| |||||||||||
'Wees niet verbaasd als ik toch weer op de stoep sta' Van ongeschoold werk tot goedgetrainde professionals. Sjaak Groen had een belangrijke rol in de ontwikkeling van onderwijs en training van sportterrein- en golfbaanbeheerders. Met zijn eigen carrière groeide ook de professionalisering van de sector. 'De beheerder is nog te vaak die man achter het veld in zijn schuur.' Groen weet de redenen voor zijn passie voor sportvelden goed samen te vatten: 'Sport brengt zoveel; bewegen is goed voor lichaam en geest; het buiten zijn is goed voor je. Daarnaast zijn bij sporten zoals voetbal de mogelijkheden voor het stimuleren van integratie tussen inwoners enorm. En het goed inrichten van een sportpark biedt kansen voor het toevoegen van biodiversiteit. Dat alles wordt ondersteund door een goed beheerd sportveld,' legt Groen glunderend uit. Zelf is hij ook een sportliefhebber. 'Ik kom uit een hele sportieve familie; ik heb altijd veel gevoetbald. Ik was middenvelder. Ja, toen ook al de spelverdeler eigenlijk,' refereert hij glimlachend aan zijn functie als opleidingscoördinator. 'Ik voetbal nu nog, wel zaalvoetbal. En golfen doe ik ook graag.'
Groens roepingEen opleiding voor beheerders van sportvelden bestond toen nog niet. 'De beheerder had zijn schuurtje achteraan op het terrein. Het vak leerde je door het te doen. Het personeel was ongeschoold.' De eerste uitvoerenden van het werk op de sportvelden waren vaak mensen die er vanuit de sociale werkvoorziening terechtkwamen. Mensen die met extra hulp weer de arbeidsmarkt op konden, en daarmee niet opgeleid voor de praktijk. Groen vertelt trots hoe hij een bijdrage heeft geleverd aan het professionaliseren van de opleidingen in de sector. Vanaf 1982 werkte hij als opzichter in Uden. Daar gaf hij onder andere leiding aan een ploeg die de sportvelden onderhield. 'De cursussen voor hun werk werden daar intern verzorgd. Ik begon daar met de coördinatie van die cursussen.' Dit zou al snel Groens roeping blijken.Vier jaar later ging hij aan de slag bij de praktijkschool in Arnhem, nu bekend als IPC Groene Ruimte. Daar werden cursussen gegeven in praktijkvaardigheden voor werk in de groene ruimte. 'Ik ging er aan de slag als instructeur en groeide er al snel door.' De cursussen bestonden toen nog vooral uit schriftelijke cursussen, aangevuld met twee praktijkweken. 'Praktijkvaardigheden waren bijvoorbeeld: het werken met maaimachines, uitvoeren van bezandingen en het afstellen van de kunstmeststrooier.' Ook toen al waren de cursussen voor terreinmeesters en greenkeepers onderdeel van Groens takenpakket. In die tijd leidden ze zestig mensen per jaar op. Een enorme stap toen. OverstapGroen schopte het er tot afdelingshoofd. 'Op een gegeven moment had ik twintig man onder me. Ik was steeds meer manager en steeds minder bezig met de vakinhoud. En juist bij die vakinhoud lag altijd mijn passie. Dus toen ze bij de Stoas, destijds nog gehuisvest in het gebouw van de HAS green academy te Den Bosch, een docent zochten, maakte ik die overstap. In die tijd was de HAS net bezig om de schriftelijke cursus Greenkeeper om te bouwen tot een dagopleiding. Al snel ging ik daaraan meewerken.'Dat was in 2002. Groen zou er twintig jaar werken tot aan zijn pensioen, afgelopen september.
De opleiding tot greenkeeper bleef in samenwerking met IPC Groene Ruimte. Al snel waren er drie opleidingslocaties in het land waar de cursussen gegeven werden. Het praktijkdeel bleef altijd bij IPC. 'Alle machines en materialen stonden daar.' Na een aantal jaar ging de greenkeeperopleiding weer helemaal terug naar IPC Groene ruimte, een tijd waarin de vraag naar de opleiding ook minder was. De HAS behield, onder coördinatie van Groen, de opleiding tot hoofdgreenkeeper, tot assistent-greenkeeper en die tot expert 'natuurgras'. 'Maar altijd nog in afstemming met IPC.' De opleidingen maken ook veel gebruik van gastdocenten. 'De grootste kennis zit toch bij de mensen die het vak in de praktijk uitoefenen.' EindkwalificatiesDe afstemming tussen de opleidingen is ook belangrijk om een doorlopende leerlijn te hebben. Het behouden van doorgroeimogelijkheden is belangrijk voor de branche. En daarvoor moeten de opleidingen goed op elkaar aansluiten. Groen ziet hierin ook een belangrijke rol voor de BSNC en de Golfalliantie. 'We hebben duidelijkheid nodig over wat de eindkwalificaties zijn. Zeker nu er ook andere aanbieders van opleidingen zijn. In het verleden pakte de BSNC deze rol ook goed op, door een rol te spelen bij de examinering. Maar sindsdien is dat verwaterd.'Groens belangrijkste taken aan de HAS waren de coördinatie van al die opleidingen en de verdere professionalisering van het onderwijs en het vak. Maar vooral zijn gevoel voor sterke coördinatie heeft hem enorm geholpen om de branche vooruit te brengen, aldus Groen zelf. 'Mijn kracht is geweest dat ik dat netwerk goed kon onderhouden.' Man in de schuurToch is zijn vertrek niet zonder zorgen. De vergrijzing binnen de sector is ook voor Groen een aandachtspunt. 'Er is nu al een personeelstekort en de uitstroom neemt de komende jaren alleen maar toe. Het is echt code oranje.' Al jaren stappen er onvoldoende jonge mensen in het vak. Hij wijdt dat aan het imago van de vakman. 'Daar moet we beter naar kijken. De tijd van de man achter het veld in de schuur zou voorbij moeten zijn. Sportbeoefenaars kennen de beheerder te vaak niet. Ze beseffen onvoldoende dat het veel meer is dan maaien en beregenen. De echte vakman weet bijvoorbeeld dat je bij te veel beregenen vooral straatgras stimuleert, ten koste van andere grassen. Maar dat straatgras is juist weer gevoelig voor ziekten en vorst. Dat soort kennis en overwegingen mogen veel meer gedeeld worden.'Niet voor niets zat hij tot vorig jaar nog in de werkgroep Human Capital Turfmanagement van de BSNC, waarin hij met andere experts meedacht over de toekomst van de branche en het aantrekken van nieuw personeel. Nog een paar tips van Groen: 'Wees een moderne werkgever, parttime moet ook kunnen. Kijk ook hoe je meer vrouwen kunt aantrekken. En het salaris natuurlijk, dat blijft altijd belangrijk.'
Het aantrekken van nieuw bloed is in ieder geval gelukt bij het zoeken naar een opvolger aan de HAS. Groen geeft zijn stokje door aan Joep van Cranenbroek. Wel in een andere vorm. Van Cranenbroek blijft in dienst bij zijn huidige werkgever Holland Innovative, maar wordt door de HAS green academy ingehuurd voor coördinatie en doorontwikkeling van de opleidingen. 'Joep is een generalist en een specialist met goede contacten in de sector,' omschrijft Groen hem. Met Cranenbroek trekt HAS green academy in ieder geval iemand aan met veel ervaring in precisietechnieken en sterke datavaardigheden. Hij deed onder andere veel ervaring op met sensor- en precisietechniek bij de grasmat van de Johan Cruijff ArenA en golfbaan Prise d'Eau. 'Belangrijke ontwikkelingen voor de sector.' Wat Groen nu gaat doen? 'Ik stop, pak nog niets op, maar wees niet verbaasd als ik toch weer op de stoep sta,' lacht hij. Hij blijft graag nog aan als jurylid voor de 'Fieldmanager of the Year'-verkiezing. En ook al stopt zijn rol bij de werkgroep Human Capital Turf, als hij nodig is helpt hij daar graag. 'Maar eerst ga ik als opa oppassen. Ik heb inmiddels vijf kleinkinderen. Dat gaat nu voor. Verder wandel ik graag en golf ik natuurlijk met veel plezier. Eigenlijk nog veel te weinig, vind ik zelf.' Golfbaan De Haverleij bij Den Bosch kan hem vaker verwachten komende jaren.
Tip de redactie |
|