| |||||||||||
Genoeg gepraat en genoeg onderzocht. En nou aan het werk om kunstgras te verduurzamen De historie herhaalt zich. Vijfentwintig jaar geleden werden de eerste kunstgrasvelden in Nederland gebouwd, wat toen tot veel discussie in de sector leidde. Op dit moment vindt er een transitie plaats van 4G- naar 5G-kunstgrasvelden en bloeit dezelfde discussie op. Op 18 april organiseerde vakblad Fieldmanager een forum om de visie van de markt op te halen over de ontwikkeling van deze nieuwe innovatieve kunstgrasvelden. Journalistiek een pittige uitdaging; als je twintig eigenwijze vakmensen in één hok bij elkaar jaagt, krijg je veel verschillende visies en meningen. De allesoverheersende visie is toch wel dat de bal in de wedstrijd is en dat we op de goede weg zijn met non-fill- en mineraal-ingevulde velden. Meer dan twintig fieldmanagers en vertegenwoordigers van de kunstgrasindustrie kwamen bij elkaar in Van Der Valk in Vianen, om te discussiëren over de schijnbaar onafwendbare ontwikkeling richting non-fill- en mineraal-ingevulde velden. Wat is er aan de hand? Het is zo goed als zeker dat er vanuit de Europese Unie op advies van het ECHA een verbod komt op synthetische en rubber infill in kunstgrasvelden. Dat betekent concreet dat vanaf 2029 de verkoop van alle plastic en rubber infill verboden is. Alternatieve manieren om de verspreiding van infill buiten het kunstgrasveld tegen te gaan, zijn in het voorstel geschrapt. Je zou dat jammer kunnen noemen. Jammer, omdat onderzoek de efficiëntie heeft aangetoond van maatregelen zoals kantplanken.
Drie keer is scheepsrechtAl twee keer eerder organiseerde vakblad Fieldmanager een vergelijkbaar forum, om precies te zijn in 2019 en 2020. Ook toen dachten marktpartijen dat ze een hoogwaardig en voetbalnatuurlijk non-fill-kunstgrasveld konden aanleggen. Terugkijkend kun je concluderen dat de markt op dat moment optimistischer was dan de technische mogelijkheden toelieten. Alles in ogenschouw nemend waren de eerste generatie velden, die toen al non-infill-velden werden genoemd, nog helemaal niet zo goed. Met name CSC Sport en Fieldturf Tarkett liepen op dat moment voorop bij de ontwikkeling van dat soort velden. Arjan Knottnerus memoreert daar tijdens ons forum nog even aan. 'We hebben toen onze verantwoordelijkheid genomen en een aantal velden weer opgeruimd.'
Zijn we nu verder?Dat was de status in 2018 en 2019. Maar hoever zijn we nu gevorderd? In de markt werd en wordt door leveranciers onder elkaar weleens gemopperd over het relatief grote aantal pilots dat werd gebouwd van verschillende kunstgrasvelden. Toch blijft het bouwen van pilots een belangrijk instrument om kennis en ervaring op te doen. Patrick Balemans is manager technische zaken bij de KNVB. Hij coördineert vanuit de bond deze nieuwe innovatieve ontwikkelingen. Balemans: 'We hebben de afgelopen jaren een behoorlijk aantal pilots gebouwd. Ik verwacht dat aan het eind van dit voetbalseizoen, dus juni 2023, de eerste constructies op de Sportproductenlijst geplaatst zullen worden. Ik begrijp dat dit voor veel partijen die hier aanwezig zijn eigenlijk te laat is, maar dat is de situatie.'De ontwikkelingen gaan op dit moment snel. Als uw redacteur op 19 april in de Sportproductenlijst op zoek gaat naar voetbalkunstgrassystemen, zijn daar vier constructies met mineraal-infill (twee van Edel en twee van Fieldturf) en nul non-fill-constructies te zien.
BoomschorsWie kan er nu beter vertellen hoe bruikbaar de huidige generatie non-fill-velden is dan een gemeentelijke fieldmanager? Marcel Bouwmeester, werkzaam bij de gemeente Utrecht, maar ook actief als technisch specialist bij de Vereniging Sport en Gemeenten, doet graag een duit in het zakje: 'Wij hebben non-fill-velden voor pupillen aangebracht in 2020 en 2021, en ik kan alleen maar zeggen dat we daarover totaal geen klachten hebben ontvangen.'Bas Reinds is commercieel directeur bij Domo Sports Grass: 'Ik hoor dit nu allemaal aan en vraag me af: waarom is meer dan 80 procent van de aanbestedingen nog steeds gericht op kunstgrasvelden met infill? Als non-fill-velden zo goed zijn, waarom worden die dan niet meer gevraagd?' Reinds wil daarmee ook benadrukken dat non-fill en minerale infill niet de enige oplossingen zijn om aan de voorwaarden van het ECHA te voldoen. Naast non-fill of minerale infill kun je nog steeds kurk-infill of andere bio-infill-materialen toepassen, en de ontwikkelingen staan zeker niet stil als het gaat om natuurlijke infill-materialen. Dat er nog niet veel gevraagd wordt naar non-fill en minerale infill, heeft volgens Bouwmeester alles te maken met het ontbreken van een officiële goedkeuring. 'Gemeentes willen geen risico lopen. Op het moment dat de eerste constructies op de Sportproductenlijst komen, zul je zien dat de markt in beweging komt. Mij maakt het in principe niet uit. Al vul je een veld met boomschors.' Dat Bouwmeester zijn velden ingevuld wil zien met boomschors, is natuurlijk een vorm van retorische overdrijving. Even later meldt hij zelfs dat hij alleen al uit kostenoogpunt graag afscheid wil nemen van infill: 'Als ik een kunstgrasveld met TPE laat aanleggen, bedragen alleen al de kosten voor de TPE-infill meer dan 90.000 euro. Dat is natuurlijk heel veel geld en publiek geld, bovendien.' Tegelijk kondigt Bouwmeester aan dat hij binnenkort nog een TPE-veld gaat bouwen, eigenlijk min of meer tegen zijn zin. 'Als er voldoende non-fill- of mineraal ingestrooide constructies of scope- systemen goedgekeurd zijn, gaan wij helemaal over.' Het begrip 'scope' dat Bouwmeester gebruikt, heeft te maken met de categorisering die de KNVB afgelopen februari heeft ingevoerd. Daarbij is de definitie bepaald van non-fill- en minerale infill-systemen, maar ook van natuurlijke infill-systemen en biologisch afbreekbare infill-systemen.
KNVBEen belangrijkste speler in de non-fill-discussie is natuurlijk de KNVB, de voetbalbond. Balemans van de KNVB heeft al eerder gemeld dat hij de eerste toelatingen in de loop van 2023 verwacht, maar dat het belang van de KNVB vooral is dat voetballers veilig en verantwoord kunnen sporten op een kunstgrasveld. Wat betreft non-fill en minerale infill meldt Balemans: 'De trein is onderweg.'Niet iedereen is tevreden met deze wat algemene antwoorden van de bond. Gerrit de Koe van de gemeente Amsterdam: 'Ik vind dit een wat grijs antwoord.' Het lijkt erop dat De Koe hoopte op een wat explicietere stellingname van de KNVB en meer regie vanuit de bond. OnderzoekOok wil De Koe pleiten voor meer onderzoek, naar dit verhaal in het bijzonder en naar nieuwe innovatieve kunstgrasconstructies in het algemeen. De Koe krijgt opvallend weinig bijval van de overige deelnemers aan het forum. Rutger Schuijffel van CSC Sport meldt dat naar dit soort zaken allang onderzoek is gedaan in het buitenland en dat er geen reden is om te veronderstellen dat deze minder lang meegaan. Diezelfde repliek komt van Joop van Krimpen van Condor Grass: 'Wij verkopen al meer dan tien jaar non-fill-velden in het buitenland. Ons oudste veld bestaat nu 15 jaar en ik heb dat effect nog nooit meegemaakt.'Van Krimpen verbaast zich wat dat betreft sowieso over de Nederlandse markt. 'Waarom moet het hier allemaal zo moeilijk? Condor Grass heeft afgelopen jaar rond de 100.000 m² non-fill geproduceerd en geleverd. Alleen Nederland wil er niet aan.'
