Deze twee gemeentelijke fieldmanagers werken al jarenlang chemievrij |
|
|
|
Broer de Boer,
woensdag 20 mei 2020 |
|
| 317 sec |
Bertus Meijer en Addy Snoeren doen het al twaalf, respectievelijk vijf jaar zonder.
'Lucht is de beste meststof.' 'Regenwormen verzetten méér werk dan mijn tractor.' 'Wormenhoopjes en plaagonkruiden maken me blij.' 'Ik wil goed vertakte wortels, geen lange wortels.' Deze bijzondere uitspraken doet Bertus Meijer. De groenbeheerder werkt al tien jaar chemievrij op zeventien sportvelden.
Bertus Meijer werkt sinds vijftien jaar als wijkuitvoerder bij de Overijsselse gemeente Dalfsen. |
Bertus Meijer is overigens niet de enige die al vele jaren ervaring heeft met chemievrij sportveldonderhoud. Zijn collega Addy Snoeren van de gemeente Oisterwijk doet het al ruim vijf jaar. Ook hij weet van wanten! Meijer is van origine hovenier en werkt nu vijftien jaar als wijkuitvoerder bij de Overijsselse gemeente Dalfsen. Deze gemeente voert het groenonderhoud in eigen beheer uit. 'Op het gebied van duurzaamheid zijn we koploper', zegt Meijer trots. 'De SMK heeft ons volgens de Barometer Duurzaam Terreinbeheer gecertificeerd met goud. We zijn dus al jaren glyfosaatvrij.' De sportvelden worden in Dalfsen op duurzame wijze onderhouden. De gemeente telt vier sportparken met zeventien grasvelden. De afgelopen tien jaar is daar nog geen gram chemie op terechtgekomen.
Meer uitdaging
'We zijn ontzettend verwend met egale kunst- en natuurgrasvelden', vindt Meijer. 'Onze ambitie om chemievrij te worden, dateert van ruim twaalf jaar geleden. Uit een inventarisatie van de competenties van het personeel bleek dat we samen meer uitdagingen wilden in het groen. Chemie kan ook een behoorlijke tik uitdelen aan gras. Wij waren ervan overtuigd dat de natuur zich, met de goede ingrediënten, heel goed zelf kan redden, zonder dat wij steeds brandjes moeten blussen. Uiteindelijk bereikten we dat het gras nu rustiger en constanter groeit. We hebben minder handelingen te doen en merkwaardig genoeg herstellen ook wonden door slidings sneller zonder chemie, zowel in de grasmat als in de gevoelige huid van spelers.'
Aanpak
Meijer vertelt wat daarbij komt kijken: 'We hebben in die tien jaar het slitten weer geïntroduceerd. Dat doen we eens per maand. Elke drie weken gaan we met de wiedeg over het veld. Dat vind ik overigens een ondergewaardeerd werktuig voor grasonderhoud. Vervolgens beluchten we de toplaag maandelijks, en eens per week gaan we er met een sleepmatje overheen om de wormenhoopjes te verspreiden.' Wonderlijk genoeg zegt Meijer daarna: 'Als ik wormenhoopjes en plaagonkruiden zie, word ik blij.' Hij verduidelijkt: 'Actieve wormen verzetten meer werk dan de tractor. Ik wil lucht in de bodem. Zodra ik onkruiden zie, denk ik: we hebben iets niet goed gedaan. Dan is het voor ons een uitdaging om de omstandigheden zodanig te maken dat ze zonder chemie verdwijnen. En geloof me: voor elke chemische ingreep bestaat een alternatief.' De sportvelden liggen op een uitstekende bodem en het succes is geloofwaardig. Maar hoe bestrijdt Meijer hier dan emelten en engerlingen? 'Zonder chemie', lacht hij. 'We hebben hier waardplanten aangeplant waarop sluipwespen goed gedijen. Dat zijn de natuurlijke vijanden van deze insecten. Ook een gezonde bodem helpt om deze plaaginsecten de baas te blijven.'
