'Nu padel onderdeel is van het NOC*NSF-kwaliteitszorgsysteem, verbetert de kwaliteit van banen zichtbaar' |
|
|
|
|
| Nino Stuivenberg,
woensdag 4 november 2020 |
 |
| 294 sec |
Laatste hand gelegd aan finetunen normering padel
De aanleg van padelbanen is inmiddels een kleine twee jaar onderdeel van het Kwaliteitszorgsysteem sportvloeren en sportaccommodaties van NOC*NSF. De normering wordt de komende tijd op een aantal punten gefinetuned. Eén ding is zeker: Nederland behoort nu al tot de Europese koplopers als het gaat om de kwaliteit van padelbanen.
| Bram Meijer (links) werd de laatste vier jaar Nederlands kampioen padel. |
De kwaliteit van nieuw aangelegde padelbanen wordt sinds 2019 gewaarborgd door een verplichte keuring bij oplevering, uitgevoerd door Kiwa Isa Sport. Mark de Bos is projectleider van de afdeling inspectie bij Kiwa Isa Sport. Hij was medeverantwoordelijk voor de normering van padelbanen die inmiddels een kleine twee jaar toegepast wordt. De Bos: 'We zijn nu op een punt dat de keuringen gewoon goed lopen, mede door de samenwerking met de KNLTB. De kwaliteit van padelbanen is de afgelopen jaren stukken verbeterd. De problemen die we nog tegenkomen zijn uiteenlopend. Vaak zitten die in de vlakheid van de vloer, waar maar 3 mm speling in mag zitten. Dat is een strenge norm die nog weleens voor problemen zorgt bij de keuring. Ook kwamen we kooien tegen die niet altijd goed functioneerden.'
Win-winsituatie
Volgens Leon van Leeuwen, programmamanager accommodatiezaken bij de KNLTB, is de kwaliteit van padelbanen zichtbaar gestegen sinds de normen van kracht zijn. 'Als KNLTB willen wij bijdragen aan een klimaat om te komen tot een deugdelijke kwaliteit van padelbanen, onder andere om verenigingen te beschermen. Vóór de normering zagen wij dat die kwaliteit soms te wensen overliet. Met de normering wilden we daar iets aan doen. Sinds padel onderdeel is van het kwaliteitszorgsysteem, zien we de kwaliteit echt verbeteren. Voor iedereen is dat een win-winsituatie. Wij beschouwen het als onze zorgplicht om spelers op banen te laten spelen die aan kwaliteitseisen voldoen. Een eigenaar heeft die zorgplicht ook. Mocht er iets gebeuren, dan kan aangetoond worden dat een baan aan een bepaalde normering voldoet. De normerings- en keuringssystematiek levert daarnaast ook kennis en inzichten op die weer als praatstuk kunnen dienen om de kwaliteit te blijven verbeteren.'
|
|
'De vernieuwde constructie-eisen zullen een duidelijker en eerlijker speelveld opleveren'
| |
|
Einde aan willekeur
Omdat de bouw van een padelkooi in de wetgeving onder het Bouwbesluit valt, is er ook een vergunning voor nodig. Volgens De Bos werd dit voorheen nog weleens vergeten. 'Voordat de keuringsplicht er was, werden padelbanen vaak gewoon gebouwd. Men besefte niet altijd dat er een vergunning voor nodig is. Dat is wel zo, want een bouwwerk is vergunningsplichtig. Dat is anders dan bij de aanleg van een normale tennisbaan, want het park heeft dan al de bestemming "sport" en dus hoef je geen losse vergunning aan te vragen. Een padelkooi wordt gezien als bouwwerk en moet constructietechnisch onderlegd zijn. Dien dus altijd een vergunningaanvraag in bij de gemeente. We zien wel dat gemeenten de aanvragen heel verschillend behandelen: de een is erg streng, de ander verleent de vergunning gewoon.'
Om iets aan die willekeur te doen, zijn standaardvoorwaarden nodig. Achter de schermen heeft de VPN (Vereniging van Padelbaanbouwers Nederland, nog in oprichting) hieraan gewerkt, in samenwerking met de KNLTB en Kiwa Isa Sport. Secretaris Edward van der Meijden vertelt: 'Vorig voorjaar hebben wij geconstateerd dat er een level playing field nodig is in deze markt: we willen dat gemeenten in Nederland op dezelfde manier naar een bouwaanvraag voor een padelbaan kijken en dat die op basis van dezelfde constructieve eisen voor een dergelijke constructie wordt beoordeeld. In samenwerking met het COBc, een expertwerkgroep voor bouw- en woningtoezicht, zijn we daarom een traject in gegaan. We hebben de bouwregelgeving bij padel laten interpreteren door constructeurs en hen hierop laten reflecteren. Na een lang traject ligt er nu een definitief document met constructie-eisen, afgestemd met het COBC en de VPN. Dit document gaan we, afgehecht door de KNLTB en Kiwa Isa Sport, verzenden naar alle gemeentelijke constructeurs in Nederland. Zij zien dan direct dat dit document een door de branche gedragen richtlijn is. Als een gemeente een aanvraag voor een padelbaan krijgt, is er meteen een referentiekader. Op die manier realiseren we voor gemeenten een eenduidige bril om door te kijken.'
