| |||||||||||
Beheerders van sportgrasvelden passen al decennia geïntegreerde bestrijding van onkruiden, insecten en schimmels toe. De noodzaak daarvoor wordt alleen maar groter. Vanaf 1 april 2020 geldt een verbod: alleen in enkele situaties en als het echt onvermijdelijk is mogen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast. Tijdens twaalf bijeenkomsten van januari tot en met maart 2020 zijn zo'n vierhonderd beheerders geïnformeerd over het vraagstuk: hoe zorg ik, ook na april 2020, voor een goed bespeelbaar sportgrasveld?
De aanleiding: wettelijk kaderDe reden voor het verbod is de bescherming van mens, dier en milieu. Het Nederlandse beleid is daarom gericht op het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als er geschikte alternatieven zijn. De wetgeving komt voort uit de Europese richtlijn duurzaam gebruik pesticiden (2009/128/EG). Voor sportvelden gold een tijdelijke uitzondering. In de in 2015 ondertekende Green Deal Sportvelden is door de Nederlandse overheid en sportbonden afgesproken dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden vóór 2020 afgebouwd is, mits technisch haalbaar en betaalbaar. Vanaf 1 april 2020 is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op natuurgrassportvelden nagenoeg verboden.Voordat we verder gaan, lichten we eerst toe waar het in dit artikel en tijdens de bijeenkomsten wel en niet over gaat. Het gaat wel over sportgrasvelden voor atletiek, voetbal, cricket en rugby. Het gaat niet over golfbanen en kunstgrasvelden. Het gaat wel over gewasbeschermingsmiddelen en niet over biociden. Een vergelijkbare omschakeling naar chemievrij werken is gerealiseerd op verharding (verbod mrt. 2016) en in het groen (de zogenaamde 'overige terreinen' (verbod nov. 2017). Experts hebben het ministerie geadviseerd dat het slechts in een aantal situaties (nog) niet technisch haalbaar is om pesticidenvrij te werken op natuurgrassportvelden. In deze situaties (zie tabel) mag t/m 2022 nog een gewasbeschermingsmiddel worden gebruikt, mits de beheerder geïntegreerde gewasbescherming (IPM) toepast. Zeven onkruiden mogen met gewasbeschermingsmiddelen worden bestreden, en slechts op 20 procent van het areaal (dus niet volvelds). Tegen schimmels mag niet gespoten worden, omdat die zelden een probleem vormen voor de bespeelbaarheid. Ter verduidelijking: groeiregulatoren zijn gewasbeschermingsmiddelen en mogen niet toegepast worden op de velden. Voor natuurgrasvelden in stadions van eredivisie- en eerste divisie-voetbalclubs gelden uitzonderingen. Daar mag het gehele veld gespoten worden tegen schimmels, maar niet tegen onkruiden en insecten. Vanaf 1 januari 2023 vervallen deze uitzonderingen en mogen gewasbeschermingsmiddelen op geen enkel grassportveld meer worden gebruikt. Tabel 1. Uitzonderingen op het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, geldig tot eind 2022
De strategie: een robuust grasveldBij IPM ligt het accent zwaar op preventie, monitoring en planmatig beheer. Het vereist een weloverwogen aanpak en kennis van de ecologie op een grasveld: de relaties tussen organismen onderling en met hun omgeving. Hierbij is een gezonde bodem even belangrijk als de grasmat die erop ligt. De basis bestaat uit goed cultuurtechnisch onderhoud: met beleid maaien, bemesten, beregenen (weliswaar beperkt), beluchten en doorzaaien. Het streven is een goed gesloten grasmat, met goede sportveldgrassen en goed ontwikkelde wortels. Daarnaast is het belangrijk om nauwkeurig en frequent te monitoren of er mogelijke stressfactoren ontstaan en of er zich onkruid vestigt. Door proactief onderhoud en tijdig ingrijpen bij ongewenste ontwikkelingen kunnen problemen worden voorkomen.De tegenpartij: onkruiden, plagen en ziektenOok in een grasmat geldt het ecologische principe van survival of the fittest. Wanneer het gras gezond is en de groeiomstandigheden optimaal zijn, krijgen ziekten, plagen en onkruiden in het veld minder kans om zich te ontwikkelen.Onkruiden kunnen zich vestigen als ze beter zijn aangepast aan de lokale omstandigheden dan de gewenste sportgrassen. Preventie en bestrijding van onkruiden draait daarom vooral om het gericht sturen in de concurrentieverhoudingen in de grasmat. Dit is maatwerk, bestaande uit een combinatie van het juiste onderhoud op het juiste moment, verantwoord veldgebruik en geschikte omgevingsfactoren. In een gesloten grasmat moeten onkruiden vanaf de kieming direct met het gras concurreren om licht, water en voeding. In een gesloten grasmat met goed ontwikkelde wortels zijn de gevestigde sportveldgrassen altijd in het voordeel. De veredelde rassen zijn, beter dan alle andere soorten, bestand tegen de specifieke sportveldomstandigheden. Op voorwaarde dat ze kunnen putten uit opgebouwde reserves, herstellen sportveldgrassen sneller van bespelen, maaien en veel andere stressfactoren dan ongewenste soorten. Ziekten komen voor wanneer er sprake is van een ziekteverwekker, een verzwakte gastheer én omstandigheden waarin de ziekte zich kan ontwikkelen. De aanwezigheid van ziekteverwekkers op sportvelden is niet te voorkomen. Daarom is het belangrijk om bij de inzaai te kiezen voor ziekteresistente rassen, die bovendien tolerant zijn voor enkele specifieke stressfactoren, zoals droogte, hitte en het maairegime. Een droge en schrale toplaag biedt ziekteverwekkers minder overlevingskans en remt, samen met een korte bladnatperiode, de verspreiding. Een gezonde bodem is zeer belangrijk voor vitaal gras én natuurlijke weerbaarheid tegen verschillende ziekten. Plagen treden vooral op wanneer er sprake is van een overvloedig aanbod van voedsel en een gebrek aan predatoren. Voor de meeste plaaginsecten is gerichte biologische bestrijding met natuurlijke vijanden beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van aaltjes tegen engerlingen. Het blijft essentieel om een natuurlijk evenwicht in en rond het veld te bevorderen. Het stimuleren van biodiversiteit in de omgeving, zoals in de golfsector gebeurt, verdient op buitensportcomplexen meer aandacht. Denk aan beplantingen en kruidenvegetaties die een nestplaats bieden voor natuurlijke vijanden als vogels, vleermuizen, sluipwespen etc.
