Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Europa roept halt toe aan btw-voordeel voor sportaccommodaties

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Guy Oldenkotte, vrijdag 10 augustus 2018
303 sec


De kogel is door de kerk: nadat begin november werd aangekondigd dat het kabinet plannen had om de sportvrijstelling per 1 januari 2019 te wijzigen, is het alternatief net voor het zomerreces ingediend. Het btw-voordeel waar veel accommodatiebeheerders van profiteerden, komt te vervallen. Wat gaat de overheid u bieden?


Een uitspraak van de Europese Commissie verplicht Nederland om het btw-principe in lijn te brengen met de Europese btw-richtlijnen. Nederland heeft tot 1 januari 2019 de tijd gekregen om hieraan te voldoen, maar de gesprekken met vertegenwoordigers van gemeenten en belangenorganisaties liepen stroever dan verwacht. De crux was de compensatie van de verschillende slachtoffers van die gedwongen wijziging.

Omdat gemeenten geen winstoogmerk hebben, is het aanbieden van de gelegenheid tot sport door gemeenten vrijgesteld van de heffing van btw. Daarnaast hebben gemeenten en bepaalde sportstichtingen op basis van de huidige wetgeving het recht op aftrek van voorbelasting van btw voor de kosten die toerekenbaar zijn aan de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan sportverenigingen. Dat is allemaal vastgelegd in het zogenaamde Sportbesluit. Dat besluit regelt dat wanneer er sprake is van ‘het gelegenheid geven tot sportbeoefening’, een verlaagd btw-tarief van 6% van toepassing is op de overeenkomst tussen de exploitant en gebruiker van een accommodatie.


‘Ik verwacht dat het een impuls zal geven aan de bouw van sportaccommodaties in ons land'

Voorwaarde is wel dat de afnemer de accommodatie alleen gebruikt voor de sportbeoefening. Die afnemer mag zelf de sportbeoefenaar zijn, of iemand die anderen laat sporten onder zijn leiding. Van de exploitant wordt vervolgens verwacht dat hij ervoor zorgt dat de accommodatie wordt onderhouden en schoongemaakt. Daarnaast is de exploitant van de accommodatie verantwoordelijk voor de beveiliging ervan. Hij kan ervoor kiezen om zaken (gedeeltelijk) uit te besteden, maar de belastingdienst staat niet toe dat bijvoorbeeld de sportvereniging de schoonmaak voor zijn rekening neemt.

Tekst loopt door onder de afbeelding


Dick Zeegers, Stichting Waarborgfonds Sport
Aantrekkelijke mogelijkheid
De mogelijkheid die het Sportbesluit bood, was aantrekkelijk voor Nederlandse sportverenigingen en sportaccommodatiebeheerders. Verenigingen die hun accommodatie hadden ondergebracht in een stichting, hoefden enerzijds slechts 6% btw af te dragen aan de belastingdienst, terwijl ze anderzijds 21% btw mochten opnemen in de boeken als kosten voor het exploiteren en verbeteren van de accommodatie. Dat verschil van 15% maakte het aantrekkelijk om de kwaliteit van de sportaccommodatie (continu) naar een hoger niveau te tillen door te investeren in de accommodatie of het onderhoud ervan.

Nu deze regeling komt te vervallen, heeft minister Bruins van Medische Zorg en Sport net voor het zomerreces twee voorstellen ingediend, waarvan de invulling op Prinsjesdag 2018 duidelijk wordt. In de twee kaders heeft Fieldmanager de belangrijkste punten voor u op een rij gezet (zie hieronder). Dat het voorstel van de minister pas eind juli is ingediend, heeft alles te maken met de onvrede die heerste bij de betrokken partijen. Sinds begin dit jaar hebben vertegenwoordigers van zowel de gemeenten en de bonden als het ministerie meerdere malen met elkaar om de tafel gezeten. Het grote discussiepunt was steeds de verdeling van de 241 miljoen euro compensatie die de overheid beschikbaar wil stellen.

Tekst loopt door onder de afbeelding


Minister Bruno Bruins
Na lang onderhandelen lijkt het erop dat de partijen akkoord zijn. Maar als blijkt dat er ondanks de overgangs- of compensatieregeling toch financiële nadelen dreigen te ontstaan, kan een gemeente er alsnog voor kiezen om bijvoorbeeld de exploitatie van de sportaccommodatie(s) uit te besteden aan een organisatie met een winstoogmerk. Dat kan een externe partij zijn, maar het is ook denkbaar dat een nieuwe rechtspersoon wordt opgericht. Deze nieuwe rechtspersoon moet dan wel op grond van het statutaire doel en de concrete omstandigheden een winstoogmerk hebben.

Gunstig voor verenigingen
Dick Zeegers van de Stichting Waarborgfonds Sport verwacht dat de nieuwe ontwikkelingen gunstig zullen uitpakken voor de kwaliteit van de Nederlandse sportaccommodaties: 'Ik verwacht dat het een impuls zal geven aan de bouw van sportaccommodaties in ons land.' Daarnaast voorziet hij dat de verenigingen zullen profiteren. 'Sportverenigingen die zelf moeten investeren en niet, zoals stichtingen, de mogelijkheid hebben om de btw te verrekenen, gaan het meest profiteren van deze nieuwe regeling. Op den duur zal dit beter werken voor de verenigingen die nu min of meer gedwongen zijn om hun accommodatie in een stichting onder te brengen. Dat geeft veel administratieve en juridische rompslomp, omdat dat een bureaucratisch proces is.'


Subsidiëring van gemeentelijke uitgaven aan sport

De regeling van de minister voor Medische Zorg van 12 juli 2018, kenmerk 1379613-177691-S: regels voor de subsidiëring van gemeentelijke uitgaven aan sport (Regeling specifieke uitkering stimulering), stelt het volgende:

1. Activiteiten komen slechts eenmaal in aanmerking voor een uitkering op grond van het voorstel. Activiteiten waarvan de kosten, op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968, recht geven op aftrek van omzetbelasting dan wel recht geven op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds, komen echter niet in aanmerking voor een specifieke uitkering.

2. Met uitzondering van hoofdstuk 5 zijn de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing op deze regeling. Wel zijn de artikelen 4:35, 4:46, 4:48, 4:50 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

3. De vergoeding zal ten hoogste 17,5% van het begrote bedrag voor de activiteiten zijn en deze wordt ten hoogste één jaar verleend. Een uitkering ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

4. Voor 2019 is maximaal 152 miljoen euro te verdelen. Dat bedrag zal naar rato worden verdeeld wanneer het totaal aangevraagde bedrag het plafond overschrijdt. Alle aanvragen moeten voor 1 december 2018 zijn ingediend. 1 december is ook de einddatum voor het indienen van alle aanvragen voor de jaren daarna.

5. Een aanvraag dient vergezeld te gaan van een begroting en deze moet worden ingediend op een door de minister vastgesteld formulier. De minister neemt binnen 13 weken na 1 december een besluit over de vraag of de specifieke uitkering wel of niet verleend zal worden. Vervolgens zal de minister laten weten voor welke activiteit de uitkering wordt verleend, wat het uitgekeerde bedrag zal zijn, hoe de besteding verantwoord moet worden en binnen welke periode en op welke wijze aangetoond kan worden dat de activiteiten zijn verricht. De ontvanger dient jaarlijks, uiterlijk op 15 juli van het jaar volgend op de verlening van de specifieke uitkering, de benodigde informatie te verstrekken.

6. Eenmaal toegekend, heeft de ontvanger gedurende tien jaar na afloop van de uitkeringsperiode voor de activiteiten geen recht op aftrek van de omzet op grond van de Wet omzetbelasting 1968 of recht op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds. Bovendien is het mogelijk dat er nadere verplichtingen aan de uitkering zijn verbonden.

Volgens Zeegers heeft SWS momenteel 1800 dossiers in behandeling. Bij 60 procent daarvan is een stichting betrokken. 'In acht van de tien gevallen heeft de stichting puur een fiscaal doeleinde. Straks is er een platte subsidie die gewoon aanvraagbaar is. Dat zal veel eenvoudiger werken.' Voor deze clubs is er een direct voordeel van maar liefst 20 procent. Afhankelijk van de investeringen die worden gedaan, kan dat zelfs oplopen tot maximaal 35 procent. Het voorstel van de minister ligt momenteel dus bij de Tweede Kamer. Op Prinsjesdag zal duidelijk worden of ook die akkoord gaat met de voorgestelde ideeën.

Subsidiëring van de bouw en het onderhoud van sportaccommodaties

De regeling van de minister voor Medische Zorg van 12 juli 2018, kenmerk 1373516-177691-S, houdende regels voor de subsidiëring van de bouw en het onderhoud van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen (Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties), stelt het volgende:

1. De minister kan eenmalig subsidie verstrekken voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties, of voor de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen.

2. Niet-winstbeogende instellingen, zoals sportstichtingen en onder voorwaarden ook bv's, kunnen een beroep doen op deze subsidiepot.

3. Op deze regeling zijn de artikelen 1.5, 3.1 tot en met 3.5, 4.3, 6.1, 7.1 tot en met 7.8 en 10.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing.

4. De subsidie bedraagt ten hoogste 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten en maximaal 15% van de kosten van de activiteiten. Voor beide geldt dat het inclusief btw moet zijn. Het maximaal aan te vragen bedrag is 2,5 miljoen euro per jaar. Subsidiebedragen onder de 5.000 euro worden niet verstrekt.

5. De subsidie wordt voor hoogstens drie jaar verstrekt, maar het is mogelijk om bij hoge uitzondering één jaar ontheffing te krijgen.

6. Voor 2019 heeft de minister 87 miljoen euro te verdelen. Dat zal worden gedaan in volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

7. Eenmaal toegekend, heeft de ontvanger gedurende tien jaar na afloop van de uitkeringsperiode voor de activiteiten geen recht op aftrek van de omzet op grond van de Wet omzetbelasting 1968 of recht op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds. Bovendien is het mogelijk dat er nadere verplichtingen aan de uitkering zijn verbonden.

De minister stelt in dit voorstel verschillende eisen, afhankelijk van het aan te vragen subsidiebedrag. De eisen voor een subsidieaanvraag tot 25.000 euro zijn relatief laag. Dat wordt anders voor bedragen tot 125.000 euro of daarboven. Daarnaast onderscheidt de minister aanvragen voor activiteiten die nog gedaan moeten worden of die al voltooid zijn.

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024
Drie gratis masterclasses 'Grip op de Grasmat'
dinsdag 17 september 2024
t/m woensdag 2 oktober 2024
Expertdag Duurzaam Gras 2024
dinsdag 1 oktober 2024
Nationale Sportvakbeurs
woensdag 6 november 2024
Dertiende editie Nationale Sport Vakbeurs
woensdag 6 november 2024
t/m woensdag 6 november 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER