'Mijn mannen kunnen 24/7 op mij aan' |
|
|
|
|
| 343 sec |
Fieldmanager of the Year-genomineerde Eddie van der Stappen
Fieldmanager of the Year-genomineerde Eddie van der Stappen praat veel en snel. Ergens in hem zit klaarblijkelijk nog een restje van zijn vorige betrekking: vertegenwoordiger in diervoeders. Die commerciële drive combineert Van der Stappen met een diepe passie voor het vak van fieldmanager en betrokkenheid bij 'zijn' jongens.
|
Het tekent Van der Stappen als mens, maar ook als vakman. Als we na ons rituele kopje koffie naar een van de sportvelden gaan die Van der Stappen in onderhoud heeft, houdt hij in het voorbijgaan een van medewerkers aan. Stefan werkt nu inmiddels acht jaar bij Weener XL. Hij solliciteerde bij het bedrijf omdat hij dolgraag op de grote Fendt-tractoren van Weener XL wilde rondrijden. Van der Stappen: 'Acht jaar geleden kon hij als fieldmanager nog bijna niks; nu kan ik hem overal voor op pad sturen. Eigenlijk zou hij zo kunnen uitstromen naar een privaat bedrijf, als hij daar maar dezelfde begeleiding krijgt als hier.' Gelukkig is Stefan niet de enige die het zo naar zijn zin heeft bij Weener XL en ook niet de enige die genomineerde Van der Stappen om een boodschap kan sturen. Maar Van der Stappen is eerlijk genoeg om te zeggen dat het ook weleens lastiger gaat. Of zelfs vierkant fout. Weener XL werkt met medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat vereist van een manager heel andere vaardigheden dan bijvoorbeeld bij een commerciële aannemer. Het werk en het resultaat zijn misschien hetzelfde, maar vaak zijn er net wat meer overleg en diplomatie van de leidinggevende nodig. 'Als ik medewerkers op pad stuur, wil ik dat ze exact weten wat ze gaan doen en waarom ze dat doen. Dus waarom ze wiedeggen, beluchten of bezanden en wat die behandeling doet met de sportvelden. Verder vind ik dat ik altijd bereikbaar moet zijn als er vragen zijn. Als iemand op een werk iets bijzonders tegen het lijf loopt, moet hij altijd kunnen bellen.'
|
'Ik vind het belangrijk dat ik iedere week ieder veld te zien krijg'
| |
|
| Veel van het werk is achter de computer |
|
|
Weener Groep werd Weener XL
Weener XL is een integraal onderdeel van de gemeente 's-Hertogenbosch. Ongeveer acht jaar geleden heeft het bedrijf een grote verandering doorgemaakt. Voor die tijd was de afdeling van de gemeente alleen bezig met de uitvoering. Dat is veranderd. Weener XL doet nog steeds de uitvoering, maar verzorgt daarnaast ook de hele administratie en de steeds intensievere begeleiding van de doelgroep - van uitvoerder naar werkleider. Van der Stappen: 'Voor mij hield dat in dat ik minder buiten op de velden bezig kon zijn en meer op kantoor zit. Wel vind ik het belangrijk dat ik iedere week ieder veld te zien krijg. In totaal zijn wij verantwoordelijk voor achttien sportcomplexen met in totaal 80 velden, waarvan 26 kunstgras en 54 natuurvelden, en daarnaast twee begraafplaatsen en zeven parkings. Voor de parking verzorgen we onder andere het schrobben van de vloeren. Op de begraafplaatsen doen we een verscheidenheid aan taken, variërend van graven delven tot asverstrooiingen en groenonderhoud op de begraafplaats. Het grootste aandachtsveld is sport en op dat gebied kunnen we bijna alles zelf uitvoeren, van het affrezen van een veld met een Amazone tot het dagelijkse werk, zoals maaien, doorzaaien en wiedeggen. Grootschalige renovaties doen wij niet zelf; die worden door de gemeente apart aanbesteed. Dat wordt geregeld door Henri Bekkers, onze interne opdrachtgever. Wij verrichten onze werkzaamheden met een team van 32 mensen. Het grootste deel daarvan wordt ingezet op sport. Voor de begraafplaatsen hebben we vaste teams.'
