Debat over polymerische infills nadert ontknoping |
|
|
|
Guy Oldenkotte,
woensdag 30 december 2020 |
|
| 428 sec |
ECHA stuurt advies naar Europese Commissie
Vanaf januari 2021 buigt de Europese Commissie zich over de vraag of er nog toekomst is voor rubber en plastic infills voor kunstgras. Wat gaat dat voor u betekenen?
|
De Europese Commissie (EC) heeft de ambitie om de milieuvervuiling door microplastics nog vóór 2040 met ten minste 400.000 ton te verminderen. Daarom gaf ze het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in 2018 opdracht om te onderzoeken wat de consequenties zouden zijn wanneer ze de verkoop van minuscule plastic deeltjes die toegevoegd worden aan producten zou verbieden. Aanvankelijk lag de focus vooral op het gebruik van microplastics in producten zoals shampoo, tandpasta en verf: toepassingen waarbij de microplastics eenvoudig hun weg naar het milieu of de maag van mens en dier kunnen vinden. Rubber en plastic infill voor derdegeneratie-kunstgrasvelden vallen echter ook binnen de gehanteerde definitie voor een microplastic, maar het duurde lang voordat dat kwartje ook bij de kunstgrasindustrie viel. Op dat moment had het ECHA al het standpunt geformuleerd dat de ongeveer 21.000 kunstgrasvoetbalvelden en 72.000 trapveldjes die Europa rijk is, jaarlijks verantwoordelijk zijn voor 16.000 ton aan microplasticvervuiling. Met dat in het achterhoofd deed het ECHA onderzoek, waarvan de resultaten nog voor het einde van dit jaar aan de EC gepresenteerd zullen worden. U begrijpt dat alleen al een verbod op de verkoop van polymerische infill voor kunstgrasvelden de EC enorm kan helpen bij het bereiken van haar doelstelling.
| Stefan Diderich |
|
|
Stefan Diderich van de EMEA Synthetic Turf Council (ESTC), de vereniging voor de kunstgrasindustrie in Afrika, het Midden-Oosten en Europa, verwacht dat het ECHA twee opties zal presenteren. 'De eerste optie is om die verkoop daadwerkelijk te verbieden. De markt en industrie krijgen dan zes jaar de tijd om zich daarop voor te bereiden. In dat geval gaat het verbod op de verkoop van infill waarschijnlijk vanaf 2028 in. Dat besluit zal geen invloed hebben op infill die al in velden ligt of op de voorraad die bij de eigenaar van dat veld aanwezig is. Die infill kan worden gebruikt totdat de voorraad verbruikt is. De tweede optie is om de verkoop te blijven tolereren, maar wel op voorwaarde dat kunstgrasvelden voortaan worden voorzien van maatregelen die de verspreiding van infill naar de omgeving moeten minimaliseren. Het effect van dat besluit zou dan om de vijf jaar opnieuw worden getoetst.'
Maatregelen
Aan maatregelen om die verspreiding te voorkomen, ontbreekt het niet. 'Je kunt dan denken aan kantplanken langs het veld, uitlooproosters bij de verschillende in- en uitgangen van velden, kleedkamers en de kantine, maar ook aan filtersystemen op plaatsen waar het regenwater het riool in wordt geleid', zegt Marcel Bouwmeester van de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG). De gangbaarste methodes zijn inmiddels opgenomen in de Europese norm CEN/TR 17519: Guidance on how to minimize infill dispersion into the environment. Veel van de informatie in dat document kunt u ook vinden in de nieuwste editie van Fifa's handboek voor testmethodes. Behalve het nemen van maatregelen is het ook belangrijk dat er een mentaliteitsverandering komt. 'Vooral het onderhoudspersoneel moet zich ervan bewust zijn dat zij een rol kunnen spelen in het voorkomen van die verspreiding.' Als voorbeeld noemt Bouwmeester het principe om vanaf de buitenkant van het veld naar binnen toe te werken, wanneer er met machines of apparatuur op een derdegeneratie-kunstgrasveld wordt gewerkt. Volgens Stefan Diderich kan er nog veel meer worden bereikt. 'Dit is slechts een fractie van de 7 mg/m2 die het ECHA bereid is te accepteren als kunstgrasvelden worden voorzien van maatregelen die die verspreiding minimaliseren. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat onderhoudsmateriaal zoals machines en borstels een grote rol spelen bij de verspreiding van infill. Vandaar dat ons advies is om deze goed te inspecteren voordat ze het veld verlaten.'