|
'Elke drie weken gaan we over het veld met de wiedeg, een ondergewaardeerd werktuig voor grasonderhoud'
| |
|
Een gezonde bodem
Een goede toplaag en ondergrond zijn dus zeer belangrijk voor chemievrij sportveldonderhoud. In Dalfsen zijn die omstandigheden goed. Er is zandgrond met een goede opbouw, goed beregeningswater, een goede pH-waarde en voldoende organische stof. 'Om succesvol chemievrij te gaan werken, moet je de tijd nemen om de bovenste laag van de bodem te bestuderen', doceert Meijer. 'Zoals boeren dat hier doen, kijken ook wij naar de micro-organismen en de schimmels in de bodem. Die heb je allemaal nodig. Is de bodem gezond, dan krijg je een goede grasmat. In eerste instantie kost chemievrij beheer meer geld en haal je uitgaven naar voren, bijvoorbeeld voor investeringen. Maar na verloop van tijd kun je juist kosten besparen: je kunt namelijk zonder chemie!' Stel dat je een sportpark vanaf het begin chemievrij wilt onderhouden, wat adviseert Meijer dan? Hij zegt: 'Kijk goed naar de sportvelden. Welke grassoorten en kruiden zie je? Wat is daarvoor de ideale bodem? Neem een grondmonster om de grond chemisch te laten analyseren. Doe dat ook voor de korrelverdeling in de zandfractie. Als je daar zicht op hebt, kijk dan welke grassen daarbij passen; weet bij welke groeiomstandigheden die kruiden goed gedijen. Zorg voor de juiste pH voor gras: 5 - 5,5; stuur op dat niveau. En wat bemesting betreft: stop met die verziltende anorganische meststoffen en ga aan de slag met langwerkende organische meststoffen. Daarvoor krijg je een constantere groei en een lagere grasproductie terug, die je ook weer ten goede kunt laten komen aan de grasmat. En wees niet bang! Doe het gewoon; realiseer je dat je zonder de adviezen van al die chemische professionals kunt.' Maar dan? 'Je moet er wel wat geduld voor hebben', verzucht Meijer. 'Het eerste wat je ziet, is dat het gras geel wordt. De bodem moet wennen, ontzilten en het gras kan zelfs paars worden. Dan is het moeilijk om niet naar kortwerkende meststoffen te grijpen. Je krijgt aanvankelijk meer onkruid, dat overigens slecht tegen maaien kan. En geloof me: plaagonkruiden verdwijnen naarmate je de ongewenste groeiomstandigheden hiervoor beter in de hand hebt.' Meijer waarschuwt: 'Let op: de supporters leveren meer commentaar dan de bespelers. De madeliefjes en andere onkruiden blijven groeien, zolang ze maar niet de overhand krijgen en de speelomstandigheden niet nadelig beïnvloeden.' Meijer houdt een schema aan voor alle vier sportparken; minimaal eenmaal per twee jaar wordt de bodem van elk veld uitgebreid bemonsterd. Ook wordt de neerslag nauwlettend in de gaten gehouden om te weten of er moet worden beregend. 'Belangrijk in onze organische bemesting zijn de enzymen en mycorrhiza', vertelt Meijer. 'Die dragen bij aan een mooi wortelpakket. Als ik een plug steek, zegt de lengte van de graswortels me niet zoveel. Ik zie liever goed vertakte wortels; mycorrhiza stimuleert dat. Als ik de plug die ik steek in mijn handen heb, moet ik de bovenkant daarvan niet kunnen breken.' Meijer heeft overigens recentelijk geëxperimenteerd met lavameel. Toch is hij ondanks het succes dat hij meldt nog steeds op zoek naar de ideale organische meststof: 'Ik heb ervaring met een Belgische en een Nederlands producent, maar nog altijd heb ik geen meststof gevonden die volledig organisch is. Overal zit toch nog wat chemie in!'
