Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Forum non-infill: hoe vertalen we subjectieve spelerservaringen naar objectieve metingen?

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Nino Stuivenberg, dinsdag 25 februari 2020
565 sec


Branche in gesprek over de toekomst van non-infill-kunstgrasvelden

We hebben in Nederland inmiddels zo'n anderhalf jaar ervaring met pilots van non-infill-kunstgrasvelden. Voor ons een moment om de status van dit type velden te evalueren: waar staat non-infill momenteel, en hoe ziet de toekomst eruit? Achttien professionals uit de branche gingen op 13 februari jongstleden het gesprek aan over dit onderwerp in de Rinus Michels-dug-out bij de KNVB in Zeist.


De vaste lezer van dit vakblad herinnert zich waarschijnlijk dat wij begin 2019 ook een discussieforum over non-infill-kunstgrasvelden organiseerden. De eerste pilots waren toen pas een half jaar oud. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder. Er is meer ervaring met de velden. Er zijn pilots weggehaald, aangepast en nieuw aangelegd. Een goed moment dus om weer met experts om de tafel te gaan zitten. Na een oproep op onze website hadden we al snel een aantal geïnteresseerden die de discussie wel wilden aangaan. Met een groep die bestond uit adviseurs, aannemers, kunstgrasfabrikanten en vertegenwoordigers van gemeenten hadden we een gemengd gezelschap om die discussie te voeren.

We trappen het rondetafelgesprek af met de stelling 'Over vijf jaar worden er in Nederland alleen nog maar non-infill-kunstgrasvelden aangelegd'. Het is een stelling die de discussie meteen flink op gang brengt, want de meningen zijn verdeeld. Enkele aanwezigen, onder wie Arjan Knottnerus (Fieldturf-Tarkett), zijn het ermee eens. Knottnerus: 'Je moet kijken naar de maatschappelijke discussie die gaande is en wat straks vanuit Europa opgelegd kan worden: een verbod op plastic infill. Dat betekent ook dat er meer vraag gaat komen naar alternatieven. Zonder de discussie over infill was er veel minder aandacht geweest voor non-infill.'

Joop van Krimpen (Condor Grass) aan het woord
Joop van Krimpen (Condor Grass) aan het woord

Acceptatie nodig

Andere aanwezigen hebben twijfel bij de stelling of zijn het ermee oneens. Dat komt volgens de meesten door de kwaliteit van de huidige velden, waar grip nog weleens een probleem kan zijn. Volgens Joop van Krimpen (Condor Grass) heeft dat echter te maken met acceptatie. 'We zijn in Nederland verwend door de kwaliteit van kunstgrasvelden', stelt hij. 'Het ligt aan de Nederlanders, die accepteren dit gewoon niet. Iedereen heeft hier een mening over non-infill, maar wij hebben inmiddels honderd non-infill-velden aangelegd in Europa en krijgen geen klachten. Het gaat erom: wat is acceptabel hier in Nederland? We kunnen nooit een kunstgrasveld maken dat gelijk is aan een natuurgrasveld. Als dat de eis wordt, kun je het vergeten.'


'Het gevoel dat gebruikers hebben bij het veld kun je niet wegnemen en moet je ook serieus nemen' - Hans Galgenbeld, gemeente Hellendoorn

Marcel Geurts van de gemeente Oss, sinds 2018 eigenaar van een non-fill-veld, is het daar helemaal niet mee eens. 'Wat is het verschil tussen jouw velden en de andere in Nederland? Als we hier verwend zijn, dan is dat een maatschappelijk gegeven waar we niets meer aan kunnen doen. We hebben tweeduizend kunstgrasvelden en de voetballers zijn die kwaliteit gewend. Zij gaan echt niet akkoord met een afname in kwaliteit.' Hij voegt eraan toe dat de kwaliteit van non-fill-velden sterk afhankelijk is van het moment waarop je deze bespeelt. 'Ons veld is heel erg weersafhankelijk. Het heeft zeker zijn goede momenten; als het mooi droog gewaaid is, dan horen we bijna niemand. Maar vooral bij dauw zijn er klachten. De verschillen in speltechnische kwaliteit zijn veel te groot en te afhankelijk van de weersomstandigheden. Dat is wat ik hoor van de verenigingen.'

