| |||||||||||
SBR, TPE, kurk, hout, organische infill: wie op zoek gaat naar infill voor een kunstgrasvoetbalveld, komt veel verschillende soorten tegen. Allemaal met voor- en nadelen en specifieke kenmerken. Er komen doorlopend nieuwe inzichten en producten, wat de keus uiteindelijk alleen maar lastiger maakt. Onze tip? Laat je voorlichten en kijk goed naar de diverse opties. Door je er echt in te verdiepen, kun je door commerciële argumenten heen kijken en een keus maken die echt passend is. De aanleg van een kunstgrasvoetbalveld is maatwerk, dat samenhangt met zaken waaraan een gemeente waarde hecht. Of het nu het milieu, het spelcomfort, de aanlegkosten of de look-and-feel is. De Europese Commissie heeft een voorstel voor een verbod op microplastics aangenomen. De conceptwet wordt voorgelegd aan de lidstaten van de Europese Unie waarna een stemming volgt met de lidstaten. Naar verwachting wordt de wet eind 2022 of begin 2023 aangenomen, en dat heeft flinke gevolgen voor de infill-mogelijkheden van kunstgrasvoetbalvelden. SBR, TPE en EPDM zijn polymerische infills en vallen onder de microplastics. Daarmee vallen ze ook onder het verbod. Dat betekent niet dat meteen alle kunstgrasvelden met polymerische infill verdwijnen, er geldt een overgangsperiode van 6 jaar. Na de overbruggingsperiode mag de infill niet meer worden verkocht én mogen er geen velden met polymerische infill meer worden aangelegd. Bestaande velden mogen wel blijven liggen tot het einde van de levensduur. Het verbod bekent dat jaarlijks miljoenen tonnen aan vervuiling wordt voorkomen. Gemeente heeft zorgplichtAlle soorten infill verspreiden zich buiten het kunstgrasveld. Deze korrels zijn bodemvreemd en horen daar niet thuis. In het kader van de zorgplicht dient een gemeente verspreiding te voorkomen en vervuiling ongedaan te maken. Een van de meest voorkomende manieren om verspreiding van infill te voorkomen, is het gebruik van kantplanken. We weten inmiddels echter dat nul procent verspreiding onmogelijk is. Korrels blijven bijvoorbeeld aan kleding en dergelijke hangen.Voor gemeenten die in het verleden een veld met SBR-infill hebben aangelegd, zoekt KYBYS graag uit hoe het staat met de verspreiding. 'We voeren als eerste een nulmeting uit', legt projectleider Joris van der Cammen van KYBYS uit. 'We stellen vast of er sprake is van bodemverontreiniging. Vervolgens bekijken we of er beperkende maatregelen zijn genomen, zoals kantplanken.' De gemeente heeft op dat moment inzicht in de omvang van de eventuele vervuiling en kan op basis daarvan stappen nemen om aan de zorgplicht te voldoen. Deze zorgplicht houdt in dat gemeenten bodemverontreiniging moeten voorkomen. Is er al verontreiniging? Dan moet de gemeente maatregelen nemen om deze ongedaan te maken. Daarnaast bekijkt een adviseur welke beperkende maatregelen er nodig zijn om de verspreiding van infill tegen te gaan. Dat varieert van kantplanken tot opvangputten en het anders inrichten van het onderhoud. Maatwerk staat hierin centraal; er is geen pasklare oplossing. Elke situatie is uiteindelijk anders. 'Het belangrijkste is om als gemeente geen struisvogelpolitiek te voeren. De gemeente heeft een zorgplicht én moet verantwoordelijkheid nemen', stelt Van der Cammen. Veel gemeenten zijn zich wel bewust van de mogelijke gevaren van polymerische infill maar echte actie blijft uit. Een argument dat regelmatig wordt gebruikt is dat de mate van blootstelling wel meevalt. Maar: elke verspreiding is er een teveel. De zorgplicht is er niet voor niks. Er zijn geen heldere milieu- of gezondheidsregels waaraan SBR moet voldoen, maar aan dit gebruik komt nu dus een eind. 'SBR mag nog toegepast worden en is sporttechnisch een goede oplossing. Het RIVM meldt ook dat SBR veilig gebruikt kan worden in de toepassing op een kunstgrasveld. Maar stel jezelf de vraag of je het nog maatschappelijk verantwoord vindt. Zeker nu het verbod er op korte termijn aan gaat komen, is de vraag of je dit nog moet willen essentieel, aldus Van der Cammen. Hij vervolgt: 'SBR heeft de laagste aanschafkosten; alternatieven kosten meer geld. Het budget is daar vaak niet op ingesteld. De vraag "moeten we dit nog wel willen" komt steeds meer centraal te staan. Het is vooral belangrijk om de tijd te nemen en je als gemeente goed te laten adviseren om een weloverwogen keuze te kunnen maken.'
