Adviseurs eensgezind: verenigingen hebben te weinig kennis over kunstgrasonderhoud |
|
|
|
Nino Stuivenberg,
donderdag 2 mei 2019 |
|
| 283 sec |
Achterstallig onderhoud leidt nog vaak tot kortere levensduur van kunstgrasmat
Zo'n tien jaar geleden leefde bij veel voetbalverenigingen nog de mythe dat kunstgrasvelden onderhoudsvrij zijn. Hoewel die fabel inmiddels de wereld uit is, hebben de verenigingen nog onvoldoende kennis over het onderhoud van een kunstgrasveld. Dat is een probleem, want onderhoud is juist een taak die bij de verenigingen neergelegd wordt. We spraken erover met drie adviesbureaus.
|
Bij renovaties van kunstgrasvoetbalvelden is een trend te zien: de matten worden eerder vervangen dan oorspronkelijk de bedoeling was. De beloofde levensduur van bijvoorbeeld twaalf jaar blijkt in veel gevallen te hoog gegrepen, waardoor het veld al na tien jaar aan vervanging toe kan zijn. Het gevolg: een flinke kostenpost voor de betreffende gemeente. Hoewel er niet één oorzaak aan te wijzen is voor deze trend, speelt het onderhoud van de kunstgrasvelden wel een rol. Gemeenten privatiseren sportaccommodaties steeds vaker; de verenigingen knappen het onderhoud dan zelf op. Een goedkope oplossing, maar ook een die op de lange termijn geld kan kosten. Een kunstgrasmat haalt immers alleen de voorgeschreven levensduur bij het juiste onderhoud, en daar slagen verenigingen vaak niet in.
| Mark de Jong, Malsen Sport en Civiel |
|
|
Apk-keuring
De vraag is dus hoe we voetbalverenigingen kunnen helpen bij kunstgrasonderhoud. Iedere partij in de markt heeft daar een eigen oplossing voor, zo blijkt wel als we een rondgang maken langs de adviesbureaus Malsen Sport en Civiel, Gras Advies en Adviesburo R.I.E.T. Zo introduceerde Malsen onlangs een zogenaamde apk-keuring voor kunstgrasvelden: een jaarlijkse check van voetbalvelden van een opdrachtgever. 'Wij zijn vaak betrokken bij de aanleg van kunstgrasvelden, maar het kwam voor dat je die velden daarna jaren niet meer zag', vertelt Mark de Jong van Malsen. 'Eigenlijk kwam je alleen nog op het veld als je eens in de buurt was, maar dat voelde niet lekker. Daarom kiezen we ervoor om voortaan één keer per jaar langs te gaan bij velden die we gerealiseerd hebben.'
De reden voor het apk-concept is simpel: het onderhoud loopt niet altijd goed. Regelmatige controle is daarom nodig. 'Beheerders laten vaak steken vallen', stelt De Jong. 'Bij de aanleg van een nieuw kunstgrasveld staat de gemeente met de wethouder altijd voorop om een lintje te knippen, maar bij het onderhoud juist niet. Onderhoud is niet zo sexy, denk ik. Daardoor is het jarenlang een ondergeschoven kindje geweest.' Hij ziet wel een omslag. 'Onderhoud wordt langzaamaan steeds serieuzer genomen, er komt meer kennis.'
Verwachtingen bijsturen
Met het apk-concept wil Malsen een vinger aan de pols houden met betrekking tot de kwaliteit van het veld. 'Zo zien we voortdurend wat het veld doet en kunnen we het onderhoud eventueel bijsturen. We hopen er dan op tijd bij te zijn om bijvoorbeeld afkeuring te voorkomen, maar je blijft daarbij afhankelijk van de opdrachtgever. Ons advies is immers niet bindend. De opdrachtgever kiest er soms vanwege financiële redenen voor om geen extra geld in het onderhoud te steken. Dat is jammer, want zo worden de sporttechnische eigenschappen minder en dat komt de levensduur niet ten goede.' Een ander voordeel van de apk is dat Malsen ermee op de hoogte blijft van de ontwikkelingen. 'Je krijgt bijvoorbeeld een goed beeld van de invloed van alternatieve infill op de eigenschappen van de mat.'
Als aanvullende maatregel verzorgt Malsen onderhoudsinstructies bij bestekken. Deze instructie wordt bij de aanlevering van ieder kunstgrasveld meegegeven aan de opdrachtgever. 'Die instructie is zo uitgebreid mogelijk', vertelt De Jong. 'Niet "Hier is een machine, succes!", maar meedenken. We proberen ook een bepaalde beeldvorming neer te zetten, zodat de uitvoerder geen verkeerde verwachtingen heeft. In de praktijk zien we namelijk vooral dat de frequentie van het onderhoud te wensen overlaat.'