Menso de Maar, die in Amsterdam ook ervaring heeft met een non-infill-veld, valt Geurts bij: 'Wij hebben vijf verenigingen die 's avonds bij ons trainen; die willen er dan niet meer op spelen. Met name bij de leeftijd van dertien jaar en ouder zie je wat problemen ontstaan. Ze ervaren het veld als glad.' Van Krimpen haakt daarop in: 'Als er geen alternatief veld voorhanden zou zijn, denk je dat ze er dan nog steeds niet op zouden spelen?' De Maar: 'Ik denk dat het dan een ander verhaal is.'

Gosewin Bos (Antea Sport) en Knottnerus maken allebei de vergelijking met de situatie rond kunstgras in 1999 en 2000. Bos: 'Toen hadden we een enigszins vergelijkbare situatie: discussies over slidings, schaafwonden en niet alle spelers wilden op kunstgras spelen. Ook toen werden de velden door de industrie verbeterd, maar er ontstond ook acceptatie.' Knottnerus is het daarmee eens. 'Al wil ik daarmee de problematiek van de huidige feedback zeker niet bagatelliseren.'

Gosewin Bos (Antea Sport) en Seth van der Wielen (Kybys)
Gosewin Bos (Antea Sport) en Seth van der Wielen (Kybys)

Belang van schoeisel

Hans Galgenbeld van de gemeente Hellendoorn beaamt dat de velden op sommige momenten prima voldoen. 'Onder normale omstandigheden hoor je ook bij ons echt niemand meer. Maar wanneer er sprake is van dauwvorming en vorst, zie ik wel dat de ervaring van gladheid sterk toeneemt. Naast de gewenste aanpassingen aan het veld moet er misschien ook eens naar het schoeisel gekeken worden.' Daarmee brengt hij een nieuwe discussie op gang. Moeten voetballers meer rekening houden met de ondergrond bij de keuze van hun voetbalschoenen? Bos: 'Met non-infill passen we de ondergrond voor de sporter aan; het is immers anders dan een veld met infill. Maar niemand kijkt naar het schoeisel waarmee de sporter het veld gebruikt, en dat is volgens mij een deel van de oplossing. Probeer maar eens met voetbalschoenen op een hockeyveld te voetballen. Dan ga je ook onderuit en dat vinden we niet raar. We kunnen ontwikkelen wat we willen, maar als we aan die kant niks doen, zijn we een mismatch aan het maken. We moeten die branche opzoeken om de ontwikkelingen aan elkaar te koppelen.' Jan-Willem Boon (Gras Advies) reageert: 'Maar als je een hockeyschoen hebt, kun je op alle ondergronden hockeyen: zand, semiwater en waterveld. Ik vind dat je met een voetbalschoen, met standaard ronde noppen, ook gewoon hierop moet kunnen voetballen. Non-fill is een extra type naast natuurgras, kunstgras met infill en hybride.'


'Er moet een taskforce non-infill komen waarin de leveranciers informatie delen' - Marcel Bouwmeester, gemeente Utrecht

Volgens Knottnerus is Fieldturf-Tarkett op de hoogte van het belang van schoeisel. De kunstgrasfabrikant doet hier zelf al onderzoek naar. 'Wij zijn met Trondheim een onderzoek gestart naar schoeisel op een non-fill-veld dat niet voldoet aan de spelerseisen. We hebben alle spelers van de hoge teams op dit veld laten spelen. Je ziet dat bepaalde schoenen heel slecht scoren en andere heel goed. De voetbalschoenen voor natuurgras, die niet geschikt zouden zijn voor kunstgras, komen er op non-infill juist als beste uit. Dus als het om schoeisel gaat, kunnen we veel winst behalen.'

Menso de Maar (stichting Sportpark De Eendracht), Ben Demmer (gemeente Borne) en Ad van de Luijtgaarden (gemeente Zwijndrecht)
Menso de Maar (stichting Sportpark De Eendracht), Ben Demmer (gemeente Borne) en Ad van de Luijtgaarden (gemeente Zwijndrecht)

Van subjectief naar objectief

Een heikel punt blijft natuurlijk dat non-infill-velden volgens de metingen wel voldoen, maar dat de gebruikerservaringen nog vaak anders zijn. Galgenbeld: 'Het gevoel dat gebruikers hebben bij het veld, kun je niet wegnemen en moet je ook serieus nemen. In onze situatie merk ik dat we, ondanks meerdere testen, nog niet precies weten hoe we ervoor staan. De resultaten van de testen zijn gebaseerd op persoonlijke en daarmee subjectieve ervaringen van spelers. Er zijn spelers die het niks vinden, spelers die verbetering ervaren en spelers die het wel een goed veld vinden. Het is van belang om de ervaringen nu objectief te meten.' Volgens Patrick Balemans van de KNVB werkt de voetbalbond hier momenteel aan. 'Wij starten binnenkort met een objectief ervaringsonderzoek op de huidige non-infill-velden. We kunnen lang praten, maar als we het niet kunnen objectiveren, hebben we niks. We gaan ook starten met een blessureonderzoek. Dat vraagt tijd en geld, maar we beginnen er wel mee. Dan kunnen we zaken objectief op tafel leggen, resultaten met elkaar bespreken. Dit soort producten heeft toekomst, maar we moeten ze niet te snel willen uitrollen.'


Als tweede bespreken we de stelling: 'We hebben meer goede pilots nodig om de techniek verder te finetunen.' Ook daarover zijn de meningen verdeeld. Boon, bijvoorbeeld, pleit voor één pilot per non-infill-mat. 'Een pilot moet in mijn ogen altijd maar één configuratieveld zijn.' Sander Akkerman (Plann ingenieurs) is juist voorstander van meer pilots. 'Je ziet dat er veel discussie is over de korrels, dus is er over vijf jaar volgens mij gewoon geen infill meer. Non-infill is gewoon een van de ontwikkelingen waar we naartoe gaan. Ik ben groot voorstander van meer dan één pilot per jaar. Hoe meer je bouwt, hoe meer je leert en hoe beter je kunt modificeren. En de acceptatie komt dan vanzelf. Je accepteert het dan omdat er geen andere mogelijkheid meer is.'

'We hebben tweeduizend kunstgrasvelden en de voetballers zijn die kwaliteit gewend' - Marcel Geurts, gemeente Oss

De juiste locaties

Het is dan wel belangrijk waar die pilots komen te liggen. Seth van der Wielen (Kybys) vertelt over een pilot die afgelopen zomer gestart is in de gemeente 's-Hertogenbosch. 'Er is heel bewust een tiende veld gekozen als pilot voor een non-infill-veld. Als het veld niet zou presteren, kon de bespeelcapaciteit op de andere velden gezocht worden. Zo heb je een bepaalde basis voor de pilot en kun je de markt de mogelijkheid geven om echt te kijken wat zo'n pilotveld doet. Dat biedt kansen voor de markt, bonden en testinstituten. Ik hoop dat er meer gemeenten zijn die hun nek durven uitsteken voor een pilot, maar dan wel op plaatsen waar het verantwoord is en met een goed besef van de risico's en duidelijke afspraken. Uiteindelijk is dat volgens mij de richting om met elkaar te komen tot betere velden.'


De Maar, bestuurder van stichting Sportpark de Eendracht in Amsterdam, gaat graag op die uitnodiging in. 'Wij hebben in totaal veertien velden. Wat mij betreft, mag ons non-infill-veld de komende tien jaar gebruikt worden voor allerlei ontwikkelingen. We zitten nu met een veld waar we niets mee kunnen; dat moet eruit. Het mag wat mij betreft drie keer vervangen worden. Voor mij is dat geen probleem, als we er goede afspraken over maken. Dat veld is zo tien jaar voor jullie beschikbaar.'

Marcel Bouwmeester (gemeente Utrecht) en Arjan Knottnerus (Fieldturf-Tarkett)
Marcel Bouwmeester (gemeente Utrecht) en Arjan Knottnerus (Fieldturf-Tarkett)

Twijfelaars

Onze bijeenkomst over non-infill werd ook bezocht door vertegenwoordigers van diverse gemeenten die interesse hebben in non-infill-kunstgras. Een van hen is Marcel Bouwmeester (gemeente Utrecht). 'In Utrecht zijn we op zoek naar een veilig en KNVB-wedstrijdgeschikt voetbalveld zonder toevoeging van kunststof infill. We willen een bepaald eindresultaat en non-infill-kunstgras is daarvoor een optie. Uit de uitgevoerde pilot blijkt dat non-infill-kunstgras technisch helaas nog niet klaar is. We hopen dat hier snel verandering in komt; dan is non-infill een oplossing voor onze maatschappelijke problemen. Ik zou in Utrecht geen non-infill aanleggen op een plaats waar ik een kunstgraswedstrijdveld moet renoveren. Dat risico is te groot; die capaciteit kan ik niet missen. Ik vind het logischer om trainingsvelden te kiezen; dan houd je het risico lager.' Hij is wel voorstander van meer pilots op de juiste locaties. 'Veel pilots voor non-infill vind ik geweldig. Meer pilots betekent dat er snellere ervaring wordt opgedaan en sneller wordt doorontwikkeld. En het liefst natuurlijk pilots van alle fabrikanten.'


'Niemand kijkt naar het schoeisel waarmee de sporter het veld gebruikt' - Gosewin Bos, Antea Sport

Zo zijn veel gemeenten zich nog aan het oriënteren. Ben Demmer (gemeente Borne) heeft vier velden, die hij alle vier wil laten ombouwen tot non-infill, de eerstkomende zomer al. Boon noemt een gemeente die vier non-infill-kunstgrasvelden wil, maar niet van hetzelfde type. Dan kan hij dus niet bij één leverancier terecht. Ad van de Luijtgaarden (gemeente Zwijndrecht) zit in hetzelfde schuitje. 'Binnen anderhalf jaar heb ik vier velden te renoveren. Ik ben heel erg zoekende. Welk aanbod is er aan non-infill, wat krijg ik precies?'

Hellendoorn is een goed voorbeeld van een gemeente die duidelijke afspraken gemaakt heeft over de pilot. Galgenbeld legt uit: 'Wij hebben aan de voorkant duidelijk gecommuniceerd over de deal die gemaakt is. We konden met de leverancier een goede deal maken en zo de investering in de kunstgrasvelden naar voren halen. Bij iedereen was bekend dat het om volledig goedgekeurde non-fill-velden ging die voor het eerst in de markt gezet werden. Toen we ze in gebruik namen, waren er direct problemen. Dan is het toch de kunst om iedereen de ruimte te bieden om er wat van te leren, want daar hebben wij als gemeente, de KNVB, de leverancier en de gebruikers belang en baat bij. Zo kan de markt zich ook verder ontwikkelen. De betrokken verenigingen hebben zich het afgelopen half jaar heel constructief opgesteld. Er zijn nog steeds klachten, maar we zien ook een andere beweging. Mensen die de velden steeds beter vinden dankzij de doorgevoerde aanpassingen, en waarschijnlijk ook omdat ze eraan gewend raken. Uiteindelijk is het een kwestie van tijd, maar ook van hoe je samen het hele proces doorloopt. Dat proces is heel belangrijk.'