BevindingenGemeenten en aannemers werken al meerdere jaren pesticidenvrij in het groen en op verhardingen. Onder de deelnemers aan de bijeenkomsten bevonden zich dan ook veel beheerders die al jaren succesvol IPM toepassen zonder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Zij zien de toekomst, met een algeheel verbod, dan ook met vertrouwen tegemoet. Hun kennis en ervaringen zijn cruciaal om de sportsector verder te helpen in deze transitie. Veel vrijwillige beheerders bij sportverenigingen weten nog niet dat ook zij door de wet beschouwd worden als professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast hebben veel vrijwilligers een kennisachterstand omdat het beheer niet hun professie is, uitzonderingen daargelaten. Van gemeenten wordt verwacht dat ze alle sportverenigingen informeren over pesticidenvrij beheer. Ze dienen vrijwilligers te ondersteunen bij het vergaren en onderling delen van kennis.Pesticidenvrij beheer laat zich niet leiden door de kalender. Waar gras in de winter langer doorgroeit en herstelt, wordt het groot onderhoud van velden tijdens de competitiestop een groter risico, vanwege de toenemende kans op hitte en droogte. Grasgroei, vitaliteit en concurrentiekracht van cool season sportgrassen worden direct en indirect beïnvloed door veranderingen in het klimaat. Zeker in combinatie met veranderingen in de looptijd van competitieprogramma's en mogelijke beperkingen met betrekking tot beregenen, is het noodzakelijk de onderhoudsplanning aan te passen om bij de start van de competitie over volledig belastbare velden te kunnen beschikken. Daarnaast is het van belang om gedurende het seizoen vaker het juiste onderhoud te plegen om velden optimaal bespeelbaar te houden. Dit heeft vervolgens weer invloed op de omvang en intensiteit van onderhoudswerkzaamheden na afloop van het seizoen. Een succesvolle IPM-aanpak vraagt niet alleen inzet van de grasprofessionals, maar ook begrip van de spelers, clubs en sportbonden. Communicatie over gebruik en onderhoud van de velden is cruciaal.
Tot slotPesticidenvrij beheer zal nooit een blijvend 100 procent onkruidvrije, ziektevrije en plaagvrije grasmat opleveren, maar dat is sporttechnisch helemaal niet nodig en kon ook vroeger niet worden bereikt. Pesticidenvrij beheer vraagt vakmanschap en volop inzet op een gezonde grasmat én gezonde bodem. Op een aantal velden is daar een inhaalslag voor nodig, maar op goed gebouwde en verantwoord bespeelde velden is beheer zonder gewasbeschermingsmiddelen goed uitvoerbaar en betaalbaar.Meer informatie?• Op de bijeenkomsten stond de Handreiking pesticidenvrij sportgrasbeheer centraal. Deze handreiking is tot stand gekomen in het kader van de Green Deal Sportvelden en geeft beheerders informatie met als doel om onkruiden, ziekten en plagen in sportgrasvelden te voorkomen en te bestrijden zonder inzet van pesticiden. In de zeer uitgebreide handreiking wordt sportgrasbeheer tot in detail beschreven. De handreiking is onder andere te vinden op www.onkruidvergaat.nl en op www.bsnc.nl.• De presentaties die zijn gegeven op de bijeenkomsten zijn te vinden op www.onkruidvergaat.nl. • Als u op de hoogte gehouden wilt worden van de ontwikkelingen in chemievrij beheer, meld u dan aan voor de nieuwsbrief van Onkruidvergaat.nl. • Vragen over dit thema kunt u stellen via het forum van www.schoon-water.nl/forum/. Organisatie twaalf regiobijeenkomstenDe bijeenkomsten zijn georganiseerd door CLM Onderzoek en Advies en Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC). Financiers waren het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), de Unie van Waterschappen (UvW) en NOC*NSF. De bijeenkomsten zijn ondersteund door de volgende samenwerkingspartners: Cumela, KNVB, VHG en VSG.Contactgegevens auteurs Joost Lommen (CLM Onderzoek en Advies): 0345-470758, jlommen@clm.nl
Tip de redactie |
|