| |||||||||||
Ton de Rooij is op IJsland om twee nieuwe indoor-hardcourtbanen aan te leggen Tennis is niet bepaald een buitensport in IJsland. Wil je het jaar rond kunnen spelen, dan moet dat gebeuren op binnenbanen. Daarom bouwt het Nederlandse bedrijf Ton de Rooij er twee hardcourtbanen bij in Kópavogur. Het totaalaantal indoorbanen komt daarmee op vijf ... in het héle land. 'Het is een investering, maar noodzakelijk om de sport te ontwikkelen.' Hoe het daar nu is, in IJsland? 'Nou, koud en nat', grinnikt René van Vliet over de telefoon. De technisch directeur en mede-eigenaar van tennisbanenbouwer Ton de Rooij is op de eilandstaat om twee nieuwe indoor-hardcourtbanen aan te leggen in Kópavogur, de tweede stad van het land, net onder de hoofdstad Reykjavik. Het werk is inmiddels halverwege en René heeft zich net teruggetrokken in zijn hotel. 'Ik heb gelukkig ook nog wat tijd over. Natuurlijk heb ik de geisers gezien en de "gouden cirkel" gedaan', zeg hij, verwijzend naar de toeristische route met de bekendste geisers en watervallen. 'Het is een ontzettend mooi land.' Mooi, maar ook uitgestrekt. Op het 100.000 m3 grote eiland, drie keer zo groot als Nederland, wonen nauwelijks 350.000 mensen. IJsland is daarmee het dunst bevolkte land van Europa. Twee derde van de IJslanders woont in het verstedelijkte gebied rond Reykjavik en Kópavogur. Er zijn jaren dat het aantal toeristen het aantal inwoners overstijgt.
Sportief volkZe mogen dan met weinig zijn, de IJslanders zijn bijzonder sportief. Dat is onder meer te danken aan een maatschappelijk programma tegen drank- en drugsmisbruik onder jongeren, dat in het eerste decennium van deze eeuw van start ging. In deze periode van economische voorspoed werd er flink geïnvesteerd in preventie, onder andere door de bouw van sporthallen en de introductie van een sportkaart waarmee jongeren gratis kunnen sporten. Het programma bleek bijzonder effectief. Was 50 procent van de IJslandse tieners in 1998 minstens één keer per maand dronken, in 2016 was dat nog maar 5 procent. In plaats van op straat en in winkelcentra rond te hangen, sporten de IJslandse jongeren nu vier tot vijf keer in de week. De Tennishöllin in Kópagovur werd gebouwd in 2007, net voordat het omvallen van de bank Icesave in 2008 de bankencrisis inluidde die het land op de rand van de afgrond bracht.Inmiddels vertoont de economie al een aantal jaar weer een opgaande lijn. De jongeren zijn gelukkig nog steeds onverminderd sportief. Toch kan tennis er nog niet rekenen op de populariteit van bijvoorbeeld voetbal, basketbal en handbal. 'De belangrijkste reden dat tennis hier een jonge sport is, is het weer', vertelt Jónas Páll Björnsson, de manager van Tennishöllin (letterlijk: tennispaleis). Buiten sporten is eigenlijk alleen mogelijk in de zomermaanden, en ook dan is goed weer niet gegarandeerd. Hoewel er ook een paar tennisbanen in de openlucht zijn, beschikt Tennishöllin over de enige overdekte banen in het land. Geen wonder dat tennisminnend IJsland er zich verdringt. Zes tennisclubs maken gebruik van de hal, wat betekent dat er iedere week zo'n zeshonderd tennissers op de drie banen staan. 'We proberen te groeien en hopen meer spelers aan te trekken. Maar als je maar drie binnenbanen hebt, is dat lastig', vertelt Jónas. Tekst loopt verder onder de afbeelding
Kim Clijsters AcademyUitbreiding was dus hard nodig. Blijft de vraag: hoe komt een IJslandse tennishal bij een tennisbanenbouwer in Zoeterwoude-dorp terecht? Jónas: 'Zes of zeven jaar geleden ging ik met mijn toen negenjarige dochter, een getalenteerde jonge speelster, naar de Kim Clijsters Academy in Bree, in België. Ik wilde haar wat meer perspectief geven en tegelijk zelf wat bijleren over coaching. Daar ontmoette ik Carl Maes, coach van Clijsters en directeur van de Academy. Gedurende twee weken trainde hij mijn dochter en we raakten aan de praat. De banen die daar liggen, vond ik erg prettig. Ik ben geen expert, maar ik heb in meerdere landen op hardcourt gespeeld en ik voelde dat de banen zacht waren om op te rennen, terwijl de bal nog steeds goed stuiterde. Dus ik besloot bij Carl na te gaan wie de banen had gebouwd. Toen verwees hij me naar Ton de Rooij.'Tapijt of hardcourtDe drie reeds bestaande banen in IJsland hebben een ondergrond van tapijt. Jónas koos voor de uitbreiding van zijn Tennishöllin echter voor hardcourt-banen van het type Proflex Elite, dezelfde banen als in Bree. Jónas: 'We hinkten op twee gedachten. We hadden voor nog meer tapijtbanen kunnen kiezen, maar veel internationale toernooien waar onze talenten heengaan, zijn op hardcourt. Daarom vonden we het belangrijk ze de mogelijkheid te geven ook in IJsland op hardcourt te trainen.'
René beaamt dat de banen internationaal gewild zijn. 'Deze baan is op het moment het meest in trek bij onze klanten, zeker bij internationale projecten. Verleden jaar hebben we dezelfde baan gelegd in Koeweit, toen door tussenkomst van Magnus Gustafsson. En er is nog een aanvraag voor een project in het Midden-Oosten op komst. Hardcourt heeft altijd een slechte naam gehad in het recreatiecircuit, maar niet onder professionals. De Proflex Elite heeft een toplaag van polyurethaan, niet van acrylaat, zoals je in gymzalen ziet. De baan is daardoor slijtvast, waterbestendig en blijft flexibel.' Het systeem kan qua schokdemping en baansnelheid volledig aan de wensen van de gebruiker aangepast worden, volgens de folder. Jónas had echter weinig specifieke wensen: 'Ja, een goede demping, want dat is comfortabeler voor je gewrichten.' René: 'Deze banen zijn daarom voorzien van de maximale dempingslaag van 5 mm. Ik heb hier direct contact met de nationale coach van IJsland; die mag de keuze maken voor de snelheid van de baan.' ProcesEen onherbergzaam klimaat? Ondoordringbare rotsgrond? Voor de Ton de Rooij maakt het niet zoveel uit of de baan nu in Nederland, IJsland of Koeweit komt te staan. René: 'Het gebouw waarin de baan gelegd wordt, moet wind- en waterdicht zijn en de kachel moet branden. En er moet licht zijn om te kunnen werken, natuurlijk.' Vooraf is daarom in overleg vastgesteld waaraan de zaal moet voldoen. Alle specificaties, bijvoorbeeld van het asfalt, zijn uitgebreid doorgenomen, zodat het gebouw, met het dak en de juiste ondergrond, door aannemers ter plaatse gebouwd kon worden.'Vervolgens ben ik erheen gevlogen om het asfalt te controleren', vertelt René. 'Bij inspectie bleek dat het niet helemaal voldeed, het was niet vlak genoeg. Dat is een lastig punt dat wel vaker voorkomt. In principe heeft de aannemer dan geen goed werk geleverd, maar ze bouwen daar natuurlijk niet iedere dag tennisbanen. Wij wel. Daarom vroeg Jónas of wij dat niet konden egaliseren. Dus dat hebben we gedaan.' Daarop werd het materiaal in een container geladen en in IJsland afgeleverd. 'De boot is vijf dagen onderweg; met laden en lossen erbij kost het vervoer twee weken. Wat zo'n project voor ons bijzonder maakt, is de import. Het materiaal door de douane krijgen, is altijd lastig. Als het eenmaal ter plaatse is, gaat het niet anders dan anders. Inmiddels hebben we zoveel ervaring dat we alle valkuilen van tevoren wel zien. Klanten denken soms te makkelijk over het licht, de wind- en waterdichtheid van de zaal en andere randvoorwaarden. Wij gaan echter altijd voor honderd procent eindresultaat en geven daarom ook op andere terreinen advies, zoals over het plaatsen van de netpalen.' Tekst loopt verder onder de afbeelding
AmbitieusOp het moment van dit schrijven zijn de negen dagen die het kost om de banen te leggen bijna om. Zodra ze klaar zijn, zullen ze direct in gebruik worden genomen. Over niet al te lange tijd zullen ook de eerste twee padelbanen in het land worden aangelegd, door een Spaans bedrijf, ook in de Tennishöllin. Wellicht dat daarmee ook die sport vaste voet aan de grond krijgt in IJsland.De uitbreiding is een grote stap voor het IJslandse tennis. 'Met de padelbanen erbij is het een toename van meer dan 100 procent in het hele land', benadrukt Jónas nog maar eens. 'Toch loopt de infrastructuur van het tennis nog flink achter op die van bijvoorbeeld voetbal. Het is een grote investering, maar die is noodzakelijk om de sport te ontwikkelen.' De baan zal worden bespeeld door professionals en recreanten van alle leeftijden. In de Tennishöllin werden al een aantal ITF-toernooien gehouden. Met de nieuwe banen hoopt Jónas er wat meer te kunnen organiseren, zodat hij IJsland op de internationale tenniskaart kan zetten. 'We willen er optimaal gebruik van maken. We hebben ambitie, maar als ik realistisch ben: het is geen makkelijke opgave.' Voor de zekerheid brengt hij daarom, ter afsluiting, nog maar even de gastvrijheid van de IJslanders onder de aandacht: 'We proberen hier altijd iedere buitenlandse gast een goed welkom te geven. Dus mochten er lezers van Fieldmanager¬ van plan zijn om naar IJsland te komen, dan koppelen we ze graag aan andere spelers!'
Tip de redactie |
|