'We zijn in Nederland verwend door de kwaliteit van kunstgrasvelden' - Joop van Krimpen, Condor Grass

Utopische wereld

Volgens Bouwmeester is het belangrijk dat specialisten uit de branche en marktpartijen nu de koppen bij elkaar steken. Hij geeft tijdens de discussie meerdere voorbeelden van samenwerking. 'We moeten de zaken veel meer coördineren. Er is nu geen overall management of logica. Iedereen doet maar wat.' Hij geeft een voorbeeld: 'Ik heb nog geen technische analyse gezien van de pilots. Normaal gesproken moet dit volgens het NOC*NSF-procedurehandboek na één jaar gebeuren: vaststellen of het betreffende non-infill-systeem op de Sportvloerenlijst mag staan. Dit is waardevolle informatie; geef de markt en opdrachtgevers duidelijkheid. We verliezen nu kostbare tijd. Je kunt bijvoorbeeld een website maken met een overzicht van ontwikkelingen van alle bedrijven. En het lijkt mij een goed idee dat er een taskforce non-infill komt, waarin de leveranciers informatie delen. Het is bij elkaar in de keuken kijken, dat weet ik, maar ze hebben er allemaal baat bij dat dit slaagt in Nederland. Het is nu allemaal geïsoleerd; dat vind ik een gemiste kans.' Van der Wielen gelooft daar echter niet in. 'Dat is ook wel een beetje hoe de markt werkt. Kijk naar Nike, dat heeft een hardloopschoen ontwikkeld die veel beter is dan alle andere. Denk je dat zij die informatie gaan delen met de concurrentie? Ik snap dat een branchebrede ontwikkeling sneller zou gaan, maar dan heb je het over een utopische wereld.'


De derde en laatste stelling: 'De industrie moet toch in staat zijn om werkende pilots te bouwen', hoeven we na de uitgebreide discussie eigenlijk al niet meer te behandelen. Van der Wielen vat samen: 'Het is te gemakkelijk om de bal puur bij de industrie te leggen. Er moet op veel fronten nog heel wat gebeuren. Er is acceptatie nodig, we moeten het hebben over schoeisel, en aan de testmethoden en meetwaarden wordt nog gewerkt. Het is belangrijk dat het onderzoek goed gebeurt. Je krijgt al gauw subjectieve cafépraat, dus hou het wetenschappelijk.' Wat acceptatie betreft: die komt er waarschijnlijk vanzelf als er meer non-infill-velden in Nederland liggen. Aan de prijs zal het niet liggen, want een non-infill-veld kost momenteel evenveel als een kunstgrasveld met TPE.

Sander Akkerman (Plann ingenieurs), Patrick Balemans (KNVB) en Wil Ditzel (Global Sports Surfaces Europe)
Sander Akkerman (Plann ingenieurs), Patrick Balemans (KNVB) en Wil Ditzel (Global Sports Surfaces Europe)

Lastige discussies

De vraag is welke ontwikkeling er komende zomer gaat plaatsvinden. Komen er nieuwe pilots, en zo ja, welke? Volgens Balemans staat de KNVB nog altijd open voor pilots. 'Maar hoeveel en waar, dat zijn altijd lastige discussies. Moet je het doen op veld 10 van een grote vereniging die meerdere velden met kunstgras heeft? Of op een bijveld van een vereniging met twee of drie velden? Dat zijn geen makkelijke beslissingen om te nemen. Binnenkort wordt daar wel over gesproken en ik denk dat we dan ook met een goede beslissing gaan komen. Die kunnen wij niet zelfstandig nemen; dat doen we met alle partijen uit de markt.'


Knottnerus hoopt dat er komende zomer weer een gemeente is die de nek wil uitsteken voor een non-infill-veld. In het gesprek komt al snel naar voren dat er echt wel gemeenten zijn die dat willen toezeggen, zoals Borne. Akkerman vraagt daarop of er deze zomer gewoon pilots aangelegd kunnen worden. Balemans: 'Daar wordt bij de KNVB nog op directieniveau over gesproken. Binnenkort zal die uitspraak komen. Veiligheid en verantwoordelijkheid staan voor ons in ieder geval bovenaan. Wij als KNVB zijn een van de weinige voetbalbonden die de deur hebben opengezet voor deze ontwikkeling. Fifa doet dat nog niet, wij als Nederland al wel.'

