Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Hoger beroep Nefyto vs. de staat: de feiten op een rij

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Tjeerd Grünbauer, Van Veen Advocaten, vrijdag 18 december 2020
136 sec


De uitspraak in het Hoger Beroep van Nefyto en Artemis, eind november, riep veel vragen op. Wat is nu precies de situatie? Advocaat Tjeerd Grünbauer zet de feiten op een rij.

Tjeerd Grünbauer
Tjeerd Grünbauer

De uitspraak Nefyto/Staat is niet te begrijpen zonder een inleidend stukje college Staatsrecht. Zie daarvoor het kader hierboven. Op 9 maart 2016 is het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden gewijzigd: professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw werd niet meer toegestaan vanaf 1 april 2016. Dat Besluit voorziet in de mogelijkheid uitzonderingen te maken op het verbod. De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden maakt daadwerkelijke uitzonderingen op het verbod.

Van belang is te begrijpen dat de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden allerlei details ter invulling overlaat aan de regering bij Koninklijk Besluit - en dat is ook daadwerkelijk gebeurd - waarna de minister in de ministeriële regeling daar weer uitzonderingen op maakt.

Uitspraak Nefyto/Staat

Nefyto heeft de Staat gedagvaard met als stelling dat het verbod dat in het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden is opgenomen niet kan wijzen naar een grondslag in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en daarom onverbindend is.


De oplossing ligt nu bij de Tweede Kamer, die moet besluiten of er op wetsniveau wel een verbod in de WGB kan worden opgenomen

Het Gerechtshof overweegt dat de Europese Richtlijn is geïmplementeerd in artikel 80a van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die bepaalt dat bij of krachtens Koninklijk Besluit regels kunnen worden gesteld over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of biociden in specifieke gebieden als bedoeld in artikel 12 van de Richtlijn. In artikel 78 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden is vastgesteld dat bij of krachtens (dat wil zeggen: bij ministeriële regeling) algemene maatregelen van bestuur regels worden gesteld over juist gebruik van biociden en dat op dezelfde manier regels kunnen worden gesteld over de manier waarop het gebruik van biociden wordt bijgehouden.

Stelling Nefyto

De stelling van Nefyto was dat de artikelen 78 en 80a van de Wet gewasbeschermings-middelen specifiek bepaald dat voor bepaalde gebieden een verbod kon worden ingesteld of regels kon geven voor administratie van het gebruik. Het hof oordeelt voorts dat een verplichting tot het voeren van administratie geen verbod kan impliceren om een middel te gebruiken.


Ook het gegeven dat door een lidstaat te treffen maatregelen verder kunnen gaan dan de Richtlijn uit de Europese Unie voorschrijft maakt niet dat de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden aan betekenis kan worden uitgebreid door bij Koninklijk Besluit een algemeen verbod te baseren op een wetsartikel dat dat verbod als zodanig niet mogelijk maakt. Daarom is het Besluit zonder wettelijke grondslag genomen, zodat dat als onverbindend buiten toepassing moet blijven.

Hoe nu verder?

De oplossing ligt nu dus bij de Tweede Kamer, die moet besluiten of er op wetsniveau wel een verbod in de WGB kan worden opgenomen. Kortom: het woord aan de wetgever.


De auteur, Tjeerd Grünbauer, is advocaat en partner bij Van Veen Advocaten. Hij heeft ruime ervaring van werken met én tegen de overheid en is specialist op gebied van bestuursrecht, mededingingsrecht en aanbestedingsrecht.

Lesje Staatsrecht

Wetssystematiek: Europees niveau
Wetgeving die vanuit Brussel komt, komt doorgaans in twee vormen: de eerste is die van de Verordening ("Regulation") en de andere is die van de Richtlijn ("Directive"). De Europese Verordening bevat direct werkende regels die gelden voor alle landen in de Europese Unie. De Richtlijn geeft weer hoe Europa in de wetgeving van de landen wil zien dat de zaken worden geregeld. Bij een Richtlijn bestaat ruimte voor de regeringen van de lidstaten om de wetgeving in te richten zoals dat door de betreffende lidstaatregeringen en -parlementen wordt goedgevonden.

Wetssystematiek: Nationaal niveau
Wetten worden vastgesteld door de Tweede- en Eerste Kamer. In een wet kan zijn geregeld dat bij Koninklijk Besluit nadere invulling wordt gegeven van bepaalde onderdelen van de wet. De betrokken minister kan op basis van wet en Koninklijk Besluit allerlei detailzaken regelen in een ministeriële regeling. Als voorbeeld: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft een uitwerking gevonden in het Bor (Besluit omgevingsrecht, een KB), terwijl allerlei vereisten over (bijvoorbeeld) wat moet worden ingediend aan stukken bij een vergunningsaanvraag in de Bor is geregeld.

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024
Drie gratis masterclasses 'Grip op de Grasmat'
dinsdag 17 september 2024
t/m woensdag 2 oktober 2024
Expertdag Duurzaam Gras 2024
dinsdag 1 oktober 2024
Nationale Sportvakbeurs
woensdag 6 november 2024
Dertiende editie Nationale Sport Vakbeurs
woensdag 6 november 2024
t/m woensdag 6 november 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER