grond te droog was. We hebben de engerlingen bestreden door met een aangepaste doorzaaimachine aaltjes in de grond te brengen. Omdat ik aan het begin van de competitie niet zo blij ben met de 2 cm diepe gleuven in de grasmat, wil ik de volgende keer een spaakwielbemester gebruiken.'


Michael Dekker, gemeente Stadskanaal
'In Stadskanaal beheren we de sportvelden al ruim tien jaar chemievrij en dat levert weinig problemen op. In 2009 zijn we gestopt met vergif spuiten, toen we overstapten op organische meststoffen. Dat hoort niet bij elkaar. Tegelijk zijn we begonnen met het vaker beluchten van de velden voor een gezonde bodem en goede wortelgroei. Sinds een jaar of vijf zaaien we de velden bovendien zo vroeg mogelijk na de winter door, al tijdens de competitie, als de tempartuursom hoog genoeg is. Met de gangbare SV7- en SV8-mengsels en soms RPR krijgen we de grasmat weer snel gesloten, waardoor we weinig last hebben van onkruiden.
De velden zullen nooit 100 procent onkruidvrij worden. Hier en daar groeit wel een witte klaver of een weegbree, maar het is goed beheersbaar en niemand stoort zich eraan. Wel lijkt het of we sinds de omschakeling wat meer last hebben van engerlingen en emelten. Ad van Bruggen van Biocontrole helpt ons met de monitoring en de bestrijding met nematoden als het nodig is.
Alle onderhoud in Stadskanaal wordt uitgevoerd door een vaste aannemer, maar ik bepaal zelf per veld wat er moet gebeuren. Tegen het eind van de competitie ga ik alle velden langs om een lijstje te maken van noodzakelijke werkzaamheden. Voorheen stak ik hierbij regelmatig de schop in de grond. Daar heb ik steeds minder tijd voor, maar het is ook minder nodig. We hebben weinig problemen. Wat erg helpt, zijn de goede contacten met de verenigingen. In overleg lukt het om de meeste trainingen in het voorjaar te verplaatsen naar de wedstrijdvelden, waardoor we de trainingsvelden al in april kunnen aanpakken. Je profiteert dan van een langere rustperiode en de gunstige periode in het groeiseizoen, waardoor de grasmat sterker de zomer in gaat en onkruiden minder kans krijgen.'


Deze beheerders hebben er vertrouwen in dat goede grassportvelden haalbaar zijn zonder de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Engerlingen en emelten blijven lastig, maar zijn met de huidige biologische methoden behoorlijk effectief te bestrijden. Onkruiden en grasziekten blijken door een combinatie van preventie en mechanische bestrijding goed beheersbaar. Hoewel ze het onderhoud op hun eigen manier aanpakken, komen belangrijke punten uit de 'Handreiking Pesticidenvrij Sportgrasbeheer' steeds terug:
  • Een gesloten, maar niet te dichte grasmat met sportveldgrassen in het voorjaar geeft onkruiden weinig kans. Vroeg doorzaaien helpt daarbij, maar het gras moet vooral gezond groeien en vaak genoeg gemaaid worden.
  • Een goede luchthuishouding is essentieel voor de wortelontwikkeling en een gezonde bodem. Het maakt de grasmat sterker en weerbaarder tegen droogte, hitte en ziekten. Bij gebruik van organische meststoffen is het belang van voldoende lucht nog groter.
  • Verstandig beregenen is een belangrijke sleutel voor een sterke, weerbare grasmat.
  • Gespreid bespelen geeft onkruiden en straatgras minder kans. Overdwars bespelen en in het voorjaar trainen op wedstrijdvelden helpt. Zo kan het herstel van trainingsvelden vroeger beginnen, waardoor ze langer rust krijgen en minder kwetsbaar zijn voor hitte en droogte.
  • Maatwerk per veld of zelfs binnen een veld, afgestemd op de veld- en weersomstandigheden, geeft het beste resultaat. Dit vereist deskundigheid, tijd en betrokkenheid van de beheerder, evenals flexibiliteit in de planning.
  • Een goede relatie met de clubs is waardevol, zeker als vrijwilligers een rol in het onderhoud vervullen.

    De auteur, Ernst Bos, is adviseur cultuurtechniek, sport en golf en docent bij Praktijkcentrum Sport & Golf.

    Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

    REACTIES
    Er zijn nog geen reacties.

    download artikel

    Tip de redactie

  • Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
    AGENDA
    Groentechniek Holland 2024
    woensdag 11 september 2024
    t/m zaterdag 14 september 2024
    Drie gratis masterclasses 'Grip op de Grasmat'
    dinsdag 17 september 2024
    t/m woensdag 2 oktober 2024
    Expertdag Duurzaam Gras 2024
    dinsdag 1 oktober 2024
    Nationale Sportvakbeurs
    woensdag 6 november 2024
    Dertiende editie Nationale Sport Vakbeurs
    woensdag 6 november 2024
    t/m woensdag 6 november 2024

    ONDERDELEN
    Archief
    Dossiers
    GIP
    OVER ONS
    Over ons
    Duurzaamheid & NWST
    Contact
    Het team
    ADVERTEREN EN ABONNEREN
    Fysiek abonnement
    Digitaal abonnement
    Abonneren nieuwsbrief
    Adverteren
    Verschijningsdata
    MEER
    Redactionele spelregels
    Algemene voorwaarden
    Disclaimer
    Privacy
    Cookies
    ONDERDELEN
    OVER ONS
    ADVERTEREN EN ABONNEREN
    MEER