Gas op de lollyMeer deelnemers aan het forum zijn van mening dat er voldoende gesproken is over non-fill en minerale infill. Sander Akkerman van Plann Ingenieurs: 'Het is tijd om door te pakken.' Gosewin Bos, werkzaam bij Antea Sport: 'Welke beslissing het ECHA ook neemt, de ontwikkelingen gaan gewoon door. Wat dat betreft is de geest uit de fles. We moeten nu doorpakken en velden gaan aanleggen. En ja, het product evolueert zeker nog, net zoals we bij de huidige generatie voetbalvelden zagen.'De Koe is daar nog niet zo zeker van: 'Wat mij betreft zal er eerst onafhankelijk onderzoek gedaan moeten worden naar de slijtage van vezels in mineraal ingevulde velden. Wat mij minimaal net zoveel zorgen baart, is het "inzakken" en platliggen van de vezels, waardoor er veel sneller huidcontact is met de zand-infill. Ik vrees met grote vreze!' De discussie richt zich even op het maatschappelijke aspect van de transitie. Gaan we deze kant op omdat we intrinsiek gemotiveerd zijn om de verspreiding van microplastics tegen te gaan, of zijn we bang voor het imago van kunstgras? Voor Bouwmeester is de keuze duidelijk: 'Voor mij gaat het om de vraag welke planeet we willen achterlaten voor onze kinderen.' Wie betaalt, bepaaltPatrick de Bourgraaf is werkzaam als fieldmanager bij de gemeente Bunschoten. Volgens De Bourgraaf is het uiteindelijk de sporter die bepaalt op welk systeem er gevoetbald wordt. In de discussie die daarop volgt, valt opvallend vaak het woord 'verwend'. Dat lijkt een probleem waar veel gemeentes mee zitten. Anderzijds is het niet de sporter die om deze ontwikkeling naar non-fill en minerale infill gevraagd heeft; die is ingegeven door maatschappelijke veranderingen.Van Krimpen: 'Het is hartstikke lastig om te bepalen wat kwaliteit is.' Knottnerus: 'Als wij evaluatieformulieren binnenkrijgen, wordt een veld soms beoordeeld als perfect van kwaliteit en tegelijkertijd als slecht te bespelen.' Veel forumdeelnemers zijn daarom blij met de rol van de KNVB, die via onafhankelijk onderzoek de waardering van velden probeert vast te leggen. Zo maak je kwaliteit tastbaar en inzichtelijk. De Bourgraaf: 'Als een club een wedstrijd heeft verloren, ligt het al snel aan het veld.' Jan Heuvelmans werkt sinds kort op de internationale kunstgrasmarkt voor Joosten Kunststoffen en is vooral actief op het gebied van shockpads. Bij Joosten en daarvoor bij andere bedrijven heeft hij tientallen jaren ervaring opgebouwd. Hij weet daarom als geen ander hoe er bijvoorbeeld op de Duitse markt gekeken wordt naar de mening van de sporter. Ron Moors van Schmitz Foam beaamt de opmerking van Heuvelmans: 'Als er in Duitsland gezegd wordt dat je een mondkapje op moet doen, doet iedereen een mondkapje op. Nederlanders beginnen dan een ellenlange discussie. Hetzelfde gebeurt met kunstgrasvelden. Dat polderen en die eeuwige discussies hebben enerzijds voordelen, maar zorgen ook dat ontwikkelingen langzaam gaan.'
TestenEen terugkerend thema in de discussie over nieuwe innovatieve kunstgrasvelden is de manier waarop velden getest worden. Eigenlijk is de manier waarop wij onze velden testen nog grotendeels afkomstig uit de indoorsportwereld. De Triple A Tester meet bijvoorbeeld de energierestitutie op het moment dat een voorwerp (de sporter) rechtstandig neerkomt op de sportvloer. De werkelijke situatie is natuurlijk veel complexer. Een sporter komt schuin neer en draait op hetzelfde moment. Verschillende forumleden prijzen daarom het pionierswerk dat in de laboratoria van onder andere TenCate wordt verricht.ConclusieUit een kruiwagen vol kikkers komt geen samenhangende kwaak, en dat is ook niet te verwachten van een breed samengesteld forum van deskundigen met verschillende belangen. Toch zijn er wel een aantal trends aan te wijzen. De verduurzaming van kunstgras zal hand over hand toenemen, ongeacht de beslissing van het ECHA. Dat betekent dat we hoogstwaarschijnlijk afscheid gaan nemen van alle niet biologisch afbreekbare infill. Dit heeft niet alleen maatschappelijk grote voordelen, maar ook op het gebied van exploitatie. De markt voor non-infill en minerale infill is nu nog klein, maar het is te verwachten dat dit snel zal veranderen als er een groeiend aantal systemen op de Sportproductenlijst verschijnt.
Tip de redactie |
|