Column van de hoofdredacteur: Acceptatie |
|
|
|
|
| 86 sec |
Ik hoorde gister op de radio een commentator over de Nederlandse gezondheidzorg spreken. Het ging over het verschil tussen genezen en acceptatie en de overdreven gewoonte van Nederland en Nederlanders om overal maar over te klagen. Ik hoorde dat aan en dacht: dit gaat ook op voor de sportsector.
Als je in de media berichten leest over de gezondheid, lijkt het altijd armoe troef te zijn. Verplegers en dokters zouden op hun laatste benen lopen en de Nederlandse gezondheidzorg zou op sterven na dood zijn. Hoe anders zijn mijn eigen ervaringen van de afgelopen jaren. Wat ik heb meegemaakt, is totaal het tegenovergestelde en eigenlijk alleen maar positief. Werkers in de gezondheidszorg zijn enorm professioneel bezig en leveren in 99,9 procent van de gevallen een fantastisch product. Een heel ander beeld dan wat je uit de media meekrijgt.
|
En als er eens iets tegenzit: accepteer dat niet alles altijd honderd procent kan zijn
| |
|
Hetzelfde is natuurlijk aan de hand in onze sportsector en helaas doen we daar allemaal aan mee. Klagen over sport en sportconstructies is natuurlijk ook een verdienmodel. Je klaagt over kunstgras in de hoop dat je meer natuurgras kunt aanleggen, meer graszaad, maaiers of meststoffen kunt leveren of - in mijn geval - meer vakbladen mag verkopen. We maken ons overigens ook schuldig aan het tegenovergestelde. We klagen over natuurgras in de hoop en verwachting dat de markt kiest voor andere velden. Niemand is helaas vrij van een dubbele agenda.
|
Ik moet altijd denken aan de verhalen van mijn schoonvader Grad, die een uur voor de wedstrijd de koeienflatsen uit de wei moest halen
| |
|
Maar wat is nu de echte situatie? Zelfs op het meest beroerde Nederlandse kunst- of natuurgrasveld wordt iedere zaterdag of zondag gewoon gespeeld en is de situatie nog steeds duizend keer beter dan in veel andere landen. Ook hier scoren Nederlandse professionals een waardering van minimaal 99,99 procent. Ik moet altijd denken aan de verhalen van mijn schoonvader Grad, die een uur voor de wedstrijd de koeienflatsen uit de wei moest halen. Ook dat was een vorm van fieldmanagement. Tegelijk is het natuurlijk heel goed dat wij streven naar beter en mooier, maar laten wij het Nederlandse publiek alstublieft niet proberen te verkopen dat de situatie onhoudbaar is. Deze uitgave van Fieldmanager ligt zo rond de kerst bij u op de deurmat. Dat is bij uitstek een moment dat we onszelf een klopje op de schouders mogen geven en zeggen dat we het zo slecht nog niet doen. En als er eens iets tegenzit: accepteer dat niet alles altijd honderd procent kan zijn.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|