| Marcel Bouwmeester |
|
|
Zorgplicht
De voorzitter van de werkgroep Zorgplicht van de branchevereniging BSNC, Ulbert Hofstra, merkt op dat een investering in maatregelen niet vrijblijvend is. 'De zorgplicht legt de verplichting op om te voorkomen dat men de omgeving verontreinigt.' De zorgplicht is al jaren verankerd in de wet, maar dat besef lijkt bij veel gemeenten pas sinds kort door te dringen. 'Het is nu eenmaal zo dat er eerst een confrontatie in de praktijk nodig is voordat men dat beseft. Wel denk ik dat de zorgplicht steeds beter wordt begrepen', voegt hij daaraan toe. Barry Meruma van Habitat advocaten wijst erop dat 'dé zorgplicht' niet bestaat: 'Afhankelijk van de toepasselijke wettelijke kaders gelden verschillende concrete voorschriften, en daarnaast zorgplichtbepalingen in diverse wetten als vangnet. De verschillende zorgplichten hebben dus een verschillend bereik. Handhaving door de overheid van zorgplichtbepalingen is moeilijk. Artikel 13 van de Wet bodembescherming is concreet handhaafbaar, maar bijvoorbeeld artikel 1.1 van de Wet milieubeheer weer niet of nauwelijks. Is de bodem goed afgeschermd, dan is artikel 13 van de Wet bodembescherming niet van toepassing. Het is dus best complex.' De zorgplicht zoals die wordt aangehaald in artikel 13 van de Wet bodembescherming stelt dat 'een ieder die op of in de bodem handelingen verricht en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken'. Ook in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer en artikel 7 van het Besluit bodemkwaliteit is er sprake van een zorgplicht. Advocaat Simone Smit en collega Hilde Wagemaker van Schenkeveld Advocaten merken op dat de zorgplicht op iedereen van toepassing is. 'Van een ieder, met uitzondering van jonge kinderen, kan worden gezegd dat hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door het verplaatsen van rubbergranulaatkorrels van een kunstgrasveld naar de omringende bodem deze bodem kan worden verontreinigd of aangetast. Van de eigenaar of beheerder van de sportvelden of van de sportclub kan worden verwacht dat die bepaalde maatregelen treft. Zij zijn in eerste instantie degenen die een kunstgrasveld hebben laten aanleggen en hierbij bepaalde materialen hebben laten gebruiken die verontreinigend zijn voor de bodem. De eigenaar en sportclub moeten hierbij bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om deze verontreiniging te voorkomen en zo nodig te beperken of ongedaan te maken.'
|
De Zorgplicht legt de verplichting op om te voorkomen dat men de omgeving verontreinigt
| |
|
Om alles enigszins inzichtelijk te maken, heeft de BSNC samen met de VSG hierover al een document samengesteld. 'Maar dat zijn we momenteel aan het bijwerken. We verwachten dat die bijgewerkte versie begin 2021 wordt gepubliceerd', merkt Ulbert Hofstra op. In tegenstelling tot het eerdergenoemde CEN-document is dit document specifiek voor de Nederlandse markt en situatie geschreven. 'Dat maakt het een must-read voor beheerders van sportaccommodaties in Nederland', benadrukt Marcel Bouwmeester.