Ruim vijf jaar chemievrij
Addy Snoeren werkt als voorman in de groensector bij de gemeente Oisterwijk. Hij onderhoudt de negentien grasvelden op vier parken nu ruim vijf jaar chemievrij. 'Daarvóór onderhielden we al een aantal sportvelden op deze manier. Ik had er altijd al een hekel aan om de velden jaarlijks standaard te spuiten tegen onkruiden', vertelt Snoeren. 'Het college wilde echter voor het SMK-goud gaan, zodat gebruik van chemie op alle velden en verhardingen taboe werd.' En uiteindelijk maakte Addy Snoeren, die nu 33 jaar ervaring in het vak heeft bij de gemeente, het met zijn collega's waar op de velden. Hij bekent: 'We komen frequent op de velden en kunnen snel maatregelen nemen omdat we veel eigen machines hebben. Er staat echt weleens een onkruidje op de velden, maar we zitten erbovenop en we monitoren de maatregelen die we nemen. Tot dusverre heb ik nog nooit klachten van spelers of supporters gekregen.' Snoeren maakt ook duidelijk dat de gemeente de afgelopen twee jaar flink geïnvesteerd heeft in het machinepark. Er kwamen een nieuwe verticuteermachine, nieuwe prikrollen en nieuwe snijrollen die de oudere exemplaren vervingen. De snijrollen hebben schijven op een onderlinge afstand van 10 cm die 25 cm diep gaan; de prikrollen hebben dichte pennen die meer bestemd zijn om de toplaag tot op 5-10 cm diepte te beluchten. Snoeren: 'Prikken en snijden doen we tijdens het groeiseizoen om de zes à zeven weken. Daarnaast wiedeggen we wekelijks de trainingsvelden om ze egaal te houden. De andere sportvelden wiedeggen we elke maand. Het bezanden, het traditionele regelmatige doorzaaien en het vertidrainen besteden we uit; dat gebeurt doorgaans eenmaal per jaar.'
| Addy Snoeren had er altijd al een hekel aan om de velden jaarlijks standaard te spuiten tegen onkruiden. |
|
|
|
'140 kg stikstof, 40 kg fosfaat en 75 kg kali per hectare'
| |
|
Plantenvoeding
Het toedienen van meststoffen kan Snoeren niet interessanter maken dan het is. Eens per drie jaar laat hij hiertoe de bodem van de sportvelden bemonsteren. Hij laat zich voor bemestingsadviezen bijstaan door Vos Capelle. Dit bedrijf levert ook de slow release organische meststoffen. De jaarlijkse mineralengift per hectare bestaat uit ongeveer 140 kg stikstof, 40 kg fosfaat en 75 kg kali. De Vosca-meststoffen bevatten humus- en fulvozuren. Anders dan zijn collega Bertus Meijer dient Snoeren geen mycorrhiza, enzymen of andere ecologische producten toe. 'Als we problemen zien met plaagonkruiden als weegbree, paardenbloemen of madeliefjes, gaan we frequenter snijden en prikken of ik laat een keer extra vertidrainen. Ik heb alle vrijheid om dat zelf te beslissen', vertelt hij. 'Gelukkig hebben we geen last van aaltjes. Er zit hier weleens een engerling. Toen dat een plaag was, hebben we ze bestreden door de grasmat flink te besproeien met water. Engerlingen komen dan naar boven. Als je daarna gaat walsen, overleven de meeste het niet.'
|
'Stop met die verziltende anorganische meststoffen'
| |
|
Bodemgesteldheid
Zo tussen de regels door wordt duidelijk dat ook Snoeren het verschijnsel plaagonkruiden op sportvelden toeschrijft aan de bodemgesteldheid. Daartegen kun je met een combinatie van wiedeggen, snijden en verschillende beluchtingsmethodes met succes iets ondernemen. Tijdig doorzaaien met het juiste graszaadmengsel om een mooie volle grasmat te houden, is van groot belang. Op de vraag of de methode die deze twee gemeentes hanteren ook succesvol kan zijn op andere sportparken, zegt Snoeren terughoudend: 'Dat ligt volledig aan de budgetten die een gemeente beschikbaar stelt, en dus aan de vraag hoe hoog ze chemievrij onderhoud in het vaandel hebben staan. Wij hebben hiervoor een eigen dienst en het materieel om hiermee resultaat te boeken.' De kosten van chemievrij onderhoud van sportvelden gaan dus duidelijk voor de baten uit!
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|