Duidelijker en eerlijker speelveld
Nu de eisen definitief zijn, zal de VPN - al wel opgericht, maar nog in de opstartfase - ook meer naar buiten gaan treden. Om lid te kunnen worden, moeten aannemers een aantal goedgekeurde projecten op de Sportvloerenlijst hebben staan en de VPN de mogelijkheid bieden om de klanttevredenheid vast te stellen bij uitgevoerde projecten. Daarnaast wordt, in het kader van de constructie-eisen van het COBc, aanvullend berekend of een aannemer bouwt volgens de bouwregelgeving. Van der Meijden: 'Wij gaan aannemers vragen om van hun constructies - zoals ingediend bij Kiwa Isa Sport - de funderingseisen nog een keer langs de richtlijn te halen. Dat is een extra voorwaarde aan het VPN-lidmaatschap. Als dat gebeurd is en er ten minste vier aannemers zijn die aan alle eisen voldoen, is de VPN een feit. Dat zal naar verwachting voor het eind van 2020 het geval zijn.'
Leon van Leeuwen
Edward van der Meijden
Mark de Bos
|
Het kan zijn dat een goedgekeurde kooiconstructie toch moet worden aangepast om aan de vernieuwde bouwregelgeving te voldoen. Van Leeuwen: 'Een nog duidelijker en eerlijker speelveld kunnen wij alleen maar toejuichen. Dit vinden wij belangrijk voor onze verenigingen en daarmee de ontwikkeling van de sport. Het gaat ons er puur om dat er kwaliteit geleverd wordt.'
Fusie heeft gevolgen
Naast de alternatieve meetmethode voor kooiconstructies komen er wijzigingen in de normering als gevolg van de fusie tussen KNLTB en NPB. De NPB had iets andere richtlijnen dan de KNLTB. Sinds de fusie op 1 juli 2020 valt padel geheel onder de vlag van de KNLTB. Een onderdeel van het fusietraject was dat de accommodatie-eisen naast elkaar werden gelegd en tot één geheel gesmeed. Van Leeuwen legt uit: 'Vóór 1 juli stelde de NPB op een aantal punten andere eisen dan de KNLTB. Daarover hebben we consensus bereikt en we hebben nieuwe accommodatiebepalingen opgesteld. Die zijn nu voorgelegd aan de markt en de VPN mag er nog op reageren. Daarna gaan ze naar de normcommissie van NOC*NSF. De wijzigingen zijn niet groot, maar we wilden ze wel eerst met de markt bespreken. Tot die tijd blijven de huidige normen van kracht.'
|
|
Door de fusie van de NPB en KNLTB veranderen er enkele details in de normen
| |
|
Wereld van verschil
Over normeringen kunnen we veel schrijven, maar uiteindelijk dienen ze vooral als kwaliteitsgarantie voor de eindgebruikers: de padelspelers. Padelspeler Bram Meijer (26) uit Enschede behoort in Nederland tot de nationale top; de laatste vier jaar won hij het NK padel bij de heren. Hij speelt de toernooien op de World Padel Tour, vergelijkbaar met de ATP Tour bij tennis, en speelde op padelbanen door heel Europa. Met zijn ervaring kan Meijer banen dus goed vergelijken. Hij is er zeker van dat de kwaliteit van padelbanen in Nederland hoog is. 'Als je de banen hier in Nederland vergelijkt met bijvoorbeeld die in Spanje, dat is een wereld van verschil. Zelfs op de World Padel Tour kom je slechte ondergronden tegen of verroeste kooien. Verschil met andere landen is er dus zeker. De padelbanen in Nederland zijn nu zoals ze horen te zijn.'
Voor Meijer is Nederland voorloper als het gaat om de kwaliteit van padelbanen. 'De banenbouwers hier spreek ik allemaal regelmatig. De banen met een openbetonvloer vind ik het beste spelen, maar ook de andere banen hebben de afgelopen twee jaar een ontwikkeling doorgemaakt. Als er nu banen worden aangelegd, zien ze er veel beter uit. Dat heeft zeker te maken met de eisen die eraan gesteld worden. Ik vind het goed dat duidelijk is hoe alle banen moeten zijn. Je weet als speler dat ze vergelijkbaar zijn: een baan in Almelo is niet anders dan in Enschede. We weten wat kwaliteit is en waar een baan aan moet voldoen; voor de veiligheid is dat beter. Zowel voor topsporters als recreatieve spelers is het prettig dat de baan hetzelfde is.'
De lat ligt hoog
De woorden van Meijer zijn een indirect compliment voor de VPN, KNLTB en Kiwa Isa Sport, die zich hard hebben gemaakt voor de normering. Van Leeuwen besluit: 'Als KNLTB willen we goede voorwaarden scheppen om te komen tot een verantwoorde kwaliteit en veiligheid bij de aanleg van padelbanen. Daarmee wordt een gezonde basis gelegd voor een goede, duurzame en meer uniforme infrastructuur om padel te kunnen spelen. Natuurlijk kost die kwaliteit geld, maar het resultaat is dat zowel de sport zelf als de verenigingen/eigenaren op een stevig fundament verder kunnen bouwen aan het ontwikkelen van padel in hun omgeving. In andere landen is de kwaliteit van banen weleens erbarmelijk te noemen. Bij ons gaan ook zeker dingen mis, maar ik durf wel te zeggen dat de kwaliteit van padelbanen in Nederland sinds de normering van een hoog niveau is. Daar moet je blijvend aan werken. Het is mooi om te horen dat een topspeler als Bram dat ook zo ervaart.'
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
