KNLTB zet data in om ruimte te maken voor tennis en padel

ARTIKEL

MARKT & ACTUEEL

Wijnand Meijboom, vrijdag 25 oktober 2024

181 sec

De ruimte voor sport staat in Nederland onder druk. Dat geldt zeker voor de sporten tennis en padel. Voor de KNLTB is dit reden om wat steviger aan de boom te schudden. De bond wil iedereen ervan doordringen dat er goed nagedacht moet worden over de infrastructuur voor deze racketsporten, om de toekomst van deze sporten te waarborgen. Hiervoor is het focusprogramma 'Ruimte voor tennis en padel - versterken sportinfrastructuur' in het leven geroepen.

Leon van Leeuwen en Jarno Zwier

Namens de bond houden Leon van Leeuwen en Jarno Zwier van het cluster Accommodaties en Infrastructuur zich bezig met deze materie. Zij zijn respectievelijk teamleider en adviseur. In het bondskantoor vertellen ze over de nieuwe rol die hun werkgever wil spelen als 'verbinder van alle partijen'. 'Wij willen iedereen zo goed mogelijk bedienen', zegt Van Leeuwen. 'Leidend binnen ons programma zijn de zogenoemde drie b's: bereikbaarheid, beschikbaarheid en bezetting.'

'Tennis- en padelclubs zijn gewend hun eigen broek op te houden, maar hopen nu op steun van bijvoorbeeld gemeenten'

Door alle beschikbare data hierover samen te voegen, weet de bond waar knelpunten en kansen zijn op het gebied van tennis- en/of padellocaties. Met behulp van een zogenoemde vlekkenkaart waarop dit wordt gevisualiseerd, hebben Van Leeuwen en Zwier de afgelopen maanden al in het hele land presentaties gegeven voor gemeenten, banenbouwers en verenigingen. Dit is bedoeld om hen te helpen bij het maken van keuzes en om meer aandacht te vragen voor de sporten die hun bond vertegenwoordigt. Zwier: 'Tennis- en padelclubs zijn gewend hun eigen broek op te houden, maar we hopen nu op meer steun van bijvoorbeeld gemeenten. Dit hoeft niet direct financieel te zijn, meer in de sfeer van meedenken over locaties, het aanbod van accommodaties, vergunningen en uiteraard subsidieverstrekking.'

Luchthallen

Wat is er precies aan de hand? Padel groeit nog steeds enorm hard, waardoor vraag en aanbod niet altijd goed matchen. Ook het aantal tennissers neemt toe. In 2023 nam het totaal aantal racketsporters met 11 procent toe ten opzichte van het jaar daarvoor. De bond streeft uiteindelijk naar 1 miljoen racketsporters in 2026. Het zijn er nu bijna 800.000. De afgelopen tien jaar is het aantal beschikbare indoorbanen voor tennis teruglopen van 1400 naar circa 800 - een slechte ontwikkeling voor met name jeugdtennissers, die daardoor niet het hele jaar kunnen spelen. 'Altijd kunnen spelen is belangrijk met het oog op talentontwikkeling en een waarborg voor de toekomst. Tennis is een fijnmotorische sport, die in de wintermaanden buiten onder koude en natte omstandigheden veel minder goed tot zijn recht komt. Ook tennisleraren moeten hun beroep kunnen blijven uitoefenen onder goede werkomstandigheden; ze moeten niet de hele winter in de kou les hoeven geven. Dat is ook de reden waarom wij nu de plaatsing van luchthallen als oplossing stimuleren', vertelt Van Leeuwen. Op het terrein van de KNLTB komt er in de winter van volgend jaar ook een.

Onder druk

De belangrijkste reden voor de terugloop van het aantal indoorhallen voor tennis is volgens beide bondsmannen dat de exploitatie van deze hallen onder druk staat. 'Het zijn meestal private eigenaren, die kijken naar de opbrengst per vierkante meter. Als die opbrengst hoger is met iets anders dan tennis, kiezen ze daarvoor. Zo zie je nu dat veel tennishallen geheel of gedeeltelijk worden omgebouwd tot padelhallen. Dit hoeft elkaar niet te bijten, als je maar kijkt naar het grotere geheel van vraag en aanbod en lokale ambities en zorgt dat beide sporten bereikbaar en beschikbaar blijven voor iedereen.'

Wachtlijsten en hiaten

Uit data en onderzoek van de KNLTB blijkt dat mensen bereid zijn om voor een outdoorbaan gemiddeld maximaal tien minuten te reizen en voor een indoorbaan twintig minuten. Met deze kennis in het achterhoofd kan toegewerkt worden naar een ideale situatie. Nu zijn er bijvoorbeeld in Amsterdam wachtlijsten en in sommige provincies hiaten in het aanbod. Zwier: 'Het is complexe materie. Als je bijvoorbeeld een tennisbaan op het Leidseplein in Amsterdam zou bouwen, is die in theorie voor honderdduizenden binnen tien minuten bereikbaar, maar voor weinigen beschikbaar.'
Zwier en Van Leeuwen proberen met hun presentaties de problematiek te vereenvoudigen aan de hand van hun data. 'Gemeenten stoeien hiermee. Wij willen met onze capaciteitsberekeningen en omgevingsanalyse inzichtelijk maken waar behoefte is aan nieuwe accommodaties, zodat vraag en aanbod in evenwicht komen.' Ze schoven recentelijk aan bij de gemeenten Breda en Rotterdam, die bezig zijn met de planning van toekomstige woningbouw. Die nieuwe bewoners willen ook sporten; dan zijn de KNLTB-data belangrijk om de juiste keuzes te kunnen maken. Zwier: 'Wij zoeken altijd de samenwerking en stellen ons op als kennispartner. We delen kwalitatieve data om te helpen bij het nemen van de juiste beslissing. Het gaat ons zeker niet om steeds meer ruimte voor racketsporten, maar wel om voldoende ruimte. We vertegenwoordigen een grote groep potentiële sporters.'

'We moeten nu de sportinfrastructuur versterken om problemen in de toekomst te voorkomen'

Tennis en padel moeten, net als andere sporten in Nederland, concurreren om de beschikbare ruimte met andere beleidsterreinen, zoals woningbouw, milieu en natuur. Van Leeuwen constateert dat er te weinig 'integraliteit' is bij gemeenten. Verschillende afdelingen werken nog te vaak langs elkaar heen, volgens hem. 'Wij willen met onze aanpak problemen met de beschikbaarheid van sportaccommodaties aan de voorkant voorkomen, niet achteraf repareren.' Hij en Van Leeuwen verwachten dat dit programma van de KNLTB een mooi discussiestuk wordt en een stimulans vormt voor de herinrichting van sportvoorzieningen in Nederland. 'We moeten nu de sportinfrastructuur versterken om problemen in de toekomst te voorkomen.'

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie