Sportpark van de toekomst ziet er aantrekkelijk uit

ARTIKEL

Bart Mullink, maandag 4 juli 2022

264 sec

Nationale Grasdag dit jaar in teken van transitieopgave

De Nationale Grasdag, die op 13 oktober zal worden gehouden in het congresgedeelte van het Stadion van FC Twente, staat in het teken van het sportpark van de toekomst. Sprekers presenteren hun visie hierop en bespreken voorbeelden uit de praktijk waarin de toekomst al zichtbaar wordt.

De Nationale Grasdag wordt deze keer gehouden in het stadion van FC Twente.

De komende editie van de Nationale Grasdag is de achttiende en tevens de eerste die plaatsvindt sinds de coronapandemie. De sportparken van de toekomst, het thema van de dag, moeten een antwoord bieden op uitdagingen zaken zoals klimaatadaptatie, verduurzaming, multifunctioneel gebruik en economisch én maatschappelijk rendement. Toekomstbestendigheid vergt in veel opzichten een forse aanpassing van de bestaande praktijk, is de boodschap.

De bedrijven die de Nationale Grasdag organiseren, vertegenwoordigen diverse takken van sport die te pas komen bij de aanleg en het onderhoud van sportparken. Het zijn Advanta, DCM, Fertilab, IPC, Bras Fijnaart en de ingenieursbureaus Kybys en Plann.ing. 'Wij zien het als een schone taak om de verschillende kennisgebieden die wij vertegenwoordigen bij elkaar te brengen in een mooi programma', zo verklaart Job Steunenberg van Advanta. 'De Nationale Grasdag is bedoeld als kennisdag voor sportparkprofessionals. Tegelijk is het voor de deelnemers een ontmoetingsdag.'

Efficiënt

De organisatoren zien oplossingen waar iedereen beter van kan worden. Een mooie toekomst is mogelijk, zo luidt de boodschap die de sprekers in petto hebben. Ze rekenen af met de strakke functiescheiding waarin sportparken bestaan naast recreatieparken en andere groenvoorzieningen -een scheiding die efficiënt lijkt, maar het niet blijkt te zijn.

'Als je sportparken en andere recreatieve voorzieningen met elkaar verbindt, krijg je een aantrekkelijker geheel, terwijl je per saldo minder ruimte nodig hebt'

Seth van der Wielen

Seth van der Wielen van Kybys pleit voor een betere benutting van sportparken door meer doelgroepen er gebruik van te laten maken. 'Er staat vaak een groot hek om het sportpark. Dit blijft door de week overdag dicht. Pas in de avond, voor de training van de voetbalclub, gaat het open. Intussen heeft sporten in de openbare ruimte de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in een park verderop. Mijn suggestie is: combineer zulke dingen veel meer. Laat die mensen overdag een deel van de sportvelden gebruiken.' Dat is wat hem betreft een eerste stap op weg naar veel multifunctionelere sportparken.
Aantrekkelijkere parken en beter ruimtegebruik gaan hand in hand, zo legt hij uit. Tegenover de overdag verlaten sportparken ziet hij vaak stadsparken die 's avonds verlaten zijn. Beide zijn onprettig qua sfeer. 'Je hebt dan bijvoorbeeld apart van elkaar een stadspark, waterpartijen en een sportpark. Als je zulke voorzieningen met elkaar verbindt, heb je per saldo minder ruimte nodig en realiseer je tegelijk een aantrekkelijker geheel.' Hij schetst een toekomstbeeld van veel multifunctionelere parken. Naast sportvelden vind je er openbaar groen, wandelpaden en horeca die voor iedereen toegankelijk is.

Job Steunenberg

Biodiversiteit

Job Steunenberg van Advanta ziet in zo'n 'parkachtige omgeving die meer opgaat in de maatschappij' tevens een kans om de biodiversiteit te verbeteren. Er is ruimte voor bomen, struiken en ingezaaide kruiden. Zo'n omgeving trekt een gevarieerde fauna aan. 'Die kan ook een rol spelen bij de biologische bestrijding van plagen.' Het grasveld van de toekomst moet tenslotte zonder pesticiden gezond blijven, weet hij. Aan Advanta daarom ook de taak grasmengsels te ontwikkelen die in zo'n situatie hun mannetje kunnen staan. Hierbovenop komt nog de opgave om in te spelen op de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte.

Peter Laan

De focus van DCM ligt op de invloed van de bodemgesteldheid op de grasmat. Peter Laan is spreker namens deze leverancier van organische meststoffen en biostimulanten. 'Ik ga iets vertellen over de weerbaarheid van grasplanten en hoe je die kunt verbeteren. We hebben te maken met klimaatverandering; die leidt aan de ene kant tot langere periodes van droogte en aan de andere kant tot grotere hoeveelheden water in korte tijd. Er is sprake van hogere temperaturen in de zomer, maar ook in de winter en in het najaar', zo schetst hij bronnen van groeiende stress bij grasplanten. Door stress verzwakken planten, waardoor ze gevoeliger zijn voor ziekten en plagen. 'Dit terwijl chemie wordt uitgefaseerd.'

'Gevarieerdere flora en fauna kunnen een rol vervullen bij de biologische bestrijding van plagen'

Er moet dus gezocht worden naar mogelijkheden om te zorgen dat grasplanten weerbaarder worden en minder last hebben van stress. Dit is, zo onderstreept hij, een puzzel met veel stukjes. Als bijdrage vanuit de bodem noemt hij organische bemesting. Die zorgt behalve voor voeding ook voor verbetering van de kwaliteit van de bodem. 'Je krijgt een bodem waarin wortels beter groeien en beter en gelijkmatiger voeding kunnen opnemen.' Verder zal hij ingaan op de rol van zogeheten biostimulanten. 'Die zorgen ervoor dat planten voeding nog beter kunnen opnemen. Een belangrijke reden voor de inzet van biostimulanten is dat planten die voeding goed kunnen opnemen, minder snel ziek worden.'

Peter Speek

Fosfaat

Peter Speek van Fertilab wil ingaan op veranderende wetgeving waardoor sportveldbeheerders gedwongen zullen zijn om hun bemestingspraktijk aan te passen. Restricties om overbemesting tegen te gaan gelden vooralsnog alleen voor landbouwgrond, maar dat zal volgens hem niet zo blijven. 'Wij staan met ons laboratorium met een grote voet in de agrarische sector. Hierdoor kunnen we goed zien welke ontwikkelingen daar gaande zijn op bodemgebied. Sportparkbeheerders zijn er misschien nog helemaal niet mee bezig, maar ook voor andere sectoren dan de landbouw zijn regels te verwachten, zoals voor stikstof en fosfaat. Wellicht later, maar ze komen wel.'
Bij monsters van sportvelden treft hij regelmatig bemestingswaarden aan waar landbouwers versteld van zouden staan. Als het niet is vanwege toekomstige regels, dan zou het om maatschappelijke redenen voldoende de moeite waard zijn om wat af te remmen, vindt hij. 'Er wordt bijvoorbeeld al tientallen jaren over gepraat dat er minder fosfaat in het milieu moet komen. Alle wasmiddelen zijn fosfaatvrij gemaakt en de boeren mogen er minder van op het land brengen. Maar als ik dan de hoeveelheden zie die soms op een sportveld belanden, denk ik: dat zou best wat minder kunnen. De maatschappij vraagt om duurzaamheid en je kunt je afvragen of je dan wel zo duurzaam bezig bent - nog los van de regels.'

Vakmensen

Liset van Pinxteren van IPC Groene ruimte is van plan nader in te gaan op de mensen die het sportparkbeheer van de toekomst in praktijk moeten brengen. 'Bij toekomstbestendige sportparken horen toekomstbestendige onderhoudsmethoden en dus toekomstbestendige vakmensen.' Ze is bij het opleidingsinstituut verantwoordelijk voor de opleidingen voor sportparken en golfbanen. 'Ik zal ingaan op wat de transitie betekent voor het opleiden van vakmensen. Ik kan nog niet precies vertellen hoe ik dat ga doen; ik ben er nog mee bezig en wil natuurlijk ook wat bewaren voor 13 oktober.'

'Bij toekomstbestendige sportparken horen toekomstbestendige onderhoudsmethoden en dus ook toekomstbestendige vakmensen'

Het zijn de toekomstige groundsmen, fieldmanagers en greenkeepers die IPC Groene Ruimte klaarstoomt voor hun taak. 'Onze opleidingen moeten steeds aansluiten bij de behoeften van de markt. Daarover willen we graag samen met andere partijen nadenken.'

Liset van Pinxteren

De belangrijkste doelgroep voor de Nationale Grasdag zijn gemeentelijke sportparkbeheerders. Steunenberg: 'Op hen is het programma in de eerste plaats gericht. Maar we zien ook veel interesse bij andere partijen die een rol spelen bij de aanleg en het onderhoud van sportparken. Zo wordt het een goede afspiegeling van de markt voor sportvelden.'

De zeven bedrijven die de Nationale Grasdag organiseren, vormen een informeel samenwerkingsverband, zegt Job Steunenberg van Advanta. 'We zitten erin als gelijke partners, die constateren dat er in de praktijk een enorme kennisbehoefte is. Daarom hebben we destijds het initiatief genomen tot de organisatie van deze studiedag.'
Een paar bedrijven zitten er vanaf het begin bij. IPC Groene Ruimte is een tijdje weggeweest en daarna weer teruggekomen. Plann.ing was eerder een onderdeel van Kybys, maar werd verkocht en is nu zelfstandig. 'We blijven de grasdag samen oppakken; we staan tenslotte voor dezelfde uitdagingen', zo verklaart Van der Wielen van Kybys.
De Branchevereniging Sport- en Cultuurtechniek is ook present en krijgt een platform, vertelt Steunenberg, maar maakt geen deel uit van de organisatie.

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie