De jeugd heeft de toekomst ... |
|
|
|
Nino Stuivenberg,
vrijdag 21 juni 2019 |
|
| 191 sec |
... maar hoe maken we jongeren enthousiast voor een baan als fieldmanager?
Als gasthoofdredacteur beslist Erwin Beltman in deze editie van Fieldmanager over de inhoud van de artikelen. Een onderwerp dat hij als Fieldmanager of the Year erg belangrijk vindt, is de jeugd: hoe zorgen we ervoor dat een nieuwe generatie fieldmanagers klaargestoomd wordt en over de juiste kennis beschikt? Met dit artikel geven we antwoord op zijn vraag.
Een archieffoto van de Open Dag Fieldmanagement in 2017 bij Ajax. |
Toen Erwin Beltman eerder dit jaar verkozen werd tot Fieldmanager of the Year 2019, was zijn zoon Damian een van de eersten die met hem op de foto ging. Damian Beltman krijgt het werk met de paplepel ingegoten: bij wedstrijden van Feyenoord helpt hij op het veld al een handje mee en Beltman senior is zijn grote voorbeeld. Logisch dus dat Erwin Beltman het thema jeugd belangrijk vindt. De vraag is of in de rest van het land de opvolgers ook klaarstaan. Iemand die daar meer over kan vertellen, is Ben Moonen, directeur van de branchevereniging sport- en cultuurtechniek (BSNC). Moonen heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om het vak fieldmanager onder de aandacht te brengen bij jongeren. Hij vertelt: 'Om een aantal redenen is het steeds belangrijker om jongeren voor het vak te werven. Onze branche heeft te maken met vergrijzing; de sportveldbeheerders worden steeds ouder. We hebben dus jongeren nodig die hen op termijn kunnen vervangen. Daarnaast is de instroom van jongeren in de groene sector beperkt. De jeugd kiest niet snel voor een opleiding in het groen. Dat heeft ook te maken met het imago van het vak: mensen denken al snel dat het alleen grasmaaien en harken is. We moeten laten inzien dat het echt een specialisatie is.'
Kennismaking
De BSNC heeft verschillende initiatieven opgezet die gericht zijn op jongeren. Een daarvan is de landelijke Open Dag Fieldmanagement, die inmiddels twee keer georganiseerd is. 'Op deze dag haalden we honderden leerlingen naar zeven verschillende voetbalstadions in Nederland', vertelt Moonen. 'Dit waren leerlingen die het vmbo volgden. De dag was bedoeld als kennismaking met het vak fieldmanager. Daarbij hoopten we dat zij voor een stage in dit vakgebied zouden kiezen, bijvoorbeeld bij BSNC-leden. Dat zagen we ook gebeuren, al was het effect nog wat beperkt. Maar het was een mooie eerste stap.'
| Ben Moonen |
|
|
Daarna werkte de BSNC verder met VHG en Cumela aan nieuwe ideeën. Het keuzedeel onderhoud sportvelden en golfbanen, gericht op het mbo, is het resultaat. Moonen: 'Met dit keuzedeel worden mbo-leerlingen in 240 uur opgeleid tot specialisten in het vak. Het bestaat uit drie delen: e-learning, praktijkdagen op locatie en stages. Het keuzedeel is uniek; voor het eerst kunnen jongeren echt kiezen voor het vakgebied.' Het eerste pilotjaar van het keuzedeel met een beperkt aantal leerlingen is inmiddels achter de rug. Volgend jaar gaat de inschrijving helemaal open, met als doel steeds meer te groeien.
Behoefte aan vakmensen
Veel fieldmanagers en greenkeepers die momenteel al in het vak werken, hebben één ding gemeen: ze hebben een cursus gevolgd bij IPC Groene Ruimte in Arnhem. IPC biedt namelijk de opleiding terreinmeester voor fieldmanagers en een opleiding voor greenkeepers. Ook IPC is voortdurend op zoek naar jonge kandidaten die kunnen groeien in het vak fieldmanager. Liset van Pinxteren, opleidingscoördinator bij IPC Groene Ruimte, vertelt: 'De instroom voor de opleiding terreinmeester is enorm grillig. Toch zien we een stijging van de behoefte aan goed opgeleide vakmensen. Op dit moment hebben we een volle groep voor terreinmeesters en greenkeepers. Ook is er een pilot gestart voor de opleiding beheerder sportvelden.'
| Liset van Pinxteren |
|
|
|
'Jongeren moeten zien dat we een prachtig vak hebben'
| |
|
IPC probeert jongeren vooral te werven via vakbladen, beurzen en social media. Daarnaast bezoekt het opleidingsinstituut regelmatig bijeenkomsten en sportparken om in contact te blijven met de doelgroep van de opleiding. Het belangrijkst is dat de opleiding inhoudelijk aantrekkelijk is, legt Van Pinxteren uit. 'Daarom laten we onze opleiding zoveel mogelijk aansluiten op de werkomgeving van onze deelnemers en bieden we ze een praktische opleiding. Wat ze vandaag bij IPC leren, kunnen ze morgen toepassen. De lesdagen worden verzorgd door experts op het gebied van het onderwerp dat wordt behandeld. Ook zorgen we ervoor dat de lessen interactief zijn en dat er gedurende de lesdag afwisseling zit in de lesvormen. Zo blijven de deelnemers betrokken bij de lesstof en onthouden ze veel beter wat ze hebben geleerd.'
Prachtig vak
Aan de leerlingen de taak om die theorie vervolgens in de praktijk te brengen. Praktijklessen zijn uiteraard een belangrijk deel van het lesprogramma bij IPC. 'We zoeken voor de praktijkdagen zoveel mogelijk locaties die aansluiten op het lesprogramma', vertelt Van Pinxteren. 'En we maken gebruik van ons netwerk in de branche, om de deelnemers tijdens de opleiding met alle machines te laten werken om zichzelf te kunnen verbeteren. Daarnaast ondersteunen we de deelnemers niet alleen met goed lesmateriaal, maar ook met een elektronische leeromgeving, waarin ze zelf oefeningen kunnen maken als voorbereiding op de examens. We zijn voornemens ook de elektronische leeromgeving elk jaar interactiever te maken en kunnen niet wachten totdat deze ook geschikt is voor de mobiele telefoon. We merken namelijk dat deelnemers dat medium toch liever gebruiken dan een computer.'
Zowel de branche als de opleidingsinstituten nemen dus meerdere maatregelen om jongeren enthousiast te maken voor een baan als fieldmanager. En er zit nog meer in het vat: achter de schermen werken onder andere de BSNC en IPC aan een werkgroep 'human capital fieldmanagement', met als doel nog meer jongeren enthousiast te maken voor het vak. Van Pinxteren: 'We merken dat er op dit moment al veel behoefte is aan extra vakmensen. Daarom werken we momenteel samen met diverse brancheverenigingen aan een plan om jongeren te laten zien wat een prachtig vak we hebben.' Moonen besluit: 'We blijven werken, want de instroom is nog steeds niet genoeg. Meer kan altijd!'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|