|
| 112 sec |
De kunstgraswereld is in beweging. En hoe? Het balletje, of zo je wilt, de kunstgrasmat, is in beweging gekomen door strengere eisen van de EU aangaande het gebruik van invulmaterialen. Vanaf 2031, mogen we geen velden met polymerische infill bouwen. Na die tijd is dat not done. Dat lijkt nog een hele tijd, maar dat is het natuurlijk niet. Met een gemiddelde levensduur van tien jaar is dat eigenlijk overmorgen.
|
Als gevolg daarvan is de kunstgrasindustrie op de haar kenmerkende dynamische wijze in beweging gekomen. Grofweg zijn er drie smaken. Allereerst niet polymerische infill: kurk, mais, olijfpitten of andere vormen van organisch materiaal. De tweede route is natuurlijk non-infill velden en als derde route gaat het om mineral infill. Dat laatste concept lijkt nu aan kop te gaan. In Nederland zouden dit jaar, als we Fieldturf Tarkett mogen geloven -en waarom zouden we dat niet doen-, maar liefst 40 velden zijn gerealiseerd. Dat zijn kneiter veel velden. Zeker als je je realiseert dat het mineral infill in 2022 nog helemaal niet bestond. Natuurlijk had je ook voor die tijd zand ingestrooide velden, maar we doen deze innovatie te kort als we het daarmee een op een vergelijken.
|
Dat zijn kneiter veel velden. Zeker als je je realiseert dat het mineral infill in 2022 nog helemaal niet bestond
| |
|
Natuurlijk zijn de andere routes, niet-polymerische infill en non-infill nog niet aan het einde van hun innovatiecyclus gekomen. Daar kunnen we zeker nog het een en ander van verwachten, maar op dit moment lijkt mineral-infill toch echt de lachende derde. Voor wat betreft niet-polymerische infill zit daar een zekere logica in. Kurk om maar eens met het meest bekende niet polymerische infill te beginnen, kent zo zijn problemen. Kurk is een duur materiaal met een beperkte beschikbaarheid en is ook vooral een materiaal dat je moet blijven aanvullen. Gedurende een looptijd van een kunstgrasmat moet je de complete infill-laag vervangen. Dat zijn stevige kosten en die komen bovenop de andere prijsstijgingen die er al zijn. Over non-infill concludeerde TenCate CEO Michael Vogel in een interview in dit vakblad dat hij niet begreep waarom dit niet sneller wordt omarmd door de markt. Eén simpele verklaring is natuurlijk dat er op dit moment nog geen goedgekeurde non-infill velden beschikbaar zijn. En zo werken dingen nu eenmaal. Op het moment dat je als aanbieder kunt schermen met een KNVB-certificering is zakendoen even wat makkelijker.
|
Gedurende een looptijd van een kunstgrasmat moet je complete infill laag vervangen
| |
|
Zijn we nu al uit geïnnoveerd op het gebied van verduurzaming? Nee, natuurlijk niet. Het probleem van microplastics blijft ook met mineral infill of non-infill gewoon bestaan. Verder heb je nog de uitdagingen op het gebied van recycling. Recycling is een item dat het afgelopen jaar zwaar heeft meegeteld in de maatschappelijke discussie. Ik heb ze niet precies geteld, maar in mijn herinnering zijn er maar liefst vijf recyclingbedrijven, die dit jaar ten onder zijn gegaan door onder andere concurrentie vanuit het Verre Oosten. Als we naar recycling en kunstgras gaan, komt natuurlijk het belangrijkste toekomstdoel om de hoek kijken. Een kunstgrasmat uit één polymeer ofwel one DNA. TenCate lijkt in dat marktsegment voorop te lopen, maar ook hiervoor geldt weer: het gaat om pilots en een echte goedkeuring is er nog niet. Ik twijfel er overigens geen moment aan dat dit in de loop van 2025 wel gaat gebeuren.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|