Tekst loopt verder onder de afbeelding
| Jan Willem Boon, Gras Advies |
|
|
Cursussen bij verenigingen
De Jong schetst dus het beeld dat beheerders wel beseffen dat onderhoud nodig is, maar de kennis en kunde daarvoor niet hebben. Jan Willem Boon van Gras Advies stelt dat ook: 'Het bewustzijn is er inmiddels, nu moet het 'hoe' en 'wanneer' nog overgebracht worden.' Gras Advies heeft daar een eigen oplossing voor: cursussen over beheer en onderhoud. Met een praktische inslag vertelt Boon de deelnemers in twee à drie uur tijd wat ze zelf kunnen doen aan veldonderhoud. 'Want het onderhoud van kunstgras is totaal anders dan van natuurgras. Een natuurgrasveld is ieder jaar hetzelfde, maar bij een kunstgrasveld loopt het onderhoud over een periode van tien jaar en in die tijd heeft elke periode andere maatregelen nodig.'
|
'Kunstgras krijg je nieuw opgeleverd; daarna wordt de kwaliteit alleen maar minder' - Jan Willem Boon, Gras Advies
| |
|
Kunstgrasonderhoud moet vanaf het eerste moment op de juiste manier gedaan worden, benadrukt Boon. 'Kunstgras krijg je nieuw opgeleverd; daarna kan het alleen maar in kwaliteit achteruitgaan. Kunstgras kun je niet meer opkalefateren zoals natuurgras; dat kan hoogstens bij verdichting van de infill. Als een spriet of vezel eenmaal ligt, krijg je die niet meer omhoog. Het blijft dood materiaal.'
Boon stelt dat het vooral belangrijk is om na oplevering langs te gaan bij een kunstgrasveld: 'Zodat je weet wat je hebt.' Daarna heeft het volgens hem pas na het derde jaar zin om weer te gaan kijken hoe het veld erbij ligt. In een jaarlijkse controle zoals de apk van Malsen ziet hij geen heil. 'Jaarlijkse monitoring kost in mijn ogen te veel geld. In de aanloop naar een keuring kunnen we wel bijsturen, bijvoorbeeld op het straatwerk, omdat wij weten waar ze bij de keuring op letten. We ondersteunen dan met testjes om de zwakke plekken aan te geven. Maar uiteindelijk zijn het de keuringsinstituten die bepalen of het veld wel of niet goed is.'
|
'Als je de infill op peil houdt, ben je vaak al een heel eind' - Ton de Kroon, Adviesburo R.I.E.T.
| |
|
Belang van aannemers
De adviesbureaus dragen op hun eigen manier dus allemaal een steentje bij aan betere kunstgrasvelden. Daarin is ook een rol weggelegd voor de aannemer van het kunstgrasveld, stelt Ton de Kroon van Adviesburo R.I.E.T. 'Zij geven immers garantie op het product en moeten uitleggen hoe het onderhoud in elkaar zit. Als het onderhoud niet goed uitgevoerd wordt, haal je die garantie niet, en dan zit de aannemer met een probleem.' De Kroon ziet dat ook gebeuren als er een onderhoudsinstructie in het bestek zit. 'Dan loopt het alsnog moeizaam. Gemeenten en opdrachtgevers hebben meer specialisten, dus dat gaat meestal wel goed. Bij de vrijwilligers van verenigingen is het een ander verhaal: die doen niet wat ze moeten doen, omdat er nog veel onbekendheid is. En dat terwijl kunstgras makkelijker te onderhouden is dan natuurgras: als je de infill op peil houdt, kom je al een heel eind.'
Tekst loopt verder onder de afbeelding
| Ton de Kroon, Adviesburo R.I.E.T. |
|
|
Volgens De Kroon is de onbekendheid met onderhoud ook te wijten aan de manier waarop clubs voor kunstgras kiezen. 'Als clubs overstappen op kunstgras, verandert de hele aanpak van het onderhoud. Daar komt de gemeente vaak te laat achter. Dan ligt het veld er al, maar zijn er nog geen geschikte machines. Die komen pas als het veld er al weken ligt. Het onderhoud is dan vanaf het eerste moment niet op orde, waardoor je achter de feiten aan loopt.' Adviesburo R.I.E.T. werkt daarom met een vaste aanpak: bij elk bestek is de aannemer de eerste acht weken na oplevering verantwoordelijk voor de kunstgrasmat en het onderhoud. 'De gemeente heeft dan meer tijd om het beheer en onderhoud te regelen', legt De Kroon uit.
R.I.E.T. zet tevens in het bestek dat de aannemer tweemaal per jaar het veld inspecteert. 'Ze doen een inspectie in het voor- en najaar, zodat je in principe geen toevalstreffers tegenkomt bij het veldbezoek. Dat heeft meer zin dan een adviesbureau dat jaarlijks langskomt. Een aannemer is immers verantwoordelijk en geeft garantie. Als hij ziet dat het onderhoud niet goed gaat, kan hij actie ondernemen of zelfs 'dreigen' met consequenties voor de garantie. Een adviesbureau is niet in die positie.' In de aanbestede werken van R.I.E.T. kost een inspectie door de aannemer tussen de vijftig en zeventig euro, zodat een vereniging jaarlijks maximaal 150 euro kwijt is voor onafhankelijke inspectie met rapportage.
Passie voor het vak
De drie adviesbureaus zijn dus eensgezind: het kennisniveau over kunstgrasonderhoud bij voetbalverenigingen moet echt omhoog. Elk adviesbureau heeft een eigen aanpak om die problemen op te lossen. Daar moet vooral onderling respect voor zijn, benadrukt Jan Willem Boon van Gras Advies. 'Als branche hebben we een gezamenlijk doel: betere sportaccommodaties in Nederland. We hebben passie voor ons vak. We doen het werk misschien op een andere manier, maar we maken de velden samen beter en hebben dezelfde doelen.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|