Heel veel alternatievenAls het gaat om alternatieven, zijn er legio mogelijkheden. Van natuurlijke tot organische infill, de ontwikkelingen staan niet stil. Alle soorten hebben voordelen, maar zeker ook nadelen. Een populaire natuurlijke infill is kurk, maar ook dit kent een aantal nadelen. 'Goed onderhoud is essentieel bij deze infill. Kurk is lichter dan water, waardoor het kan gaan opdrijven. Doordat het zacht is, vergruist het. Het is dus zaak om vooraf rekening te houden met het uitgebreide onderhoud dat deze infill nodig heeft.' Kurk wordt regelmatig gebruikt in een mengsel met een andere component. Denk bijvoorbeeld aan een combinatie met kokos, maïskolven of olijfpitten. De infill als geheel wordt dan zwaarder. Van der Cammen: 'Als het verbod voor polymerische infill ingaat, heeft dit ook gevolgen voor natuurlijke infills. Kurk wordt nu het meest gebruikt als alternatief, maar bij een stijgende vraag zal er een tekort ontstaan én zal de prijs hoger worden.'Een innovatie uit de Verenigde Staten is hout-infill, een volledig natuurlijk product, vrij van chemicaliën. 'De eerste pilotvelden in Nederland zijn inmiddels aangelegd. We zijn natuurlijk heel benieuwd hoe het zich gaat ontwikkelen', legt Van der Cammen uit. 'Datzelfde geldt voor organische infill. Ook hierbij is nog onduidelijk wat het precies doet op lange termijn. Organisch materiaal vergaat uiteindelijk, maar je wilt natuurlijk wel dat het lang genoeg meegaat. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Dat is voor ons als adviesbureau heel interessant, maar voor gemeenten en verenigingen is het lastig een juiste keuze te maken.' En dan zijn er de non-infill velden, een veld zonder enige vorm van performance infill (soms nog wel ingestrooid met infillzand voor de stabiliteit). Deze bestaan al langer, maar er waren in het verleden problemen met gladheid. Deze velden zijn verder doorontwikkeld en er worden nu weer pilotvelden aangelegd. ,,Het mag voorlopig alleen nog niet gebruikt worden hoofdvelden”, zegt Van der Cammen. 'Deze ontwikkeling volgen we uiteraard op de voet. Ik verwacht dat deze ontwikkeling ook een vlucht zal nemen nu er duidelijkheid is over het verbod op polymerische infill.' Ook kan nog altijd gekozen worden voor non-infill, een veld zonder enige vorm van infill. Dit systeem bestaat al langer, maar er waren problemen met gladheid. Er worden nu als pilot weer dergelijke velden aangelegd en het systeem wordt momenteel verder ontwikkeld. 'Voorlopig mag het alleen nog niet gebruikt worden op hoofdvelden', zegt Van der Cammen. 'Deze ontwikkeling volgen we uiteraard op de voet.' Totaal duurzaamheidsplaatjeEr zijn dus volop mogelijkheden met verschillende soorten infill en Van der Cammen merkt dat gemeenten ermee worstelen. 'Dat het anders moet, lijkt duidelijk. Gemeenten en verenigingen weten alleen niet hoe. In elke gemeente is de situatie anders en heeft men een andere visie op duurzaamheid en innovatie. Als adviesbureau kan KYBYS helpen en inzicht geven', zegt Van der Cammen. 'Dat doen we door de huidige situatie in kaart te brengen. We kijken bijvoorbeeld naar de staat van het veld en onderzoeken of vervanging nodig is. Ook kijken we waaraan de gemeente de meeste waarde hecht, bijvoorbeeld aan het milieu, het spelcomfort of de aanlegkosten. Dit leidt tot een advies over de beste infill-keus.'Het is vooral belangrijk dat gemeenten de tijd nemen en een weloverwogen beslissing nemen. Maar té lang wachten is ook niet goed. Van der Cammen: 'Op tijd beginnen met de voorbereidingen, dat is een advies wat ik gemeenten en verenigingen wil meegeven. Een goede tijdsplanning kan er bijvoorbeeld zo uitzien: samen met een adviesbureau wordt in het laatste kwartaal gestart met de voorbereidingen. In december/januari wordt onderzoek gedaan en het bestek opgesteld. Aansluitend vindt de aanbesteding plaats en wordt de aanleg ingepland. Zeker nu is een goede planning essentieel om het project uiteindelijk goed te kunnen uitvoeren. Eventuele tegenvallers, zoals krapte op de arbeidsmarkt of hogere kosten door inflatie, kunnen zo worden opgevangen. Er is bijvoorbeeld meer tijd om naar de gemeenteraad te gaan voor extra budget.' Een aannemer kiezen op basis van de laagste prijs? Het is beter om te kijken naar de beste prijs-kwaliteitverhouding. De aanlegprijs zegt niet alles; je hebt ook te maken met onderhoudskosten, afschrijvingstermijnen en verwijderingskosten. Ons advies: baseer je keus niet alleen op de aanschafprijs, maar kijk naar de totale kosten over 30 jaar en naar de noodzaak van kunstgras, bijvoorbeeld door een behoefte- en capaciteitsberekening. KYBYS kijkt naar het totale plaatje. Van der Cammen: 'Bij de aanleg van een kunstgrasveld moet je een keus maken op basis van de drie duurzaamheidsaspecten: sociale, economische en ecologische. Is een ecologische maatregel ook duurzaam als de kosten hoog zijn? Dat zijn vraagstukken waarover wij graag adviseren. Als je die drie aspecten steeds voor ogen houdt, is dat op de lange termijn uiteindelijk het voordeligst op alle fronten.'
Tip de redactie |
|