Grote gevolgen
Het valt sterk aan te raden om kennis te nemen van dat zorgplichtdocument. De jurisprudentie is inmiddels namelijk duidelijk. Eind 2019 besloot de rechtbank in Rotterdam om het sportbedrijf van de gemeente Enschede een boete van 10.000 euro op te leggen, waarvan de helft voorwaardelijk gedurende een proeftijd van twee jaar. 'Het overtreden van artikel 13 Wbb is een economisch delict. In de genoemde uitspraak van de rechtbank Rotterdam is Sportaal, de beheerder van de sportvelden, strafrechtelijk veroordeeld omdat is gehandeld in strijd met de rustende zorgplicht van artikel 13 Wbb. De beheerder heeft volgens de uitspraak opzettelijk niet alle maatregelen genomen die redelijkerwijs van hem konden worden gevergd om de verontreiniging te voorkomen, en toen die verontreiniging zich voordeed, de verontreiniging en de directe gevolgen daarvan te beperken en/of zoveel mogelijk ongedaan te maken. Dit alles terwijl hij wist/redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door het exploiteren van twee kunstgrasvelden waarbij als nevengevolg rubbergranulaatkorrels op of in de bodem kunnen komen, de bodem kon worden verontreinigd', zo licht Simone Smit toe. 'Van een strafrechtelijke overtreding kan mogelijk ook bij andere beheerders of sportclubs sprake zijn. Het lijkt lastiger te zijn om individuele sporters of ouders strafrechtelijk aan te spreken. In de uitspraak was de beheerder meerdere malen door de gemeente aangesproken dat hij meer maatregelen moest nemen om de vervuiling te voorkomen en de beheerder heeft dit onvoldoende gedaan. Dit opzettelijk onvoldoende maatregelen nemen is wat de beheerder uiteindelijk wordt verweten.' Smit wijst erop dat de overheid ook eventuele onderzoeks- en saneringskosten op de eigenaar kan verhalen. 'Artikel 75 Wbb stelt dat de Staat de ten laste van het Rijk komende kosten van onderzoek van onderzoeksgevallen en van saneringsonderzoek en sanering van gevallen van ernstige verontreiniging kan verhalen op degene door wiens onrechtmatige daad de verontreiniging of de aantasting van de bodem is veroorzaakt en die aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan. De schade die is ontstaan door de bodemverontreiniging bestaat dan uit bodemonderzoek, saneringsonderzoek en sanering van de bodem. De schade die bestaat uit het saneringsonderzoek en de sanering is alleen van toepassing als er sprake is van ernstige verontreiniging van de bodem.' Of in dit geval sprake is van ernstige bodemverontreiniging door de rubbergranulaatkorrels, valt te betwijfelen. Het RIVM heeft beoordeeld dat de rubbergranulaatkorrels schadelijke effecten hebben op de bodem, maar wel in beperkte mate.
| Gerard Nijhoving |
|
|
Kansen voor duurzame ontwikkeling
De ambities van de Europese Commissie bieden natuurlijk kansen voor nieuwe ontwikkelingen. Inmiddels wordt er al een paar jaar met infill-loze kunstgrasvelden geëxperimenteerd, maar de meningen over deze velden zijn verdeeld. Fifa is tot de conclusie gekomen dat de bestaande testmethodes niet helemaal geschikt zijn om de performance van dit soort velden te verifiëren. Daarom heeft de bond een werkgroep gevormd die dit probleem nader gaat bekijken. Een oplossing die op korte termijn effect zou kunnen sorteren, is de omarming van biologisch afbreekbare infills. 'Onze Greenfill-infill is niet alleen composteerbaar, maar ook biologisch afbreekbaar in de bodem. Het voldoet aan ISO 17556, die stelt dat de infill binnen twee jaar op natuurlijke wijze moet zijn afgebroken', stelt Gerard Nijhoving van Senbis Polymer Innovations. Die afbraaksnelheid wordt beïnvloed door de hoeveelheid schimmels en bacteriën in de bodem. 'Aangezien die veel minder actief zijn op plastic kunstgrasvelden, verwachten we dat deze infill zijn sporttechnische prestaties behoudt tijdens de levensduur van het kunstgrasveld.' Net als alle andere producten is ook Greenfill eerst door Kiwa ISA Sport gekeurd, voordat het werd toegelaten tot de sportvloerenlijst. Nijhoving noemt de infill een 'taai' product. 'Het is net zo zacht als rubber en heeft de vorm van een rugbybal. De zachtheid zorgt voor een aangenamere slidingservaring en een goede demping, terwijl de vorm voorkomt dat je het gevoel hebt alsof je op een knikkerbak staat.'
Hoewel zijn Greenfill dus een antwoord moet bieden op milieuvervuiling door microplastics, is Nijhovings advies om velden met Greenfill toch te voorzien van maatregelen die de infill in het veld houden. 'Voorkomen is beter dan genezen. Infill is een kostbare investering; die wil je zo lang mogelijk in het veld houden.' Ulbert Hofstra gaat zelfs nog een stapje verder: 'Ook de verspreiding naar het milieu van alternatieve infills, zoals kurk, kokos of biologisch afbreekbare infills, wordt beschouwd als onwenselijk.' Hofstra heeft nog een extra argument om altijd maatregelen te treffen die de verspreiding van materialen vanaf een kunstgrasveld moeten keren: 'We moeten niet vergeten dat ook vervuiling door vezelslijtage ongewenst is.' Hoewel de EC zich momenteel alleen richt op milieuvervuiling door toevoegde microplastics, ligt het in de lijn der verwachting dat ze zich in de toekomst ook in milieuvervuiling als gevolg van vezelslijtage zal verdiepen. Onlangs werd bekend dat het ECHA de definitie daarvoor inmiddels heeft gedefinieerd. Een toekomstig onderzoek zou zich dan kunnen richten op vrijkomende deeltjes door slijtage tijdens het gebruik van kunstgras én bij de verwijdering van een afgeschreven veld.
| Ook onderhoudsmachines veroorzaken verspreiding van infill tot buiten het veld. |
|
|
Het proces
De EC heeft ruimte om af te wijken van de twee opties die het ECHA biedt. Dat kan als de Commissie van mening is dat meer onderzoek noodzakelijk is, of als ze tijdens het politieke besluitvormingsproces met de lidstaten een ander compromis bereikt. Toch wordt verwacht dat de EC zich zal committeren aan één van de twee door het ECHA geboden opties. Om een definitief besluit te kunnen nemen, dient dan wel ten minste 55 procent van de lidstaten het voorstel te accepteren. Die 55 procent moet dan ook nog eens 65 procent van de Europese bevolking vertegenwoordigen. De verwachting is dat de Europese Commissie eind 2021 een besluit zal nemen. Hoe u het ook wendt of keert, milieuvervuiling door microplastics van kunstgrasvelden wordt niet langer getolereerd. 'Ook als de Europese Commissie het gebruik van rubbergranulaatkorrels beperkt toestaat, doet dat geen afbreuk aan de zorgplicht van artikel 13 Wbb. Ook in deze situatie blijft een ieder verplicht om maatregelen te nemen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem, of bij een verontreiniging van de bodem maatregelen te nemen om de gevolgen daarvan te beperken of ongedaan te maken', zo merkt advocaat Simone Smit op. De methodes om verspreiding van microplastics vanaf kunstgrasvelden te minimaliseren, zijn inmiddels voorhanden. Het enige wat dan nog rest, is om deze hoe dan ook te implementeren.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Ewoud van de Wetering
Sunday 3 January 2021 |
|
"een ieder die op of in de bodem handelingen verricht en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen".
Dat geldt dus ook voor alle chemie die nu nog steeds gebruikt wordt om kunstgrasvelden en -banen te reinigen.
Dit zijn biociden, zout, waterstofperoxide en enzymreinigers. Al deze middelen bevatten chemische verbindingen, chemisch werkzame stoffen, en komen via het drainagesysteem snel in het oppervlakte- en bodemwater terecht. Veld schoon, sloot dood. Vraag uw waterschap. Dit is niet toegestaan. Tijd om nu uw verantwoordelijkheid te nemen. En anders niet meer beweren dat uw velden chemievrij worden onderhouden. |
|
|
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|