Commerciële markt
'Een aparte tak van onze werkzaamheden is BIP, oftewel bedrijven, instellingen en particulieren. Voor dit segment verzorgen wij onder andere maaiwerk bij grote bedrijven en instellingen. Maar sportvelden is wel het mooiste werk. Je wilt soms veel groei en soms ook weer weinig groei, en er is natuurlijk de uitdaging van werken zonder chemie. Wij proberen natuurlijk zo min mogelijk chemie te gebruiken. We hebben het afgelopen jaar misschien op twee procent van het oppervlak iets gebruikt. Paardenbloem en madelief zijn goed te bestrijden met cultuurtechniek. Paardenbloem kunnen we met de Imants Roto Knife goed onder controle krijgen. Voor weegbree moeten we af en toe chemisch ingrijpen, maar alleen pleksgewijs. Tolerantie is daarbij belangrijk. Af en toe een bloemetje is niet erg.' In de rest van zijn werkveld komt Van der Stappen wel regelmatig chemie tegen. 'Als je bij werkzaamheden in de wijk of op een sportclub ineens een stuk trottoir ziet dat helemaal schoon is, dan weet je het wel: dan is daar Roundup gebruikt, of, misschien nog wel erger, azijn. Azijn maakt het complete bodemleven kapot en is daarom - in mijn visie - misschien nog wel erger dan een minimale behandeling met Roundup.'
Kriebel
We zijn inmiddels aangekomen in Maliskamp, een dorpje in de gemeente Den Bosch met een eigen complex. Stefan is ons gevolgd met zijn Fendt, om te showen wat de juiste manier is om een sportveld te kriebeleggen met de tweedelige Wiedenmann Terra Rake. 'Wij hadden hier een vertegenwoordiger van elektrische tractoren. Die mocht een demo draaien met een elektrische tractor met een kriebeleg. Hij zette hem op standje aaien. Toen hebben wij eens laten zien hoe dat moet. Om goed te kriebeleggen moet je het gras niet aaien, maar flink op zijn donder geven. Het doel is de mat openhouden en straatgras een flinke tik geven. Die vertegenwoordiger schrok daar wel even van. Maar zo moet het gedaan worden. Die elektrische tractor is het overigens niet geworden. Wel superinteressant, zo'n machine, maar het past ons nog niet. Voor dit complex, bijvoorbeeld, moeten we een kwartier heen rijden en een kwartier terug. Dan ben je al veel accuvermogen kwijt. Om onze CO2-uitstoot naar beneden te krijgen, maaien we veel met robots en tanken we blauwe diesel: de bussen met honderd procent blauwe diesel, landbouwvoertuien als tractoren met 20 procent blauwe diesel doorgemengd. Het probleem met blauwe diesel is dat wij in de winter amper werken met de tractoren. Dan heb je het gevaar dat de brandstof gaat uitvlokken en dat je problemen krijgt met de motor.'
|
'Eigenlijk moet hier een kudde senioren overheen denderen en het veld eens goed op zijn donder geven'
| |
|
| Eddie Van der Stappen met Stefan |
|
|
Corona
Ik sta met Stefan en Eddie van der Stappen op het veld van het complex in Maliskamp, dat mooi groen en vitaal oogt. Van der Stappen: 'In normale jaren is het beter. We hebben nu door corona veel te weinig gespeeld. Eigenlijk moet een kudde senioren het veld eens goed op zijn donder geven, zodat de mat open blijft en het straatgras een tik krijgt.' Dat laatste doet Stefan met zijn Fendt overigens heel succesvol. De Terra Rake wordt nog een tikje strakker gedraaid en Stefan trekt een paar baantjes. Het effect is overduidelijk. Heel veel oppervlakkig straatgras komt los en er is meer plaats voor de goede grassen. Van der Stappen: 'Wat helpt, is dat het nu redelijk droog is. Het straatgras gaat in stress. Mijn buurman liet op zijn gazon automatische beregening installeren. Hartstikke makkelijk, maar dan wordt er al snel te veel beregend en stimuleer je de onkruidgrassen. Diezelfde reflex zie je bij clubs. Daar wordt 's ochtends bijna automatisch de beregening aangezet en als je pech hebt, zet de volgende vrijwilliger die 's middags opnieuw aan. De gemeente Den Bosch is een paar jaren geleden fors uitgebreid en wij hebben er een aantal complexen bij gekregen. Het eerste wat ik gedaan heb, is van al die complexen de sleutel van de beregening innemen. Voor een club is het vaak toch te verleidelijk om steeds maar de pomp aan te zetten. In de gemeente Den Bosch regelen wij de beregening in plaats van de clubs.'
Robots
Weener XL heeft een groot aantal maaimachines in de schuur staan, maar feitelijk wordt al het maaiwerk gedaan door een Major-getrokken cirkelmaaier. Het bijmaaien gebeurt daarnaast met een Roberine F3-klepelmaaier. Er staan ook nog een cirkelmaaier en zelfs een kooimaaier startklaar, maar in de praktijk worden die amper gebruikt. De belangrijkste reden daarvan is de explosieve toename van het aantal velden dat met een Belrobotics- of Husqvarna-maaier wordt gemaaid. In 2019 is proefgedraaid met een robot in het dorp Vinkel en daarna ging het snel. In het voorjaar van 2020 werden in totaal elf robots geïnstalleerd en in het najaar kwamen daar nog eens zes bij. Van der Stappen gebruikt de robots nu nog vooral op complexen met een lange aanrijtijd, maar geeft toe dat deze ontwikkeling waarschijnlijk gewoon doorgaat in Den Bosch. Een datum durft hij niet te noemen, maar hij vermoedt dat over drie jaar het overgrote deel van de velden voorzien zal zijn van een robotmaaier. Overigens is Van der Stappen genoeg door de wol geverfd om toe te geven dat er ook nadelen aan robots zitten. Allereerst is het belangrijk dat een club de robots een beetje in de gaten houdt: 'Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als je wat trainingshesjes op het veld laat liggen.' Van der Stappen laat op zijn mobiel een foto zien van een Belrobotics-maaiers met een compleet verbogen rvs onderschijf. 'Er was verzuimd een netbeugel op te klappen en de robot is daarop vastgelopen en is blijven drukken.' Ondanks die problemen voorziet de fieldmanager dat de robot verder opgang zal maken. 'Maar ik kijk wel goed bij welke clubs ik een robot installeer. Bij een dorpsclub met veel actieve vrijwilligers is dat geschikter. Daar kijkt men aan het einde van de dag of het veld vrij is van obstakels en of de netbeugels zijn opgehaald. Verder probeer ik bij iedere club iemand te instrueren over het oplossen van kleine problemen, zodat wij niet overal bij gehaald hoeven te worden.' Dat is overigens nog weleens lastig. 'Een Belrobotics-maaier weegt 80 kg. Als die vastgelopen is, heb je dat niet zomaar opgelost.'
|
'Een dorpsclub met veel actieve vrijwilligers is geschikter om een robot te installeren'
| |
|
| Wiedeggen |
|
|
Ook in het verdere beheer stelt een robot speciale eisen. Een robot geeft volgens Van der Stappen een mooier maaibeeld dan een kooimaaier en een dichtere mat. Tegelijk zorgt dat voor meer vervilting, dus moet er vaker gewiedegd worden. Wat betreft bemesting heeft Van der Stappen nog geen zaken gewijzigd: 'Daarvoor gebruiken we de robots nog te kort. Met gemiddeld 80 tot 85 kg pure stikstof zitten we al redelijk laag.' Recent is Den Bosch overgeschakeld van kunstmest op semiorganische mest; Van der Stappen verwacht dat er op termijn alleen nog organisch zal worden gemest.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|