Uw mening

De stellingen die we tijdens het forum bespraken, hebben we ook voorgelegd aan de lezers van vakblad Fieldmanager op Fieldmanager.nl. Zij gaven het volgende oordeel.
1. Non-fill-velden zijn weliswaar de toekomst, maar op dit moment nog vooral de verre toekomst.
Eens: 40%
Neutraal: 20%
Oneens: 40%
2. We hebben goede pilots nodig om de techniek verder te finetunen.
Eens: 88%
Neutraal: 4%
Oneens: 8%
3. Over vijf jaar worden in Nederland alleen nog maar non-fill-kunstgrasvelden aangelegd.
Eens: 21%
Neutraal: 44%
Oneens: 35%
4. Het is bijzonder dat de 'klant' (eindgebruikers en opdrachtgevers) zo nadrukkelijk wordt betrokken bij het ontwikkelen van non-fill-concepten. De industrie moet toch in staat zijn om 'werkende' pilots aan te bieden.
Eens: 42%
Neutraal: 21%
Oneens: 37%

Bij onze forumdiscussie over non-infill-kunstgrasvelden waren de volgende personen aanwezig:
  • Patrick Balemans, KNVB
  • Gosewin Bos, Antea Sport
  • Arjan Knottnerus, Tarkett Sports
  • Joop van Krimpen, Condor Grass
  • Peter Verhoeven, Domo Sports Grass
  • Wil Ditzel, Global Sports Europe
  • Menso de Maar, Stichting Sportpark De Eendracht
  • Marcel Geurts, gemeente Oss
  • Ben Demmer, gemeente Borne
  • Hans Galgenbeld, gemeente Hellendoorn
  • Ad van de Luijtgaarden, gemeente Zwijndrecht
  • Patrick de Bourgraaf, gemeente Bunschoten
  • Marcel Bouwmeester, VSG / Gemeente Utrecht
  • Piet Kranendonk, ASC Sports & Water
  • Jan-Willem Boon, Gras Advies
  • Sander Akkerman, Plann ingenieurs
  • Seth van der Wielen, Kybys
  • Nino Stuivenberg, NWST

  • LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

    REACTIES
    Er zijn nog geen reacties.

    download artikel

    Tip de redactie

    Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
    GREEN OUTLET
    Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
    AGENDA
    Verdiep jouw kennis met cursus grasveldkunde
    dinsdag 21 januari 2025
    t/m dinsdag 21 januari 2025
    Meld je aan voor kennissessies over de noodzaak van een circulaire aanpak
    dinsdag 21 januari 2025
    t/m woensdag 22 januari 2025
    Cursus duurzaam onderhoud grassportvelden
    donderdag 23 januari 2025
    t/m donderdag 23 januari 2025
    Jaarcongres brancheorganisatie BSNC
    dinsdag 28 januari 2025
    t/m dinsdag 28 januari 2025
    Vakbeurs Sportaccommodaties op 20 maart 2025
    donderdag 20 maart 2025
    t/m donderdag 20 maart 2025

    ONDERDELEN
    Archief
    Dossiers
    Green Industry Profile
    OVER ONS
    Over ons
    Duurzaamheid & NWST
    Contact
    Het team
    ADVERTEREN EN ABONNEREN
    Fysiek abonnement
    Digitaal abonnement
    Abonneren nieuwsbrief
    Adverteren
    Verschijningsdata
    MEER
    Redactionele spelregels
    Algemene voorwaarden
    Disclaimer
    Privacy
    Cookies
    ONDERDELEN
    OVER ONS
    ADVERTEREN EN ABONNEREN
    MEER